Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: voorbeslissing
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
811878/1039611
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt is in juni 2024 gestart met een eetstoornisbehandeling bij NewCare GGZ, waaronder een zesweekse opname in Portugal. De behandeling werd na twee weken afgebroken vanwege een gesteld medisch risico. De cliënt verwachtte een (gedeeltelijke) terugbetaling van de kosten van €50.000, maar dat gebeurde niet. Op 4 maart 2025 diende zij een klacht in bij de zorgaanbieder. De zorgaanbieder stelde dat de cliënt de interne klachtenprocedure niet had afgerond en dus niet-ontvankelijk zou zijn bij de Geschillencommissie. Uit een e-mail van 13 april 2025 blijkt echter dat de zorgaanbieder de klacht inhoudelijk heeft beoordeeld en ongegrond heeft verklaard. Bovendien is de cliënt een schikkingsvoorstel gedaan (kwijtschelding van €3.263), wat zij heeft afgewezen. De commissie oordeelt dat hiermee de interne klachtenprocedure volledig is doorlopen en de klacht niet is opgelost. Daarom is de cliënt ontvankelijk in haar klacht. De zaak zal op een later moment inhoudelijk worden behandeld.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)en
NewCare GGZ B.V., gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
De commissie verklaart cliënt ontvankelijk in haar klacht omdat zij, anders dan de zorgaanbieder beweert, de klachtenprocedure bij de zorgaanbieder heeft doorlopen.
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is. Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 19 juni 2025 te Zwolle.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De standpunten van partijen
In juni 2024 is cliënt bij de zorgaanbieder in behandeling gegaan voor haar eetstoornis. De behandeling bestaat onder andere uit een opname van zes weken in Portugal. De behandeling in Portugal is door de zorgaanbieder na twee weken afgebroken wegens een gesteld medisch risico. Cliënt had verwacht dat, omdat de behandeling voortijdig is afgebroken, een deel van de kosten van in totaal € 50.000,– door de zorgaanbieder aan haar zou worden terugbetaald. Dat is echter niet gebeurd. Cliënt heeft hierover op
4 maart 2025 een klacht ingediend bij de zorgaanbieder.
De zorgaanbieder heeft cliënt in een email van 13 april 2025 erop gewezen dat ze de klachtenprocedure van de zorgaanbieder niet heeft gevolgd. Cliënt heeft al een klacht ingediend bij de commissie voordat ze een visie op de klacht van de zorgaanbieder heeft ontvangen. Cliënt heeft op 8 december 2024 een klacht ingediend bij de commissie.
Vervolgens heeft de zorgaanbieder in dezelfde email aan cliënt medegedeeld dat de klacht ongegrond is. Volgens de zorgaanbieder moet cliënt nog € 3.263,– aan de zorgaanbieder betalen.
Uit coulance-overwegingen heeft de zorgaanbieder cliënt op 13 april 2025 per email aangeboden de klacht met gesloten beurzen af te wikkelen, hetgeen betekent dat cliënt het bedrag van € 3.263,– niet meer hoeft te betalen. Cliënt heeft niet met dit voorstel ingestemd.
De overwegingen van de commissie
Op grond van artikel 6 lid 1 sub a Reglement Geschillencommissie Zorg Algemeen (Reglement) verklaart de commissie een cliënt op verzoek van de zorgaanbieder niet-ontvankelijk in een klacht, indien de cliënt de klacht niet eerst bij de zorgaanbieder heeft ingediend. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de zorgaanbieder de klacht van cliënt in genoemde email van 13 april 2025 inhoudelijk heeft beoordeeld (ongegrond heeft verklaard), dat de zorgaanbieder cliënt in deze email een aanbod heeft gedaan om de klacht met gesloten beurzen af te wikkelen, en dat cliënt dit aanbod niet heeft aanvaard. Naar het oordeel van de commissie heeft cliënt aldus de klachtenprocedure bij de zorgaanbieder geheel doorlopen. Nu cliënt niet heeft ingestemd met het aanbod van de zorgaanbieder is de klacht voor haar niet opgelost (artikel 3 sub b onder a Reglement). Cliënt is derhalve ontvankelijk in haar klacht bij de commissie. Dit betekent dat de zaak op een nader te bepalen datum en tijdstip inhoudelijk zal worden behandeld.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart cliënt ontvankelijk in haar klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit mr. M.M. Verhoeven, voorzitter, drs. T. Knap, mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mr. C. Koppelman, secretaris, op 19 juni 2025.