Niet-ontvankelijkheid klacht over medische keuring UWV

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: UWV    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 876063/1223983

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een cliënt diende een klacht in tegen UWV omdat een medische keuring volgens hem onzorgvuldig was uitgevoerd: er zou te weinig tijd zijn genomen, medische informatie zou zijn genegeerd en de beoordeling zou bevooroordeeld en onvolledig zijn geweest. Ook klaagde hij dat de hoofdarts zonder eigen onderzoek het oordeel van de keuringsarts had overgenomen en dat hij ten onrechte werd gewezen op de kosten van een rechtbankprocedure in plaats van de mogelijkheid om te klagen. UWV stelde dat er zowel in de primaire beoordeling als in bezwaar een volledig medisch onderzoek en heroverweging heeft plaatsgevonden, inclusief lichamelijk onderzoek, bespreking van klachten en beoordeling door een stafverzekeringsarts. Volgens UWV zijn alle aangeleverde medische gegevens meegewogen en heeft de afspraak circa 45 minuten geduurd. De Geschillencommissie oordeelde echter dat de klacht betrekking heeft op een besluit dat onder de Algemene wet bestuursrecht valt, waarvoor bezwaar- en beroepsprocedures openstaan. Daarom verklaarde de commissie de cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats] (hierna te noemen: cliënt)

en

UWV, Sociaal Medische Zaken, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: verweerder).

Behandeling van het geschil

Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie UWV (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 5 september 2025 te Utrecht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil

De cliënt verwijt verweerder een onjuiste en onzorgvuldige keuring te hebben uitgevoerd.

Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

Een arts van verweerder heeft op 29 april 2024 een medische keuring uitgevoerd bij de cliënt. Deze keuring is onzorgvuldig geweest, waardoor een onjuist oordeel is ontstaan dat aanzienlijke gevolgen heeft voor de situatie van de cliënt. Dit is de tweede onzorgvuldige beoordeling na de primaire telefonische keuring van de Arbo-arts ten tijde van de post Covid-periode waar keuringen telefonisch werden afgenomen.

Tijdens de keuring heeft de arts onvoldoende en bevooroordeeld naar de klachten geluisterd, de medische situatie en bijbehorende beperkingen zijn onvoldoende besproken en in kaart gebracht. Medische informatie is niet meegenomen. Ondanks dat de cliënt uitgebreide documentatie van zijn behandelend arts(en) had aangeleverd, is slechts een deel hiervan betrokken in het oordeel. Er is geen objectieve beoordeling uitgevoerd. De beoordeling lijkt te zijn gebaseerd op persoonlijke interpretaties in plaats van een zorgvuldige medische afweging. Dit alles wordt versterkt door de zeer geringe tijd (+/- 5 min) waarin de arts de situatie heeft beoordeeld waaruit onmogelijk een degelijk oordeel kon ontstaan. Deze tekortkomingen hebben geleid tot een beslissing die niet in overeenstemming is met de werkelijke medische situatie en capaciteiten. Dit brengt de cliënt in een moeilijke positie, zowel financieel
als emotioneel.

De klacht heeft ook betrekking op de hoofdarts over wie telefonisch is toegezegd, dat deze de cliënt zou beoordelen, maar in plaats daarvan nam deze hoofdarts blindelings het oordeel over zonder ook maar te kijken naar de situatie of contact op te nemen met de cliënt. Tevens is er misbruik gemaakt van de financiële situatie van de cliënt door degenen die zijn klacht in behandeling hebben genomen; er werd aangegeven dat als de cliënt het oordeel niet zou accepteren, de rechtbank (met alle kosten van dien) de volgende stap zou zijn terwijl de mogelijkheid voor het indienen van een klacht bij de commissie keer op keer werd overgeslagen als optie.

De cliënt verzoekt de commissie om zijn situatie opnieuw te beoordelen. Dit kan door:
1. Het laten uitvoeren van een nieuwe, onafhankelijke keuring door een andere arts.
2. Het volledig herzien van de genomen beslissing, met nadrukkelijke aandacht voor de
aangeleverde medische informatie die de cliënt mondeling mocht aangeven maar nooit naar is gevraagd.

Standpunt van verweerder

Voor het standpunt van verweerder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

De cliënt is gezien in het kader van de WIA voor een Einde Wachttijd (EWT) beoordeling door een primaire beoordelaar met verslaglegging per 12 juni 2023 met hierbij ook opgaaf van de beperkingen. Arbeidsdeskundig onderzoek nadien leidde tot de conclusie dat er sprake was van <35% arbeidsongeschiktheid en dat de cliënt hierdoor niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. De cliënt heeft bezwaar aangetekend tegen het primaire besluit. In het kader van het bezwaar vond een hoorzitting plaats waarbij cliënt ook medische informatie aanleverde. Hierbij vond een heroverweging plaats door een bezwaarverzekeringsarts met verslaglegging per 29 februari 2024. Er worden nog enkele beperkingen toegevoegd (traplopen en klimmen) aan de FML. Na ook arbeidskundig onderzoek bleek het arbeidsongeschiktheidspercentage ongewijzigd 0,00%. Het bezwaar is ongegrond verklaard. De cliënt is hier op 7 maart 2024 schriftelijk van op de hoogte gebracht middels een beslissing op bezwaar. Na de beslissing op bezwaar heeft klager nog enkele afbeeldingen van zijn voeten ingestuurd welke hij van belang achtte. Hierbij is specifiek door hem verzocht om deze door een andere arts dan de bezwaarverzekeringsarts te laten bekijken. Dit verzoek is ingewilligd. Een stafverzekeringsarts heeft de afbeeldingen bekeken en geoordeeld dat deze geen verdere consequenties hadden voor de beoordeling in bezwaar. Los van het inhoudelijke bezwaar heeft de cliënt nog een interne klacht ingediend bij UWV betreffende de beoordeling door de bezwaarverzekeringsarts. Hierbij is vanuit de klachtenambassadeur wat uitleg gegeven over de wijze van beoordelen en ook aangegeven dat de arts bereid was om opnieuw naar nog aanvullende medische gegevens te kijken welke de cliënt zou aanleveren.

Verweerder geeft aan dat het zeker niet de intentie van de bezwaarverzekeringsarts was om de cliënt het gevoel te geven dat er onvoldoende aandacht was voor zijn klachten. Medisch inhoudelijk wordt niet helemaal duidelijk welke medische gegevens ontbreken om de medische situatie in kaart te brengen.
Er heeft volgens de bezwaarverzekeringsarts een volledig onderzoek plaatsgevonden. Zij heeft getracht de ervaren klachten, het beloop inclusief behandelingen zo duidelijk mogelijk uit te vragen voor een adequate heroverweging. Daarnaast is lege artis een lichamelijk onderzoek verricht en zijn de medische gegevens die zijn aangeleverd doorgenomen. De bezwaarverzekeringsarts heeft vervolgens een volledige heroverweging geschreven waarbij alle voorliggende medische gegevens zijn meegewogen. Aanvullend is na de medische beoordeling, in het kader van de ingediende klacht, de cliënt in de gelegenheid gesteld om aanvullende medische informatie op te sturen daar hij aangaf dat hij niet alles heeft kunnen vertellen tijdens de hoorzitting en bij het lichamelijke onderzoek. Gezien het vertrouwen in de bezwaarverzekeringsarts was opgezegd door de cliënt, heeft de stafverzekeringsarts naar deze medische informatie gekeken. Zij is, zoals hierboven ook aangegeven, tot de slotsom gekomen dat deze informatie geen verdere consequenties had voor de beoordeling in bezwaar.

Er is conform de voor de beroepsgroep geldende richtlijnen, normen en waarden een volledig medisch onderzoek uitgevoerd en er heeft een volledige heroverweging plaatsgevonden waarbij alle voorliggende medische gegevens zijn gewogen. Dat het onderzoek slechts 5 minuten heeft geduurd, herkent de bezwaarverzekeringsarts niet. Zoals in het medisch onderzoeksverslag is genoteerd, is de duur van de afspraak met de cliënt circa 45 minuten geweest.

Beoordeling van de ontvankelijkheid

Op onderhavig geschil is het reglement van de commissie van toepassing. Ingevolge artikel 5 onder b van het reglement verklaart de commissie een cliënt ambtshalve niet ontvankelijk in zijn klacht indien zijn klacht een geschil betreft waarvoor de bezwaar- en beroepsprocedure conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt.

De klacht van de cliënt ziet op de door verweerder uitgevoerde keuring en het daaraan verbonden besluit van verweerder dat de cliënt niet voor een WIA-uitkering in aanmerking komt. De commissie stelt vast dat dit besluit van verweerder valt onder de werkingssfeer van de Algemene wet bestuursrecht, waarop de bezwaar- en beroepsprocedure van toepassing is. Tegen de door verweerder genomen beslissing op bezwaar stond beroep open. Hierom is de cliënt met verwijzing naar artikel 5 onder b van het reglement niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De cliënt wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie UWV, bestaande uit de heer mr. dr. B. Wallage, voorzitter, de heer dr. E. Khoe, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 5 september 2025.