Zorgaanbieder schiet tekort in begeleiding en veiligheid van cliënt

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Gehandicaptenzorg    Categorie: -    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 317969/524151

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een cliënt met een VG-05 indicatie verblijft sinds 2017 in een woonvoorziening van de zorgaanbieder, maar ontvangt onvoldoende passende zorg. De zorgaanbieder overschat zijn zelfredzaamheid, wat leidt tot problemen met zijn dag- en nachtritme, persoonlijke hygiëne en deelname aan dagbesteding. Ook ontbreekt een begeleidingsplan, waardoor de zorg niet eenduidig wordt uitgevoerd. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder tekortschiet en adviseert een begeleidingsplan op te stellen en de communicatie met de cliënt en zijn familie te verbeteren. Omdat de klacht gegrond is verklaard, moet de zorgaanbieder het klachtengeld van € 52,50 terugbetalen.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats] (hierna te noemen: de cliënt)

en

Stichting Philadelphia Zorg, gevestigd te Amersfoort
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Samenvatting
Sinds augustus 2017 verblijft cliënt, met een ZZP VG-05 indicatie, in een woonvoorziening van de zorgaanbieder, die niet passend is gelet op zijn niveau van functioneren. De klacht betreft het tekortschieten van passende zorg aan cliënt door de zorgaanbieder. Hoewel de zorgaanbieder probeert zo goed mogelijk zorg aan cliënt te verlenen, is de commissie – gelet op de inhoud van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting – van oordeel dat de zorgaanbieder hierin tekortschiet. Cliënt heeft de sociaal emotionele leeftijd van 3 jaar en de verstandelijk vermogens van een kind van 5 tot 10 jaar. Van hem kan dan ook niet een grote mate van zelfstandigheid worden verlangd. Dit betekent dat de zorgaanbieder meer alert moet zijn op zijn dag- en nachtritme, meer aandacht moet geven aan zijn persoonlijke hygiëne en ervoor moet zorgen dat cliënt meedoet aan de dagbesteding. Daarbij weegt voor de commissie zwaar dat er geen begeleidingsplan aanwezig is waarop de medewerkers kunnen terugvallen. Hierdoor bestaat het risico dat het team voor wat betreft de zorg van cliënt niet op één lijn zit en de zelfredzaamheid van cliënt overschat wordt.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd cliënt vertegenwoordigd door [naam], moeder, [naam], vader (digitaal) en [naam], broer.

Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam], [naam], locatiemanager, [naam], gedragskundige.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 november 2024 te Utrecht.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling

Het geschil betreft de kwaliteit van de zorgverlening aan cliënt.

Op grond van de zorgovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.

De commissie zal de klachten van klager beoordelen in het licht van het hierboven geschetste toetsingskader.

Standpunt klager
Voor het standpunt van klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Sinds augustus 2017 verblijft cliënt in een voorziening van de zorgaanbieder. Bij aanvang zijn clients zorgbehoeften duidelijk gecommuniceerd, waarop de zorgaanbieder heeft toegezegd passende zorg te bieden. In de praktijk blijkt dat de zorgaanbieder tekortschiet in het handhaven van clients persoonlijke hygiëne en het schoonhouden van zijn appartement. Daarnaast vertoont de zorgaanbieder een gebrek aan adequaat handelen bij medische problemen, wordt cliënt regelmatig onbeheerd buiten aangetroffen, zelfs ’s nachts, en wordt er geen adequate inspanning geleverd om hem op tijd gereed te maken voor het activiteitencentrum. Zijn dag/ nachtritme is volledig verstoord. De zorgaanbieder is onvoldoende/niet in staat gebleken passende zorgafspraken te maken, waardoor hij tekortschiet in het waarborgen van clients gezondheid, veiligheid en welzijn. Klager mocht geen inzage krijgen in het patiëntendossier, omdat de client zich volgens de zorgaanbieder beriep op de privacywet. Tevens zijn er geen gespreksverslagen opgemaakt. Klager heeft sinds kort wel inzage in het dossier gekregen, daar de zorgaanbieder erkent dat hij niet juist gehandeld heeft.

Ter zitting heeft klager aangevoerd dat de belangrijkste eis is dat cliënt de zorg krijgt die hij, gelet op zijn niveau, nodig heeft en dat de zorgaanbieder hem een veilige omgeving biedt. De zorgaanbieder overschat de zelfredzaamheid van cliënt en geeft hem te veel vrijheid. Het gevolg is dat de cliënt zijn tanden niet poetst en zichzelf regelmatig bevuilt. Cliënt gaat ’s nachts ronddwalen en is al meerdere malen door de politie teruggebracht naar de instelling. Zijn veiligheid is op dit moment niet gewaarborgd.

Standpunt van de zorgaanbieder
De zorgaanbieder herkent zich niet in de klacht dat de begeleiders moeilijkheden ervaren omdat ze aan cliënt, in tegenstelling tot andere bewoners met een lager zorgzwaarte pakket, meer zorg moeten verlenen. Wel is op 10 oktober 2023 met mentoren besproken dat in het belang van cliënt en om gezondheidsredenen meer nabijheid van begeleiders nodig is, die op de huidige locatie niet geboden kan worden. Klager heeft [derde partij] gevraagd om te ondersteunen in de zoektocht naar een passende woonplek. Het woonprofiel zoals opgesteld door de zorgaanbieder past niet bij de wens van klager, waardoor klager en [derde partij] een nieuw woonprofiel hebben opgesteld. Vanwege de wensen van klager – wonen in de wijk, werkzaam blijven bij [andere zorgaanbieder] in [stad] en wonen op maximaal een half uur fietsafstand van klager (stad) en een appartement met eigen sanitair – is het moeilijk om woonruimte voor hem te vinden.

De zorgaanbieder deelt de zorgen van klager. Cliënt is altijd op zoek naar eten, met name in de avond. Er is geëxperimenteerd met een beveiligingssysteem dat moest signaleren wanneer cliënt in de avond naar buiten gaat. Cliënt heeft dit systeem echter onklaar gemaakt. Er wordt nu gezocht naar een ander systeem. De zorgaanbieder is terughoudend met het geven van onvrijwillige zorg, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen mondzorg.

Overwegingen commissie
Cliënt is in 2017 in de woonlocatie van de zorgaanbieder geplaatst. De zorgaanbieder heeft ter zitting aangegeven niet meer te kunnen achterhalen waarom cliënt met deze zorgzwaarte-indicatie, VG-05, hier is geplaatst. Vooraf was al bekend dat cliënt veel begeleiding nodig had (sociaal emotioneel 3 jaar, cognitief 5 tot 10 jaar en niveau dagelijkse activiteiten 4 tot 8 jaar). De zorgaanbieder heeft aangegeven dat de zorg van cliënt in de eerste jaren goed is gegaan. Er waren klachten van de mentoren, maar die werden in goed overleg opgelost. Sinds de nieuwe visie van de zorgaanbieder en de wet Zorg en Dwang loopt de zorgaanbieder echter steeds meer tegen zijn grenzen aan en is gezien de zorgzwaarte-indicatie van cliënt, de locatie waar hij thans verblijft voor cliënt niet meer passend. Hoewel al in oktober 2023 is vastgesteld dat een passende locatie voor cliënt moest worden gevonden, heeft het nog tot april 2024 geduurd voordat een zorgprofiel van cliënt is aangemaakt en hij op de wachtlijst is gezet van het Zorgkantoor voor een andere woonruimte. De zorgaanbieder kon desgevraagd geen inhoudelijke reden aangeven waarom dit zo lang geduurd heeft.

Klager heeft de commissie verzocht om maatregelen te nemen om de zorg van cliënt te verbeteren. De commissie is echter gehouden aan haar reglement. Op grond hiervan kan de commissie de maatregelen, die klager voor ogen heeft, namelijk toezien op een verbetering van de zorg, niet opleggen.

De commissie heeft vastgesteld dat de beleidsvisie van de zorgaanbieder in de loop der jaren is aangepast en het beleid er thans op is gericht een cliënt meer ruimte te geven binnen de kaders van zijn zorgzwaarteprofiel. De zorgaanbieder is terughoudend met het aanbieden van gedwongen zorg, zoals het gedwongen tandenpoetsen.

Hoewel de zorgaanbieder heeft aangegeven te trachten zo goed mogelijke zorg aan cliënt te verlenen, is de commissie – gelet op de inhoud van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting – van oordeel dat de zorgaanbieder hierin tekortschiet. Cliënt heeft de sociaal emotionele vermogens van 3 jaar en de verstandelijk vermogens van een kind van 5 tot 10 jaar. Van hem kan dan ook niet een grote mate van zelfstandigheid worden verlangd. Dit betekent dat de zorgaanbieder meer alert moet zijn op zijn dag- en nachtritme, meer aandacht moet geven aan zijn persoonlijke hygiëne en moet zorgen dat cliënt meedoet aan de dagbesteding. Nu spookt cliënt ’s nachts rond in en rond de woning, is zijn veiligheid in het geding en schort het aan persoonlijke hygiëne. Binnen de kaders van de Wet Zorg en dwang kan een zorgaanbieder maatregelen nemen waarbij de veiligheid van cliënt en zijn lichamelijk welzijn voorop staan. De zorgaanbieder heeft deze mogelijkheden niet dan wel onvoldoende benut. Daarbij overweegt de commissie dat er geen begeleidingsplan aanwezig is waarop de medewerkers kunnen terugvallen. Hierdoor bestaat het risico dat het team voor wat betreft de zorg van cliënt niet op één lijn zit en cliënt, mede gezien de locatie waarop hij thans verblijft omgeven door cliënten met een lichtere zorgzwaarte-indicatie, overschat wordt.

De commissie begrijpt dat partijen zich thans richten op het vinden van passende woonruimte voor cliënt. Gelet op de wensen van klager is dit een lastige zoektocht, waardoor cliënt voorlopig nog op de locatie woonachtig zal zijn. Dit betekent dat de zorgaanbieder zijn zorgverlening dient aan te passen aan de zorgvragen van cliënt. De commissie geeft de zorgaanbieder in overweging om voor cliënt een begeleidingsplan te maken, waarin de medewerkers worden geïnstrueerd om de begeleidingsstijl aan te passen aan het niveau van cliënt. Voorts is het voor cliënt van groot belang dat de onderlinge communicatie tussen partijen verbetert, zodat er een afstemming kan plaatsvinden over de zorgverlening aan cliënt en proactief kan worden gehandeld wanneer er problemen ontstaan. Dat maakt het gemakkelijker om tot een gezamenlijke oplossing te komen.

Met inachtneming van hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen, zal de klacht van klager gegrond worden verklaard.

Nu de klacht van cliënt gegrond wordt verklaard, zal de commissie, onder verwijzing naar artikel 21 van het reglement, de zorgaanbieder tevens veroordelen tot vergoeding aan cliënt van het door hem betaalde klachtengeld, zijnde een bedrag van € 52,50.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Beslissing

De commissie:
– verklaart de klacht gegrond;

– bepaalt dat de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 52,50 dient te vergoeden aan klager ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM, de heer H.A. van Dam, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 1 november 2024.