Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: zorgverlening/ schadevergoeding
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
226407/385848
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak?
Volgens de cliënt is hij geopereerd terwijl dat onnodig was. De pijnklachten zijn na de operatie nog altijd aanwezig. De chirurg heeft bovendien een nier willen stelen. De klachten zijn ongegrond. Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt naar het oordeel van de commissie dat de liesbreukoperatie leges artes is uitgevoerd. Dat de chirurg tijdens de operatie alleen een breukpoort aan de rechterzijde heeft geconstateerd en toch aan beide zijden een matje heeft aangebracht valt te billijken. De chirurg heeft ermee beoogd de pijnklachten van de cliënt weg te nemen. Helaas is dat niet gelukt. Dat de chirurg de nier van de cliënt heeft willen stelen, is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat bij de zorgaanbieder sprake was van racisme. De gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.
De uitspraak
In het geschil tussen
de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
HagaZiekenhuis, gevestigd te ‘s-Gravenhage
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
Volgens de cliënt is hij geopereerd terwijl dat onnodig was. De pijnklachten zijn na de operatie nog altijd aanwezig. De chirurg heeft bovendien een nier willen stelen. De klachten zijn ongegrond. Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt naar het oordeel van de commissie dat de liesbreukoperatie leges artes is uitgevoerd. Dat de chirurg tijdens de operatie alleen een breukpoort aan de rechterzijde heeft geconstateerd en toch aan beide zijden een matje heeft aangebracht valt te billijken. De chirurg heeft ermee beoogd de pijnklachten van de cliënt weg te nemen. Helaas is dat niet gelukt. Dat de chirurg de nier van de cliënt heeft willen stelen, is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat bij de zorgaanbieder sprake was van racisme. De gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 juli 2024 te Utrecht.
De consument heeft ter zitting in persoon zijn standpunt toegelicht. Namens de ondernemer zijn verschenen dr. [naam] en dr. [naam], beide chirurg, bijgestaan door mr. [naam]. Zij hebben het standpunt van de zorgaanbieder toegelicht.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
Onderwerp van het geschil
De cliënt stelt dat hij onnodig is geopereerd, dat de chirurg zijn nier wilde wegnemen en dat hij ook na de operatie pijnklachten heeft.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. Het standpunt van de cliënt luidt samengevat en in de kern als volgt.
De cliënt heeft op 20 februari 2023 een operatie ondergaan aan een liesbreuk. Achteraf bleek dat er geen sprake was van een liesbreuk. De cliënt heeft dus onnodig een operatie ondergaan. Daarnaast wilde de chirurg de nier van de cliënt stelen. De chirurg heeft strafbare feiten gepleegd. Ook zijn de mensenrechten van de cliënt geschonden en is hij gediscrimineerd.
De pijnklachten zijn na de operatie toegenomen. Ook lijdt de cliënt mentale schade door het handelen van de chirurg. De cliënt is in alles beperkt. Hij kan niet werken, niet goed lopen, niet lang zitten en niet fietsen.
De cliënt verlangt een schadevergoeding van € 25.000,–.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, met name het verweer van 13 juni 2024 van de zorgaanbieder. Het standpunt van de zorgaanbieder luidt samengevat en in de kern als volgt.
De behandelend chirurg heeft medisch inhoudelijk zorgvuldig gehandeld conform de professionele standaard. Bij de cliënt is adequaat de anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek verricht. Daarna heeft beeldvorming plaatsgevonden waaruit bleek dat aan beide zijden sprake was van een liesbreuk. Er kwam geen andere verklaring voor de klachten naar voren. De Physician Assistent heeft haar overwegingen met de cliënt besproken en hij kon zich hierin vinden.
Er is voldoende tijd voor het consult uitgetrokken en de cliënt is bij de besluitvorming voorafgaand aan de operatie betrokken. Met de cliënt is besproken dat hij mogelijk pijn zou blijven houden. De cliënt wilde absoluut geopereerd worden. De cliënt is mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de complicaties en heeft een folder ‘liesbreukoperatie’ meegekregen.
Tijdens de operatie was tot verrassing van de chirurg een kleine breukpoort rechts aanwezig zonder dat het peritoneum uit de breukpoort gehaald moest worden. Het peritoneum lag op de normale plek. Links was geen breukpoort aanwezig en lag het peritoneum ook op de normale plek. Omdat de chirurg dit pas tijdens de operatie ontdekte, kon hij niet anders dan naar bevind van zaken, in het belang van de cliënt handelen. Daarom heeft de chirurg twee matjes geplaatst in de verwachting dat de pijn zou verminderen en in de toekomst geen nieuwe hinder zou optreden. Helaas bleef de cliënt pijn houden. De chirurg heeft zich vervolgens ingespannen om adequate nazorg voor de cliënt te organiseren.
De chirurg heeft ruim twee weken na de operatie op de polikliniek met de cliënt een plan gemaakt ten aanzien van de pijnklachten in de liezen die ondanks de operatie zijn blijven bestaan. Hij heeft hem verwezen naar de pijnpoli en voor hem een CT-scan op een later tijdstip (drie maanden) afgesproken. Op de pijnpoli zijn verschillende behandelingen uitgevoerd en voorgesteld. Deze hebben de pijn helaas niet kunnen verhelpen.
De zorgaanbieder kan de klachten over racisme op de klachtenafdeling en de ziekenhuisadministratie niet plaatsen. De cliënt heeft de klachten niet toegelicht, zodat het ziekenhuis hier ook niet concreet op kan reageren. Dat geldt ook voor het strafbare feit dat de chirurg zou hebben begaan en voor de beschuldiging dat de chirurg een nier zou willen stelen.
Voorafgaand aan een te maken CT-scan met contrast wordt de nierfunctie bepaald. Hiervoor is afname van serum kreatinine nodig. Daarom heeft de chirurg een kreatininebepaling had aangevraagd. Dat heeft niets te maken met het willen stelen van een nier.
De chirurg vindt het heel vervelend voor de cliënt dat hij pijnklachten heeft gehouden en dat de operatie niet heeft geholpen de pijnklachten weg te nemen of te verminderen. Daarnaast betreurt de zorgaanbieder het feit dat de niet goed behandelbare pijnklachten zo’n lange nasleep voor hem hebben zowel op lichamelijk als ook op emotioneel vlak. Van een tekortkoming in het medisch handelen van de chirurg of dat van een andere medewerker van de zorgaanbieder is echter geen sprake geweest.
Onvoldoende is gesteld en gebleken dat de cliënt schade heeft opgelopen door het handelen of nalaten van de chirurg of een andere medewerker van de zorgaanbieder. Voor aanspraak op schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst en dat er een causaal verband is tussen deze tekortkoming en de schade die is geleden. Daartoe is door de cliënt onvoldoende gesteld.
Beoordeling van het geschil
De klacht komt er in de kern op neer dat de cliënt een onnodige operatie heeft ondergaan, dat de chirurg een nier heeft willen stellen en dat de pijnklachten na de operatie zijn toegenomen.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt het volgende. De cliënt is met pijnklachten bij de zorgaanbieder gezien. Er is een anamnese afgenomen en er heeft lichamelijk onderzoek plaatsgevonden. Daarna heeft beeldvorming plaatsgevonden waaruit bleek dat aan beide zijden sprake was van een liesbreuk. Met de voorgestelde liesbreukoperatie heeft de cliënt ingestemd. Hij is vooraf geïnformeerd over de complicaties die bij een dergelijke operatie kunnen optreden.
Tijdens de operatie heeft de chirurg aan de rechterzijde een breukpoort gezien. Het peritoneum lag op de normale plek. Aan de linkerzijde was geen breukpoort te zien en ook daar lag het peritoneum op de normale plek.
De commissie begrijpt dat de chirurg toch is overgaan tot het aanbrengen van matjes aan beide zijden in de hoop dat de pijnklachten daardoor zouden verdwijnen en omdat door de operatie littekenvorming zou plaatsvinden waardoor een operatie in de toekomst aan een liesbreuk bemoeilijkt zou worden. Dit komt de commissie niet onjuist voor. Naar het oordeel is de operatie lege artis uitgevoerd: er was immers een indicatie voor een liesbreuk aan beide zijden. Van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de behandelovereenkomst is geen sprake.
Toen cliënt na de operatie pijnklachten bleef houden, is de cliënt naar de pijnpoli verwezen en is een CT-scan aangevraagd. Bij een dergelijke CT-scan wordt contrastvloeistof gebruikt waarbij voorafgaande aan de scan een kreatininebepaling dient plaats te vinden om de nierfunctie te controleren. Aanvankelijk kon de chirurg zich niet meer herinneren een kreatininebepaling te hebben aangevraagd, maar na onderzoek blijkt dat een dergelijke bepaling automatisch wordt aangevraagd voorafgaand aan het maken van een CT-scan. Wellicht dat de cliënt door de aanvraag van een kreatininebepaling het idee heeft gekregen dat de chirurg zijn nier wilde stelen. De cliënt heeft nog niet het begin van bewijs geleverd van zijn stelling dat de chirurg zijn nier wilde stelen.
Dat de cliënt na de operatie pijn is blijven houden is heel ongelukkig maar valt de zorgaanbieder niet te verwijten. Voorafgaand aan de operatie is de cliënt uitgelegd dat de kans bestond dat hij ook na de operatie pijn zou blijven houden. Helaas is dat bij de cliënt ook gebeurd.
De cliënt heeft zijn stelling dat op de klachtenafdeling en de ziekenhuisadministratie sprake was van racisme niet onderbouwd, zodat daaraan wordt voorbijgegaan.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klachten ongegrond zijn. De verlangde schadevergoeding wordt daarom afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klachten ongegrond;
– wijst de verlangde schadevergoeding af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer prof. dr. J.A. van der Hage, mevrouw mr. I. van den Hoven – van Vogelpoel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 12 juli 2024.