Pijn en last na knieoperatie niet te wijten aan chirurg

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: bejegening/ zorgverlening    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 231346/256525

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënte is van mening dat de totale knieprothese operatie op 2 juni 2021 niet goed (lege artis) is uitgevoerd. Er is een te grote prothese gebruikt en er zijn stukjes cement achtergebleven. De operatie is naar het oordeel van de commissie wel lege artis uitgevoerd. De klacht is ongegrond en de verlangde schadevergoeding wordt afgewezen.

Voorafgaand aan de operatie is een MRI-scan gemaakt. Op basis daarvan is de grote van de prothese gekozen. Bij het plaatsen van de knieprothese wordt gebruikt gemaakt van cement. Het kan soms voorkomen dat er achter in de knie cement restjes achterblijven waar de chirurg niet goed bij kan komen, maar dit leidt niet tot complicaties.

De commissie betreurt het dat de cliënte na de operatie zoveel pijn is blijven houden en zich complicaties hebben voorgedaan maar dit kan verweerder niet verweten worden.

De uitspraak

In het geschil tussen

mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)

en

St. Anna Zorggroep, gevestigd te Geldrop
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Samenvatting
De cliënte is van mening dat de totale knieprothese operatie op 2 juni 2021 niet goed (lege artis) is uitgevoerd. Er is een te grote prothese gebruikt en er zijn stukjes cement achtergebleven. De operatie is naar het oordeel van de commissie wel lege artis uitgevoerd. De klacht is ongegrond en de verlangde schadevergoeding wordt afgewezen.

Voorafgaand aan de operatie is een MRI-scan gemaakt. Op basis daarvan is de grote van de prothese gekozen. Bij het plaatsen van de knieprothese wordt gebruikt gemaakt van cement. Het kan soms voorkomen dat er achter in de knie cement restjes achterblijven waar de chirurg niet goed bij kan komen, maar dit leidt niet tot complicaties.

De commissie betreurt het dat de cliënte na de operatie zoveel pijn is blijven houden en zich complicaties hebben voorgedaan maar dit kan verweerder niet verweten worden.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 juli 2024 te Utrecht.

De consument heeft ter zitting in persoon haar standpunt toegelicht. Zij werd bijgestaan door haar gemachtigde mr. [naam]. Namens de zorgaanbieder is (digitaal) verschenen dr. [naam], orthopeed, die het standpunt van de zorgaanbieder heeft toegelicht. De zorgaanbieder werd bijgestaan door de gemachtigde, mr. [naam].

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling

Onderwerp van het geschil
De cliënte is van mening dat de totale knieprothese operatie op 2 juni 2021 niet goed is uitgevoerd. Er is volgens haar een te grote prothese gebruikt en zijn stukjes cement achtergebleven.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. Het standpunt van de cliënte luidt samengevat en in de kern als volgt.

Op 2 juni 2021 is de cliënte door de zorgaanbieder geopereerd. De chirurg heeft een totale knieprothese links uitgevoerd. De operatie is niet naar tevredenheid verlopen aangezien de cliënte veel pijnklachten hield en haar knie onstabiel was.

Er is een second opinion uitgevoerd en daarna is de cliënte verwezen naar een andere zorgaanbieder die wederom een second opinion heeft uitgevoerd. Daarna is de cliënte opnieuw geopereerd.

De cliënte meent dat er op 2 juni 2021 een onjuiste knieprothese is geplaatst. Deze was oversized. Daarnaast waren er ‘losse fragmenten’ aanwezig in de knie. Dat hoort niet. De cliënte heeft twee jaar na de operatie nog altijd last van de knie en is nog altijd aan het revalideren.

Dat de maatvoering van de prothese onjuist was, wordt bevestigd doordat er een revisie operatie heeft moeten plaatsvinden waarbij de kniekap (femur component) is vervangen door een beter passende uitvoering (met insertwissel).

Er moet verder onderzoek worden gedaan; er zijn te weinig medische gegevens bekend.

Er is sprake van een medische fout en de cliënte lijdt daardoor schade zoals medicatie, fysiotherapie en kosten van een hondenuitlaatservice. Daarnaast is sprake van omzetderving. De cliënte verlangt een schadevergoeding van € 25.000,–.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, met name het verweer van 30 juni 2024 van de zorgaanbieder. Het standpunt van de zorgaanbieder luidt samengevat en in de kern als volgt.

Op 23 juni 2020 is de cliënte op de polikliniek orthopedie gezien. Zij gaf aan (progressieve) pijn te hebben in de linkerknie. Er is een conservatief beleid ingezet met intra-articulaire infiltratie en fysiotherapie. Dit had niet het gewenste effect. Op 14 oktober 2020 vond een arthoscopie (kijkoperatie) van de knie plaats. Daar werd gezien dat sprake was van een graad 4 gonatrose (knieartrose) mediaal, gr 3 gonartrose lateraal en patellofemoraal (kraakbeen achter de knieschrijf). In de periode hierna werden de aanhoudende klachten door middel van infiltraties gepoogd conservatief te behandelen. Op 12 januari 2021 gaf de cliënte aan dat het toegepaste conservatieve beleid in haar ogen heeft gefaald. Zij gaf aan een totale knieprothese (links) te willen. Tijdens dit consult is uitleg en advies gegeven over de aard en uit te voeren ingreep, de kans op complicaties en over de verwachting en omgang met klachten. De cliënte gaf aan de informatie te begrijpen en ging akkoord met de ingreep.

Op 2 juni 2021 vond een MRI-scan plaats als voorbereiding op de operatie. Op basis van de MRI-scan worden de operatiemallen gemaakt die nodig zijn voor de patiënt specifieke instrumentatie (PSI) ondersteunde plaatsing van de totale knieprothese. Vervolgens is de totale knieprothese geplaatst. In het verslag van de radioloog wordt vermeld dat de knie op basis van de postoperatieve foto goed is en dat er geen complicaties zijn.

In de periode na de operatie is de cliënte meermaals teruggezien voor nacontrole of naar aanleiding van ontstane complicaties. Het herstel na de operatie verloopt moeizaam. Op 8 november 2021 is de cliënte verwezen voor een second opinion die op 22 november 2021 plaatsvond.

Het traject van de totale knieprothese is uitgevoerd volgens de daarvoor geldende professionele standaarden en werkwijze. De operatie is lege artes uitgevoerd. De zorgaanbieder betreurt het dat de cliënte een lastig herstelproces ondergaat, maar is van mening dat de pijnklachten en complicaties die tijdens het herstelproces zijn ontstaan, niet voortkomen uit een verwijtbare fout of een tekortkoming in de kwaliteit van zorg, maar samenhangen met de aarde van de (complexe) procedure van een totale knieprothese en de specifieke omstandigheden van de cliënte.

De zorgaanbieder legt verder uit dat zij van mening is dat het handelen medisch zorgvuldig is geweest. De femur component is op basis van preoperatieve metingen geplaatst. Dit zijn conventionele standaardmaten die soms iets oversized kunnen zijn. De vraag is of een oversized kap (femur component) de oorzaak is van de pijnklachten als gevolg van de geplaatste knieprothese. Na de operatie zijn meerdere complicaties ontstaan die allen bijdroegen aan pijnklachten en het verdere herstel hebben vertraagd.
Dat de zorgaanbieder zorgvuldig heeft behandeld wordt bevestigd door de orthopedisch chirurg die de second opinion uitvoerde. Hij schrijft in een brief aan de huisarts dat de pijnklachten niet eenduidig zijn te relateren aan technische aspecten van de totale knieprothese. Eenzelfde conclusie volgt uit de second opinion die is uitgevoerd bij een andere zorgaanbieder.

Cementresten rond een totale knieprothese is geen complicatie, maar het gevolg van een standaard toegepaste techniek, waarbij soms een randje cement achterblijft in de knie.

De zorgaanbieder heeft na de plaatsing van de totale knieprothese uitgebreide nazorg geleverd om tot een goed eindresultaat te komen. De cliënte is actief betrokken bij het nemen van (vervolg) stappen in het herstelproces.

De pijnklachten die de cliënte aanvoert zijn bekende complicaties en risico’s die samenhangen met de ingreep van een totale knieprothese. Van een onjuiste uitvoering van de ingreep is geen sprake.

Mocht de commissie wel van oordeel zijn dat de operatie niet lege artis is uitgevoerd dan stelt verweerder zich op het standpunt dat de cliënte niet heeft aangetoond dat de door haar gestelde schade in causaal verband staat tot het handelen van de zorgaanbieder. Zij heeft de schade ook niet onderbouwd.

De klacht is ongegrond en de verlangde schadevergoeding moet daarom worden afgewezen, aldus verweerder.

Beoordeling van het geschil
Kern van de klacht is dat de operatie uitgevoerd op 2 juni 2021 waarbij een totale knieprothese links is geplaatst, niet goed is uitgevoerd.

Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is aangevoerd blijkt het navolgende. De cliënte is door de huisarts verwezen naar de verweerder in verband met progressieve pijnklachten aan de linkerknie. Zij is op de polikliniek orthopedie gezien. Aanvankelijk is conservatief beleid ingezet, maar dit gaf niet het gewenste resultaat. Op 12 januari 2021 gaf de cliënte aan een totale knieprothese links te willen en tijdens het consult is uitleg en advies gegeven over de aard en uit te voeren ingreep, de kans op complicaties, de verwachting en omgang met klachten. De cliënte heeft met de operatie ingestemd; er was sprake van informed consent.

Voorafgaand aan de operatie is een MRI-scan gemaakt. Op basis daarvan is de grote van de prothese gekozen. Bij het plaatsen van de knieprothese is gebruikt gemaakt van cement. De losse stukjes cement zijn weggehaald en daarna is het operatiegebied gespoeld. Het komt voor dat er daarna nog een stukje cement achter in de knie achterblijft en dit is niet te voorkomen. Normaliter leidt dit ook niet tot complicaties. Ter zitting is nog besproken dat de patella tijdens de operatie niet is vervangen, maar dat is geen standaard onderdeel van een dergelijke operatie en behoeft daarom geen verdere bespreking.

Op basis van het dossier en de toelichting die door de chirurg is gegeven tijdens de zitting, constateert de commissie dat de totale knieprothese operatie lege artis is uitgevoerd. Van een tekortkoming in de nakoming van de behandelovereenkomst is geen sprake. Dat in een latere instantie de insert en patella zijn vervangen, maakt niet dat de operatie op 2 juni 2021 niet goed is uitgevoerd. De commissie betreurt het dat de cliënte na de operatie zoveel pijn is blijven houden en complicaties hebben voorgedaan, maar komt tot het oordeel dat dit verweerder niet valt te verwijten.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. De gevorderde schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst de verlangde schadevergoeding af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer prof. dr. B.J. van Royen, mevrouw mr. I. van den Hoven – van Vogelpoel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 12 juli 2024.