Commissie: Gehandicaptenzorg
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring
Uitkomst: onbevoegd
Referentiecode:
239681/314768
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Klager heeft zijn zoon in mei 2023 aangemeld bij de zorgaanbieder. In augustus 2023 heeft klager van de zorgaanbieder vernomen dat zijn zoon niet geplaatst zal worden bij de zorgaanbieder. Klager is van mening dat de zorgaanbieder hiertoe geen gegronde redenen heeft. De commissie verklaart zich onbevoegd de klacht te behandelen, nu partijen niet zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.
De uitspraak
In het geschil tussen
de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting De Haardstee, gevestigd te Leiden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
Klager heeft zijn zoon in mei 2023 aangemeld bij de zorgaanbieder. In augustus 2023 heeft klager van de zorgaanbieder vernomen dat zijn zoon niet geplaatst zal worden bij de zorgaanbieder. Klager is van mening dat de zorgaanbieder hiertoe geen gegronde redenen heeft. De commissie verklaart zich onbevoegd de klacht te behandelen, nu partijen niet zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 mei 2024 te Utrecht.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
In het reglement van de geschillencommissie Gehandicaptenzorg is in artikel 4 bepaald dat de commissie bevoegd is een aanhangig gemaakt geschil te behandelen, indien partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen. Tussen partijen is geen behandelingsovereenkomst tot stand gekomen waarin dit is overeengekomen en ook anderszins is de commissie niet gebleken dat partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.
Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer ir. N. Bomer, mevrouw mr. O.A.M. Floris, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 30 mei 2024.