Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: bejegening/ onzorgvuldigheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
239111/365857
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De zorgaanbieder heeft bij cliënte bloed afgenomen. Na de bloedafname is een groot hematoom op haar arm ontstaan. Cliënte vermoedt dat er een verkeerde naald is gebruikt. De commissie is van oordeel dat dit hematoom een complicatie is die af en toe voorkomt, en niet te wijten is aan het handelen van de zorgaanbieder. Dat een verkeerde naald zou zijn gebruikt, acht de commissie hoogst onwaarschijnlijk. De klacht is ongegrond en de vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Atalmedial B.V., gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
De zorgaanbieder heeft bij cliënte bloed afgenomen. Na de bloedafname is een groot hematoom op haar arm ontstaan. Cliënte vermoedt dat er een verkeerde naald is gebruikt. De commissie is van oordeel dat dit hematoom een complicatie is die af en toe voorkomt, en niet te wijten is aan het handelen van de zorgaanbieder. Dat een verkeerde naald zou zijn gebruikt, acht de commissie hoogst onwaarschijnlijk. De klacht is ongegrond en de vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 17 juli 2024 te Den Haag.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder heeft gehandeld, zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben gehandeld. Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en de cliënt moet daarvan nadeel hebben ondervonden.
Standpunt cliënte
Op 20 oktober 2022 is er bij cliënte bloed afgenomen bij een Rode Kruispost door een medewerkster van de zorgaanbieder. Vlak voordat zij ging prikken, viel het cliënte op dat de naald er erg grof uitzag en dat de kleur koperkleurig was. Dit bevreemdde cliënte, omdat de naald er anders uitzag dan de naalden die in het ziekenhuis worden gebruikt. Toen de naald erin ging voelde cliënte weinig, maar op een gegeven moment deed het flink pijn. Cliënte heeft dit niet aan de medewerkster kenbaar gemaakt. Een paar uur later was de arm van cliënte op de plek van het prikken erg opgezwollen en pijnlijk, vervolgens ontstond een blauwe plek die zich uitbreidde over bijna haar hele arm. Mensen, vrienden, kennissen van cliënte beaamden dat dit niet een normaal verschijnsel was na het bloed prikken. Na zo’n drie weken trok de blauwe plek weer weg, maar zij bleef last houden van haar arm: kon er ‘s nachts soms niet van slapen, kreeg geregeld last van tintelingen in haar vingers en zenuwpijn vanaf haar elleboog. Tot op de dag van vandaag blijven de zenuwpijn en de tintelingen aanhouden. Zij heeft verschillende therapieën gekregen om de pijn te bestrijden echter zonder resultaat. Haar fysiotherapeut heeft geconstateerd dat er littekenweefsel is ontstaan en dat zij hier naar alle waarschijnlijkheid last van zal blijven houden. Cliënte vordert vanwege dit ongemak en de kosten die zij voor de pijnbestrijding heeft gemaakt een schadevergoeding van € 9.000,-.
Standpunt zorgaanbieder
De klacht van cliënte is onderzocht door de teamleider van de locatie waar zij is geprikt. Omdat er inmiddels lange tijd is verstreken, is het voor de medewerker lastiger om zich deze situatie nog precies te herinneren. Cliënte heeft opgemerkt dat er koperkleurige naalden werden gebruikt. De zorgaanbieder maakt gebruik van korte dunne steriele naalden die ook door diverse zorginstellingen worden gebruikt. Deze zijn niet koperkleurig en grof. De zorgaanbieder voert de venapunctie (bloedafname) uit volgens de daarvoor geldende richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Klinisch Chemici (NVKC), met bevoegd en bekwaam personeel. Deze medewerkers zijn deskundig en getraind en houden deze deskundigheid periodiek bij door benodigde her-trainingen. Op deze manier wordt de kans op complicaties beperkt tot een minimum. Dit kan echter helaas niet voorkomen dat soms uitzonderlijke complicaties optreden bij een bloedafname. Deze complicaties zijn inherent aan de voorbehouden handeling. Na het prikken, kan het voorkomen dat er een blauwe plek, bult en/of pijn ontstaat. Deze symptomen zijn niet altijd te vermijden, ook niet bij heel ervaren prikkers. Het is gebruikelijk dat deze klachten binnen een week tot tien dagen weer over gaan zonder enige restverschijnselen. De zorgaanbieder zal de eventuele gevolgen van een dergelijke complicatie dan ook niet voor haar rekening nemen.
Overweging van de commissie
De commissie heeft vastgesteld dat bij cliënte op 20 oktober 2022 bloed is geprikt waarbij twee buisjes bloed zijn afgenomen. Tijdens het prikken heeft cliënte niet aan de medewerkster kenbaar gemaakt dat zij last had van de prik. De klachten kwamen pas de volgende dag. Uit het door cliënte overgelegde beeldmateriaal blijkt dat zij na het prikken een hematoom op haar arm heeft gekregen. Cliënte stelt dat bij het prikken een koperkleurige, grove naald is gebruikt en dat er bij de bloedafname verkeerd is geprikt.
De commissie overweegt in de eerste plaats dat het onaannemelijk is dat bij de bloedafname een grove, koperkleurige naald zou zijn gebruikt. De commissie is ambtshalve bekend dat deze naalden nooit bij een bloedafname worden gebruikt. Daarnaast kan de commissie niet uit het dossier vaststellen dat er een andere naald is gebruikt dan de gebruikelijke zoals die door de zorgaanbieder is omschreven. Voorts kan de commissie niet vaststellen dat er tijdens de bloedafname verkeerd zou zijn geprikt. Daarbij merkt de commissie op dat cliënte tijdens de bloedafname ook niet aan de medewerkster kenbaar heeft gemaakt dat zij last had van de prik.
De commissie is ambtshalve bekend dat er na een bloedafname een hematoom kan ontstaan. Dat is een complicatie die niet kan worden voorkomen. De commissie komt tot het oordeel dat de zorgaanbieder heeft gehandeld, zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende hulpverlener in dezelfde situatie mag worden verwacht en zal om die reden de klacht ongegrond verklaren. Voor aanspraak op een schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst. Van een toerekenbare tekortkoming is hier echter geen sprake zodat de vordering tot schadevergoeding dient te worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de gevorderde schadevergoeding af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer R. Simons, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 17 juli 2024.