Klacht over complicatie bij ooglidcorrectie en aansprakelijkheid zorgaanbieder

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Zelfstandige Klinieken    Categorie: -    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 369975/502767

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een cliënt diende een klacht in tegen de zorgaanbieder over het resultaat van een ooglidcorrectie, waarbij een misvormd litteken was ontstaan. De zorgaanbieder had de cliënt vooraf geïnformeerd over de risico’s en complicaties van de ingreep, waaronder littekenvorming. De zorgaanbieder bood een littekencorrectie of een gedeeltelijke terugbetaling aan, maar de cliënt wees dit af en eiste schadevergoeding. De commissie oordeelde dat de zorgaanbieder zorgvuldig had gehandeld en dat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming. Omdat complicaties inherent zijn aan medische ingrepen en het resultaat niet gegarandeerd kon worden, werd de klacht ongegrond verklaard. Er was geen juridische basis voor schadevergoeding. De cliënt blijft verantwoordelijk voor de keuze om de aangeboden correctie te weigeren. Daarom werd de vordering tot schadevergoeding afgewezen.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats] (hierna te noemen: de cliënt)

en

Veldhoven kliniek, gevestigd te Veldhoven
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Samenvatting
Het geschil betreft het resultaat van een ooglidcorrectie. Naar het oordeel van de commissie kan niet worden gesteld dat de zorgaanbieder ten aanzien van de ooglidcorrectie onzorgvuldig heeft gehandeld. Uit de overgelegde stukken is voldoende gebleken dat klager voorafgaande aan de ingreep is gewezen op de risico’s en eventuele complicaties, alsmede op het feit dat het gewenste resultaat niet gegarandeerd kan worden.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 22 november 2024 te Utrecht.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling

Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.

De verplichting die voor de zorgaanbieder voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst, wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de zorgaanbieder moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de zorgaanbieder zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen, kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de behandelend arts zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.

Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en de cliënt moet daarvan nadeel hebben ondervonden.

De commissie zal de klacht van klager beoordelen in het licht van het hierboven geschetste toetsingskader.

Standpunt klager
Klager heeft bij de zorgaanbieder een ooglidcorrectie ondergaan. Nadat de herstelperiode voorbij was, was een misvormd litteken zichtbaar. De zorgaanbieder heeft klager twee opties geboden, te weten een littekencorrectie of een vergoeding van de helft van de behandelingskosten, een bedrag van
€ 397,50. Klager heeft dit aanbod niet geaccepteerd. Hij heeft zowel psychische als fysieke schade ondervonden als gevolg van het lelijke litteken dat na de operatie is ontstaan.

Standpunt zorgaanbieder.
Er is sprake van een complicatie bij de ooglidcorrectie, die volgens de professionele standaard is uitgevoerd. Klager is tijdens het consult op 21 september 2022 voorafgaande aan de ingreep geïnformeerd over de mogelijkheid van het ontstaan van littekens na de behandeling. Ook is deze mogelijke complicatie in het door klager ondertekende contract beschreven. De keuze voor de behandeling is weloverwogen tot stand gekomen met een deugdelijk informed consent en de ooglidcorrectie is lege artis verricht. De zorgaanbieder betreurt het dat klager ontevreden is over het litteken dat na de behandeling is ontstaan, maar is van mening dat hem dit niet verweten kan worden. De zorgaanbieder heeft klager een kosteloze littekencorrectie aangeboden.

Overweging van de commissie.
Naar het oordeel van de commissie kan niet worden gesteld dat de zorgaanbieder ten aanzien van de ooglidcorrectie onzorgvuldig heeft gehandeld. Uit de overgelegde stukken is voldoende gebleken dat klager voorafgaande aan de ingreep is gewezen op de risico’s en eventuele complicaties, alsmede op het feit dat het gewenste resultaat niet gegarandeerd kan worden. Het ontstaan van een litteken is een veelvoorkomende complicatie na deze ingreep. De zorgaanbieder heeft klager een littekencorrectie aangeboden. Dat klager op dit aanbod niet is ingegaan, komt voor zijn rekening en risico.

Voor aanspraak op een schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst. Nu hiervan niet is gebleken, dient de vordering tot schadevergoeding te worden afgewezen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering van klager af.
Het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw dr. M. van Hal, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 22 november 2024.