Klacht niet eerst aan zorgaanbieder voorgelegd

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 1325-9499

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Cliënt heeft zijn klacht niet eerst aan de zorgaanbieder voorgelegd. Cliënt is niet-ontvankelijk in zijn klacht bij de commissie.

In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [plaats] en Vitaal Thuiszorg BV, gevestigd te Didam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. Cliënt heeft door middel van een brief van 23 mei 2019 en het vragenformulier Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg van 29 mei 2019 een klacht ingediend tegen de zorgaanbieder. Bij brief van 19 september 2019 heeft de zorgaanbieder gereageerd op die klacht en de commissie verzocht cliënt in zijn klacht niet-ontvankelijk te verklaren. Vervolgens hebben partijen – cliënt bij brief van 18 oktober 2019 en de zorgaanbieder bij brief van 21 oktober 2019 –op elkaars standpunten gereageerd. De commissie heeft besloten eerst te oordelen over de vraag of cliënt bij haar al dan niet-ontvankelijk is in zijn klacht en – indien zij die vraag bevestigend beantwoordt –pas in tweede instantie en op een later tijdstip te oordelen over de inhoud van de klacht. De behandeling van de vraag over de al dan niet ontvankelijkheid heeft buiten aanwezigheid van partijen plaatsgevonden op de zitting van de commissie van 28 november 2019 te Arnhem.

Beoordeling van het geschil
De cliënt beklaagt zich bij de commissie erover dat de zorgaanbieder de zorgovereenkomst tussen partijen eenzijdig heeft beëindigd en dat de zorgaanbieder, althans een of meer van zijn medewerkers zijn/hun beroepsgeheim hebben geschonden. Voor de verdere inhoud van de klacht verwijst de commissie – om het kort te houden –naar de door cliënt overgelegde stukken, dit in verband met de aard van deze beslissing, waarin niet de inhoud van de klacht aan de orde is, maar slechts de voorvraag of cliënt in zijn klacht al dan niet ontvankelijk is. De zorgaanbieder baseert zijn verweer dat cliënt niet-ontvankelijk is in zijn klacht op het feit dat cliënt deze klacht niet eerst aan hem heeft voorgelegd. Een specifieke reactie van cliënt op dit verweer is uitgebleven. De commissie overweegt als volgt.

Artikel 6, eerste lid, onder a., van het reglement van de commissie bepaalt:
De commissie verklaart op verzoek van de zorgaanbieder – gedaan bij eerste gelegenheid – de cliënt in zijn klacht niet ontvankelijk: a. indien hij zijn klacht niet eerst (…) bij de zorgaanbieder heeft ingediend, tenzij van de cliënt in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht eerst bij de zorgaanbieder indient.

Het tweede lid van genoemd artikel bepaalt: In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder a (..), kan de commissie besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de cliënt ter zake van de niet naleving ervan naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.

De zorgaanbieder heeft zich bij de eerste gelegenheid dat hij in deze procedure schriftelijk aan het woord was, op het hiervoor vermelde artikel 6, eerste lid, onder a., beroepen. Cliënt heeft geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan van hem in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht eerst bij de zorgaanbieder indient. Evenmin heeft cliënt feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan hem redelijkerwijs geen verwijt treft van het feit dat hij zijn klacht niet eerst bij de zorgaanbieder heeft ingediend. Feiten of omstandigheden als hiervoor bedoeld, zijn de commissie ook niet gebleken. Dit betekent dat geen van de hiervoor genoemde uitzonderingen van toepassing is.

De commissie is op grond van de voorgaande overwegingen dan ook van oordeel dat cliënt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard moet worden.

Beslissing
De commissie:

verklaart cliënt niet-ontvankelijk in zijn hiervoor nader omschreven klacht.

Aldus beslist op 28 november 2019 door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg, bestaande uit de heer mr. J.M.P. Drijkoningen, voorzitter, mevrouw mr. M.B. van Leusden-Donker en mevrouw S.R. de Moor-Bullinga, leden, in aanwezigheid van de heer mr. L.G.H. Cox, secretaris.