
Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
451386/567447
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht over de werkwijze van de zorgaanbieder, daar zij haar klacht niet aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd. Klaagster heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd op basis waarvan zij de klachtenprocedure niet hoeft te doorlopen.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam cliënt], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)en
Castle Craig Nederland B.V., gevestigd te ‘s-Gravenhage
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Beoordeling van de ontvankelijkheid van klaagster in haar klacht
De commissie heeft het volgende overwogen.
Klaagster heeft aan de commissie een klacht voorgelegd over niet geleverde zorg door de zorgaanbieder.
De zorgaanbieder heeft de commissie verzocht klaagster niet-ontvankelijk te verklaren in haar klacht onder verwijzing naar artikel 3, lid 2 onder a en b, en artikel 6, lid 1, sub b, van het reglement van de commissie. Klaagster heeft op 18 juni 2024 een informele, dus niet volgens de formele interne klachtenprocedure, klacht ingediend bij haar (individuele) behandelaar over de behandelaar van de dagbehandeling. Hierop hebben twee gesprekken plaatsgevonden: de eerste met de leidinggevende en de tweede met de regiebehandelaar en de behandelaar (van de dagbehandeling). Klaagster was tevreden over deze gesprekken en heeft toen besloten om deze klacht niet verder door te zetten.
Haar tweede klacht richt zich tegen de organisatie, die zij niet via de interne klachtenregeling bij de zorgaanbieder heeft ingediend. Er is geen reden bekend waarom zij de interne klachtenprocedure niet gevolgd heeft.
Ingevolge artikel 6, lid 1, sub a, van het reglement verklaart de commissie op verzoek van de zorgaanbieder – gedaan bij eerste gelegenheid – de cliënt in zijn klacht niet ontvankelijk indien hij zijn klacht niet eerst volgens de wet bij de zorgaanbieder heeft ingediend, tenzij van de cliënt in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht eerst bij de zorgaanbieder indient.
In afwijking van deze bepaling kan de commissie op grond van artikel 6, lid 2, van het reglement besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de cliënt ter zake van de niet naleving van de voorwaarden naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.
Klaagster heeft haar klacht gericht tegen de behandelaar op 25 juli 2024 ingetrokken.
De klacht die klaagster aan de commissie heeft voorgelegd ziet op het handelen van de organisatie als zodanig. Vast is komen te staan dat klaagster deze klacht niet eerst via de aangewezen weg aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd. Klaagster is door de zorgaanbieder gewezen op de interne klachtenprocedure. Zij heeft hiervan afgezien vanwege de verwachte spanningen en stress die deze procedure met zich mee zal brengen en de weerslag die zij hiervan zal ondervinden op haar gezondheid. De commissie is van oordeel dat hier geen sprake is van een bijzondere omstandigheid waardoor klaagster redelijkerwijze niet kan worden verweten dat zij de interne klachtenprocedure niet heeft gevolgd. Zij zal klaagster niet ontvankelijk verklaren in haar klacht.
Nu klaagster niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar klacht, betekent dit dat de commissie niet meer toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw drs. F. Zwanepol, de heer mr. R.P. Gerzon , leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 14 november 2024.
mevrouw mr. dr. E. Venekatte