Hervatting huishoudelijke hulp na geschil met zorgaanbieder

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Zorg Algemeen    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 305427/462084

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een cliënte had al jarenlang een indicatie voor huishoudelijke hulp, maar door een verslechterde communicatie en personeelsgebrek stopte zorgaanbieder de hulp per 1 september 2024. De cliënte maakte hiertegen bezwaar en moest noodgedwongen zelf hulp inkopen. De zorgaanbieder stelde dat zij dacht dat de cliënte zou overstappen naar een andere aanbieder. Tijdens de hoorzitting bij de Geschillencommissie Zorg Algemeen bereikten partijen een schikking: de zorgaanbieder hervat de hulp uiterlijk medio februari 2025 en betaalt een tegemoetkoming van € 25,– per week voor de gemaakte kosten vanaf 11 december 2024. Daarnaast zal de zorgaanbieder de gemeente op de hoogte stellen van de voortzetting van de zorgovereenkomst. Beide partijen komen overeen geen verdere juridische stappen te ondernemen.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënte)
gemachtigde: [naam], DAS

en

Docura Thuiszorg B.V., gevestigd te Hoevelaken
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 januari 2025 te Den Haag. Partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunt nader toegelicht. De cliënte werd daarbij bijgestaan door haar gemachtigde [naam]. De zorgaanbieder werd vertegenwoordigd door [naam], algemeen directeur.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de opzegging van de zorgovereenkomst door de zorgaanbieder waardoor de cliënte geen hulp bij het huishouden meer ontvangt hoewel ze daarvoor een indicatie heeft van de gemeente [naam].

Standpunt van de cliënte

De cliënte heeft al jarenlang een indicatie van de gemeente [naam] voor de verlening van hulp bij het huishouden (HbH). Tot 30 mei 2023 bedroeg de indicatie 4,02 uur per week. Op die datum is de indicatie gewijzigd en verlaagd naar 3 uur per week. De cliënte ontving de huishoudelijke hulp van de zorgaanbieder op basis van een ‘zorgovereenkomst’. Al 15 jaar lang werd de HbH verzorgd door dezelfde medewerkster van de zorgaanbieder over wie de cliënte zeer tevreden was. Vanaf het voorjaar van 2023 is de verstandhouding tussen de cliënte en de zorgaanbieder verslechterd en de communicatie steeds stroever gaan verlopen. Door gebrek aan personeel werden niet geleverde uren niet ingehaald hoewel de cliënte door haar beperkte gezondheid niet zonder hulp kan. Met ingang van 1 september 2024 heeft de zorgaanbieder de hulp helemaal stop gezet. De cliënte verlangt een hervatting van de hulp en een compensatie van de kosten die zij heeft moeten maken en nog steeds maakt door het zelfstandig inkopen van hulp voor een bedrag van € 50,– per week. Op 4 december 2024 heeft een hoorzitting samen met partijen bij de gemeente plaatsgevonden. De gemeente [naam] heeft zich bereid getoond de vergoeding van de kosten van de cliënte ten bedrage van € 700,– tot 4 december 2024 voor haar rekening te nemen. Vanaf 4 december 2024 zijn die kosten echter iedere week doorgelopen en een hervatting van de zorg is nog niet in zicht.

Standpunt van de zorgaanbieder

Door een nieuwe gebiedsindeling binnen de gemeente [naam] zijn er transities geweest binnen de verschillende zorg aanbiedende organisaties in de gemeente [naam]. De cliënte ontving haar HbH zorg eerst via de zorgaanbieder, toen via TZorg maar omdat de medewerkster die de hulp bij de cliënte verzorgde overging van TZorg naar de zorgaanbieder heeft de cliënte haar ‘gevolgd’ waardoor zij weer in zorg kwam bij de zorgaanbieder. Doordat in die fase de indicatie voor de cliënte van 4 uur naar 3 uur per week werd bijgesteld is er verschil van mening ontstaan over de uren te leveren zorg. De zorgaanbieder was in de veronderstelling dat de cliënte over zou gaan naar een andere zorgaanbieder, en heeft de hulp aan de cliënte per 1 september 2024 stopgezet. Op 4 december 2024 is er een hoorzitting bij de gemeente geweest. In het verslag van die hoorzitting is opgenomen dat de cliënte over zou stappen naar zorgaanbieder ‘Zorgwacht’. Kort nadien heeft de cliënte de zorgaanbieder laten weten dat een overstap naar Zorgwacht niet mogelijk is.
De cliënte verlangt nu een continuering van de hulp door de zorgaanbieder maar de zorgaanbieder heeft te maken met een grote wachtlijst en kan de hulp niet zomaar leveren.

Beoordeling van het geschil

Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen na een voorstel van de voorzitter te kennen gegeven dat zij alsnog met elkaar willen afspreken hoe het geschil dat tussen hen is ontstaan opgelost zal worden. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Volstaan wordt met het hierna vastleggen van de tussen partijen ter zitting gemaakte afspraken in een verkort bindend advies.

Partijen hebben de commissie daarnaast verzocht een beslissing te nemen over de vergoeding van de kosten van het zelfstandig inkopen van de zorg door de cliënte. Wat dit betreft acht de commissie een vergoeding van de helft van die kosten, derhalve 25,– per week, vanaf 11 december 2024 tot het moment van het hervatten van de hulp uiterlijk per half februari 2025, redelijk en billijk, zodat zij dat zal opnemen in de beslissing.

Derhalve wordt als volgt vastgesteld.

Beslissing

Partijen stellen vast dat de zorgovereenkomst die zij hebben gesloten en op grond waarvan Hulp bij het Huishouden aan de cliënte wordt verleend op onregelmatige wijze is opgezegd waarmee die overeenkomst in stand is gebleven.

Partijen zijn voorts het volgende overeengekomen:

– De zorgaanbieder zal de Hulp bij het Huishouden voor de cliënte voor drie uur per week uiterlijk per medio februari 2025 hervatten.
– De zorgaanbieder zal de gemeente in kennis stellen van de voortzetting van de zorgovereenkomst tussen partijen en de hervatting van de hulp aan de cliënte voor drie uur per week.
– De zorgaanbieder betaalt een vergoeding van € 25,– per week aan de cliënte als tegemoetkoming in de kosten van het zelfstandig inkopen van huishoudelijke hulp voor iedere week vanaf
11 december 2024 tot aan de week van de hervatting van de hulp.
– Partijen zullen ter zake van dit geschil geen beroep meer doen op de commissie of een andere instantie.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer R. Simons en de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 8 januari 2025.