Geschil over beschadigde brillenglazen na reparatie van montuur

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Optiek    Categorie: (Non-conformiteit)    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 975954/1047036

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een consument klaagde dat de glazen van zijn bril, die voor montuurreparatie was ingeleverd, beschadigd en gebroken terugkwamen. Hij stelde dat de glazen onbeschadigd waren bij inlevering en eiste vergoeding van beide glazen. De ondernemer betwistte dit en wees erop dat bij de inlevering al krassen zichtbaar waren, wat ook blijkt uit door hem gemaakte foto’s. Volgens de ondernemer passen de schade en groeven bij onjuist of onzorgvuldig gebruik. Uit coulance had hij voorgesteld één glas te vergoeden, maar de consument wees dit af. Een door de commissie ingeschakelde deskundige concludeerde dat de krassen door gebruik zijn ontstaan, maar het rapport werd onvoldoende overtuigend bevonden omdat het niet navolgbaar gemotiveerd was. De commissie liet het rapport daarom buiten beschouwing, maar achtte op basis van de stukken en de foto’s aannemelijk dat de schade niet door de ondernemer is veroorzaakt. Ook een extern technisch onderzoek wees uit dat de schadepatronen pasten bij intensief gebruik of onjuiste reiniging en niet onder garantie vielen. Het feit dat de ondernemer een coulancevoorstel deed, betekent niet dat hij de klacht erkende. De commissie oordeelde dat de schade voor rekening van de consument komt. De klacht is ongegrond verklaard en de vordering tot vergoeding is afgewezen.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Optiek (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

Na het door deskundige [naam] uitgebrachte rapport is de zaak behandeld op 30 juli 2025 te Utrecht.

De consument is met zijn tolkende buurvrouw [naam] via een videoverbinding op de zitting verschenen.

De ondernemer is met kennisgeving vooraf niet op de zitting verschenen.

Onderwerp van het geschil

Dit geschil vloeit voort uit de op 27 november 2024 gesloten reparatieovereenkomst voor de in februari of maart 2024 voor € 217,– gekochte bril.

Deze zaak spitst zich toe op de glazen van een ter reparatie ingeleverde bril, die onbeschadigd zouden zijn geweest bij inlevering maar beschadigd waren toen de ondernemer die wilde teruggeven.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Dat op zitting toegelichte standpunt komt in de kern op het volgende neer.

Zoals sinds 4 december 20124 bij de ondernemer is gemeld, gaat het om bekraste glazen en een breuk in één glas na montage/reparatie van het montuur. Het montuur vertoonde een fabricagefout en is onder garantie gerepareerd. De glazen waren in orde toen ik de bril op 27 november 2024 inleverde voor montuurreparatie, maar bleken bekrast en een glas was gebroken toen ik de bril kwam ophalen.

Het voorstel van de ondernemer om slechts één glas te vergoeden – het andere zou voor mijn eigen rekening zijn – vind ik onacceptabel, omdat het buiten mijn schuld is gebeurd.

De consument eist dat de ondernemer de schade aan beide glazen moet vergoeden.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Dit standpunt komt in de kern op het volgende neer.

De consument schets geen juist verloop van tijd en data. Op 19 of 20 november 2024 heeft de consument de bril onbeschermd uit zijn colbertzak gehaald en laten zien met de breuk in het voorstuk. Hij zei zelf dat hij de glazen ook niet zo mooi vond, maar die waren toen vettig en bevatten vingerafdrukken waardoor niet alle gebruikssporen zichtbaar waren. De aandacht ging echter uit naar het gebroken voorstuk.

Ik heb op dat moment geen uitspraak gedaan over de staat van de glazen. Op de voor de montuurleverancier gemaakte foto’s is evenwel al te zien dat er twee krassen in het linker glas aan de onderrand zaten.

Het onder garantie aangeleverde nieuwe voorstuk is bij ons correct gemonteerd. De glazen pasten goed, waren niet gebroken en er waren geen stukjes uit. Bij het ophalen van de schoongemaakte bril was de consument ontevreden vanwege op de glazen zichtbare gebruikssporen. De glazen zijn van mineraal glas, zeer hard en zeer kraswerend, harder dan kunststof met een hardcoat. De daarin aanwezige vele krasjes en aanzienlijke groeven kunnen niet veroorzaakt zijn met een ongelukje in onze werkplaats, maar passen bij onjuist en/of onzorgvuldig gebruik.

Samengevat: de ondernemer heeft de glazen niet beschadigd en de consument heeft geen recht op kosteloze vervanging van de glazen. Om de klacht toch naar tevredenheid op te lossen heb ik voorgesteld om bij vervangen van beide glazen de kosten van één glas voor onze rekening te nemen dan wel als de consument alleen het glas met de opvallende beschadiging wilde vervangen, dan mocht het glas voor de helft van de prijs. Helaas kan de consument zich hier niet in vinden en heeft de bril bij ons achter gelaten.

Deskundigenrapport

De deskundige heeft in hoofdlijn het volgende gerapporteerd.

Geef uw vaktechnisch oordeel over de klacht(en):
De krassen op de bril zijn ontstaan door gebruik. Het opbergen van de bril zonder bescherming in een jaszak kan krassen veroorzaken, zeker als er zich ook voorwerpen zoals muntgeld of sleutels in dezelfde zak bevinden. Dan zijn krassen niet te voorkomen.

De omvang van de klacht(en):
Ernstig.

Is herstel of reparatie technisch mogelijk?
Nee. De consument heeft mineraal Stigmal 16, waarschijnlijk met MC (super ontsp., deze kosten ongeveer € 95, — per glas). De krassen in de glazen zijn niet te verwijderen. Dit kan alleen worden opgelost door de glazen te vervangen. Het is aan te raden om te kiezen voor Stigmal 15 met AR (de oude blauwe ontspiegeling), omdat Stigmal 15 harder is dan Stigmal 16. Deze kosten ongeveer
€ 80,– per glas. De bril altijd in een harde/stevige brillenkoker bewaren, en nooit los in de jaszak.

Beoordeling van het geschil

De commissie overweegt als volgt.

Voor zover de consument eerst ter zitting zijn ongenoegen uit over de gang van zaken rond de aankoop van de bril, ligt dat buiten het aan de commissie ter beslissing voorliggende geschil.

Met de in het vragenformulier geformuleerde klacht en eis spitst dit geding zich toe op de daarin door de consument aangegeven klacht dat – naar de kern genomen – de ondernemer heeft gewanpresteerd door de ter reparatie met onbeschadigde brillenglazen ingeleverde bril, terug te willen geven met brillenglazen die stuk en/of beschadigd zijn.

Het in opdracht van de commissie uitgebrachte deskundigenbericht voldoet naar de wijze van tot stand komen en naar inhoud niet aan de aan een onafhankelijk rapport te stellen eisen. Zo maakt het deskundigenbericht bijvoorbeeld niet inzichtelijk hoe en op basis van welk onderzoek de deskundige tot de gerapporteerde vaststellingen is gekomen. Het rapport is onvoldoende gemotiveerd en onvoldoende navolgbaar om overtuigend te kunnen zijn.

Hoewel het deskundigenrapport verder buiten beschouwing wordt gelaten, is reeds op basis van de door partijen ingebrachte stellingen en stukken niet aannemelijk dat de brillenglazen zijn beschadigd door de ondernemer of enige aan de ondernemer toe te rekenen oorzaak. Door de ondernemer ingebrachte uitvergrootte foto’s van de door de consument destijds ingeleverde glazen tonen immers al zichtbare krassen en beschadigingen op de bril zoals de consument die had ingeleverd.
Bovendien heeft de daarna door de ondernemer ingeschakelde expert op basis van een uitgevoerde technische controle medio december 2024 al geschreven dat de schade niet onder fabrieksgarantie valt, omdat:
“Het blijkt dat de coating van de glazen beschadigd is. Het schadepatroon wijst op externe invloeden, waarschijnlijk door intensief gebruik of onjuiste reiniging.”
Hierbij verder nog in aanmerking genomen de door de ondernemer ingebrachte uitvergrootte foto’s van de huidige staat van de glazen, maakt dit alles voldoende aannemelijk dat de op de glazen aanwezige afwijkingen zijn veroorzaakt door een aan de consument toe te rekenen externe oorzaak, namelijk een verkeerd gebruik en/of een onjuiste reiniging. Reeds hierom is er geen grond voor de door consument verlangde schadevergoeding.

Dat de ondernemer het geschil buiten rechte met een coulanceaanbod tot een praktische oplossing heeft willen brengen, mag nog niet worden opgevat als de erkenning van de klacht. Hiertoe vereiste bijkomende omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken en/of aannemelijk geworden.
Een dergelijk coulanceaanbod is inmiddels vervallen doordat de consument het niet tijdig heeft aanvaard. De ondernemer mag een vervallen aanbod alsnog gestand doen, maar is dat niet (meer) verplicht.

Wellicht ten overvloede overweegt de commissie in verband met het partijdebat over de staat van de glazen bij inlevering van de bril ter reparatie van het montuur, dat het verbazing wekt dat de ondernemer geen aantekening heeft gemaakt van de toenmalige staat van de glazen, te meer omdat de consument al bij inlevering van het montuur had aangegeven dat hij de glazen niet zo mooi vond.
In verband met een partijdebat over (mis)communicatie tussen de consument en/of de ondernemer in ieders afzonderlijke relatie tot de zorgverzekeraar, is verder relevant dat dit geding zich beperkt tot de rechtsverhouding tussen partijen, dat de zorgverzekeraar in dit geding geen partij is en dat de consument verklaringen of gedragingen van de zorgverzekeraar niet als verklaringen of gedragingen van de ondernemer heeft mogen begrijpen.

Deze aspecten behoeven echter geen verdere bespreking, nu reeds op grond van het voorgaande voldoende aannemelijk dat de op de glazen aanwezige afwijkingen zijn veroorzaakt door een aan de consument toe te rekenen externe oorzaak en ook verder niet is gebleken van een aan de ondernemer toe te rekenen tekortkoming.

Nu wat verder nog is aangevoerd niet anders doet beslissen, komt de commissie tot de slotsom dat de klacht van de consument ongegrond is, zodat de eis van de consument moet worden afgewezen.

De commissie beslist nu als volgt.

Beslissing

De commissie wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter, mr. drs. S. Meinhardt en M. Gort, leden, op 30 juli 2025.