
Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: -
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
305165/536460
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een patiënt diende een klacht in tegen het ziekenhuis, waarin zij stelde dat een orthopedisch chirurg grensoverschrijdend gedrag had vertoond en dat haar verzoek om amputatie van haar been onterecht was afgewezen. De zorgaanbieder ontkende de beschuldigingen en wees erop dat de chirurg altijd in het bijzijn van een collega werkte en dat er geen medische indicatie was voor amputatie. De Geschillencommissie oordeelde dat er geen bewijs was voor grensoverschrijdend gedrag en dat amputatie medisch zinloos zou zijn. Ook werd vastgesteld dat de patiënt niet de toegang tot het ziekenhuis was ontzegd. De klacht werd daarom ongegrond verklaard en er werd geen schadevergoeding toegekend.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)en
Noordwest Ziekenhuisgroep, gevestigd te Alkmaar
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2024 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De cliënt was zelf ter zitting aanwezig. Namens de zorgaanbieder zijn [naam] (jurist), [naam] (orthopedisch chirurg) en [naam] (advocaat) ter zitting verschenen.
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft de vraag of de zorgaanbieder onzorgvuldig en grensoverschrijdend heeft gehandeld jegens de cliënt.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na een aanrijding is de cliënt drie keer geopereerd aan haar linkerbeen door een orthopedisch chirurg. Tijdens deze operaties stond de chirurg dusdanig over de cliënt heen gebogen met zijn lichaam en handen, waardoor het leek alsof hij de cliënt onzedelijk wilde betasten, wat uiteindelijk niet is gebeurd.
De cliënt mag niet meer in het ziekenhuis komen, omdat zij wil dat haar been geamputeerd wordt en de chirurg hier niet aan mee wil werken.
De cliënt vordert een schadevergoeding.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zorgaanbieder neemt uitdrukkelijk afstand van de beschuldigingen van seksuele intimidatie en/of (poging tot) aanranding aan het adres van de orthopedisch chirurg. Zoals de zorgaanbieder eerder aan de cliënt schreef betwist de orthopedisch chirurg nadrukkelijk dat hij de cliënt zou hebben geprobeerd te zoenen of betasten. Er is ook geen sprake van amoureuze gevoelens. Wel is het zo, en dat is ook in het medisch dossier genoteerd dat de cliënt zelf meerdere malen heeft aangegeven amoureuze gevoelens voor de orthopedisch chirurg te hebben. Zij heeft ook weleens eten en bier voor hem meegebracht naar de polikliniek. De orthopedisch chirurg heeft dat niet aangenomen. Sinds november 2017 ziet de orthopedisch chirurg de cliënt altijd in aanwezigheid van een medewerker van de polikliniek of gipskamer.
Door de artsen van de zorgaanbieder is altijd serieus naar de klachten van de cliënt gekeken, door lichamelijk onderzoek, beeldonderzoek en uiteindelijk ook een arthroscopie te verrichten. Er is geen aanleiding gevonden voor orthopedische zorg, althans niet voor chirurgisch ingrijpen. Toen de cliënt de amputatiewens uitte, is ook daarmee zorgvuldig omgegaan door haar uitleg te geven over de afwezigheid van een indicatie voor deze drastische operatieve ingreep. De revalidatiearts heeft de cliënt gewezen op de mogelijkheid van psychologische of psychiatrische begeleiding. Dit heeft zij van de hand gewezen. Zij heeft niet willen accepteren dat geen orthopedische oplossing voor haar klachten zijn gevonden.
De cliënt stelt ook dat de zorgaanbieder haar zorg ontzegt. Dat is niet juist, de cliënt is (met een verwijsbrief) welkom in het ziekenhuis. Wel is het zo dat een aantal maal de orthopedische controle dan wel behandeling werd afgesloten, omdat geen orthopedische behandeling meer was aangewezen. Daarnaast heeft de orthopedisch chirurg op 16 augustus 2023 aan de cliënt medegedeeld dat geen vervolgafspraken bij orthopedie volgen, vanwege het ontbreken van een medische indicatie.
De zorgaanbieder is van mening dat er niet medisch onzorgvuldig is gehandeld en dat daarom geen recht op schadevergoeding bestaat.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De klacht van de cliënt valt in drie onderdelen uiteen:
– De orthopedisch chirurg heeft grensoverschrijdend gedrag vertoond;
– De wens van de cliënt om haar been te amputeren wordt niet gevolgd;
– De cliënt is niet meer welkom in het ziekenhuis.
De klachtonderdelen worden achtereenvolgens besproken.
Grensoverschrijdend gedrag
De cliënt stelt dat de orthopedisch chirurg aanstalten maakte haar te betasten en te zoenen, maar dat hij dit uiteindelijk niet heeft gedaan. De orthopedisch chirurg ontkent stellig enige vorm van (een poging tot) grensoverschrijdend gedrag te hebben vertoond. De orthopedisch chirurg heeft vanaf november 2017 juist gezorgd dat op alle behandelmomenten ook een andere medewerker aanwezig was.
Naar het oordeel van de commissie is niet vast komen te staan dat sprake was van (een poging tot) grensoverschrijdend gedrag. De orthopedisch chirurg heeft dit stellig ontkend en de cliënt heeft hiervoor verder geen onderbouwing aangeleverd. Nu de commissie niet bij de behandelmomenten aanwezig is geweest, is niet vast te stellen wat al dan niet over en weer is gezegd en gedaan. In een dergelijk geval kan een klacht niet gegrond worden verklaard.
Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.
Amputatie
De cliënt is drie keer geopereerd aan haar knie, met gewenst resultaat. Ter zitting heeft de cliënt bevestigd dat zij nadien een tijdlang pijnvrij is geweest.
Toen de cliënt zich opnieuw meldde met pijnklachten, heeft de zorgaanbieder uitgebreid onderzoek gedaan onder andere door middel van een artroscopie en alle mogelijke fysieke oorzaken uitgesloten. Er bleek geen sprake te zijn van een mechanische oorzaak.
Nu uit de medisch-professionele beoordeling door de zorgaanbieder is gebleken dat geen sprake is van een mechanische oorzaak voor de pijn, kan de zorgaanbieder niet zonder meer de wens van de cliënt volgen haar been te amputeren. Een medische behandeling moet altijd gerechtvaardigd zijn en gericht op het te behalen doel. Amputatie van het been van de cliënt zou – gezien het ontbreken van een mechanische oorzaak van de pijn – te kwalificeren zijn als medisch zinloos handelen. Een zorgaanbieder kan niet worden verplicht tot het uitvoeren van een medisch zinloze behandeling. Het oordeel of daarvan sprake is, is voorbehouden aan de zorgaanbieder zelf.
Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.
Niet welkom in het ziekenhuis
De cliënt stelt dat zij niet meer in het ziekenhuis, althans op de afdeling orthopedie mag komen. De zorgaanbieder heeft dit ontkend. De cliënt is wel degelijk welkom in het ziekenhuis, zij het met een verwijsbrief van de huisarts.
De commissie is niet gebleken dat sprake is van een ontzegging van de toegang tot het ziekenhuis. De cliënt heeft hiertoe geen bewijs overgelegd. De cliënt kan (indien zij daarvoor een verwijzing heeft) gebruik maken van de diensten van het ziekenhuis en de afdeling orthopedie.
Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.
Conclusie
Op grond van al het bovenstaande concludeert de commissie dat de zorgaanbieder niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Er is dan ook geen grond voor toekenning van een schadevergoeding.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënt ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer R. Simons, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 10 oktober 2024.