
Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On) zorgvuldigheidbejegening
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
151897/172845
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënte is van mening dat de fertiliteitsbehandeling die zij heeft ondergaan niet juist is uitgevoerd en dat zij daardoor schade heeft geleden. Volgens de zorgaanbieder is de behandeling goed uitgevoerd, maar kan het passeren van de baarmoederhals soms lastig zijn.
Naar het oordeel van de commissie is geen sprake van een medische fout. Door een baarmoederkanteling moest een kogeltang worden gebruikt, waardoor de cliënte pijn en bloedingen heeft ervaren. Dit betekent echter niet dat de behandeling niet goed is uitgevoerd of dat schade is aangebracht aan de baarmoeder. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats](hierna te noemen: de cliënte)
en
Zaans Medisch Centrum, gevestigd te Zaandam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 november 2022 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De cliënte is fysiek ter zitting verschenen. Namens de zorgaanbieder waren digitaal ter zitting aanwezig (naam klachtenfunctionaris), (naam gynaecoloog) en (naam fertiliteitsgynaecoloog).
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een IUI-behandeling.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënte is niet tevreden over de IUI-behandeling die zij op 17 juni 2020 heeft ondergaan. Zij heeft complicaties gekregen na deze behandeling. Ten eerste was de gynaecoloog voor de behandeling een half uur te laat.
Ten tweede moest zij tijdens de behandeling nog een half uur wachten totdat de gynaecoloog haar baarmoedermond kon passeren. Tijdens de ingreep heeft zij behoorlijk veel pijn gehad en een nabloeding gekregen. De medische fout tijdens deze ingreep heeft schade heeft toegebracht aan haar baarmoeder en de menstruatie is uitgebleven.
Cliënte heeft de zorgaanbieder verzocht de kosten voor de behandelingen bedrage van € 855,95 te crediteren, omdat de behandeling niet volgens de professionele standaard is uitgevoerd. Eerdere behandelingen duurden slechts 10 minuten zonder bloedverlies. De zorgaanbieder heeft haar verzoek niet gehonoreerd en de kosten van deze mislukte behandeling tot op heden aan haar gefactureerd met de rente en bijkomende incassokosten, totaal een bedrag van € 1.014,41. De factuur betaalt cliënte gedwongen in maandelijkse termijnen onder protest, zodat de zorgaanbieder de kosten niet meer kan verhogen en totdat er een uitspraak komt.
Cliënte verzoekt de commissie te bepalen dat de zorgaanbieder het bedrag van € 1.014,41 crediteert en haar daarnaast een schadevergoeding toekent voor de lichamelijke pijn, verdriet en emotionele schade die zij als gevolg van deze medische fout heeft geleden.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Een IUI-behandeling is intensief, emotioneel zwaar en kan als stressvol worden ervaren. Dit kan mede bepaald worden door de grote teleurstelling aan het einde van de cyclus als IUI niet tot een zwangerschap heeft geleid. De IUI-behandeling kan per persoon, sterker nog per cyclus verschillend ervaren worden. Vaak gaat een IUI-procedure zonder bijzonderheden. Soms kan dat ook tegenvallen. Dat kan met meerdere factoren te maken hebben. Het semen wordt door middel van een flexibel buisje via de baarmoederhals in de baarmoeder achtergelaten. Aangezien de behandelaar de baarmoederhals niet kan inzien en op gevoel het buisje in de baarmoeder moet inbrengen, kunnen de randen van de baarmoederhals geraakt worden. Dit kan soms als vervelend en pijnlijk ervaren worden door patiënten. Bij een moeilijke passage van de baarmoederhals is nog geen sprake van een complicatie en zeker geen sprake van een medische fout.
In geval van cliënte is tijdens de IUI-procedure, vanwege het niet kunnen passeren van de baarmoederhals, op de baarmoedermond een kogeltang geplaatst om IUI te kunnen uitvoeren. Na het in strekstand brengen van de baarmoeder is met behulp van de kogeltang de IUI gelukt. Plaatsing van een kogeltang op een baarmoedermond brengt geen schade aan de baarmoeder en zeker niet aan de binnenbekleding/holte van de baarmoeder toe.
Beoordeling van het geschil
De cliënte en de zorgaanbieder hebben met elkaar een behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gesloten. Naast hetgeen partijen in die overeenkomst hebben afgesproken, gelden tussen hen – voor zover in het concrete geval van toepassing – de bepalingen van dat wetboek.
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval de zorgaanbieder) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
De commissie overweegt als volgt.
De commissie dient te oordelen of de medische behandeling die cliënte heeft ondergaan lege artis, volgens professionele standaard, is uitgevoerd.
Cliënte heeft aangegeven dat zij voor de behandeling lang op de arts heeft moeten wachten. De zorgaanbieder heeft verklaard dat de behandeling later heeft plaatsgevonden, omdat het semen nog niet beschikbaar was.
De commissie is van oordeel dat dit een plausibele verklaring is en verklaart dit klachtonderdeel ongegrond.
Cliënte heeft gesteld dat sprake is geweest van een medische fout. Tijdens en na de behandeling heeft zij erg veel pijn gekregen en er was sprake van bloedverlies na de behandeling en uitblijven van de menstruatie.
Vast is komen te staan dat de gynaecoloog die de behandeling heeft uitgevoerd, in eerste instantie het semen niet kon inbrengen omdat de baarmoeder was gekanteld. Na een aantal keren proberen heeft zij een collega met aandachtsgebied fertiliteit geraadpleegd en heeft deze via een kogeltang de baarmoedermond geopend. Dit is gepaard gegaan met pijnklachten en een (na-)bloeding.
Ambtshalve is de commissie bekend dat een IUI-behandeling niet altijd wordt uitgevoerd door een gynaecoloog met aandachtsgebied fertiliteit. In de regel verlopen IUI-behandelingen zonder problemen, maar het komt voor dat de baarmoedermond niet goed bereikbaar is en dat hulpmiddelen moeten worden gebruikt om het semen in te brengen.
Ter zitting heeft cliënte aangegeven dat de pijnklachten pas zijn ontstaan na het zetten van de kogeltang. De commissie overweegt dat het plaatsen van een kogeltang pijnlijk kan zijn en dikwijls kan leiden tot bloedingen. Bij het inbrengen van deze tang wordt geen schade toegebracht aan de baarmoeder.
De commissie is van oordeel dat de IUI-behandeling lege artis is uitgevoerd. Er was geen reden om eerder een gynaecoloog met specialisatie fertiliteit te raadplegen.
Gelet op het vorenstaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren.
Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en cliënte moet daarvan nadeel hebben ondervonden. Nu er geen sprake is geweest van een tekortkoming, zal de vordering tot schadevergoeding worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer drs. J.H.A. Vollebergh, de heer J. Donga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 24 november 2022.