
Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: -
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Tussen Advies
Uitkomst: deskundigenonderzoek nodig
Referentiecode:
228605/408097
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De moeder van de cliënte heeft een klacht ingediend tegen een zelfstandige kliniek over een orthodontische behandeling die niet het verwachte resultaat opleverde. De orthodontist van de kliniek plaatste een beugel, maar na de behandeling stonden de tanden van de cliënte scheef en verkeerd gepositioneerd. Een externe deskundige beoordeelde het resultaat als ruim onvoldoende. De moeder vordert een schadevergoeding van € 3.801,68 voor het herstel van het gebit. De kliniek heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd en heeft enkel laten weten niet te willen schikken. De Geschillencommissie kan op basis van de beschikbare stukken niet vaststellen of de kliniek onzorgvuldig heeft gehandeld. Daarom wordt een deskundigenonderzoek gelast om de kwaliteit van de behandeling te beoordelen. Een onafhankelijke orthodontist zal onderzoeken of de behandeling conform de professionele standaard is uitgevoerd. Op basis van het deskundigenrapport kunnen verdere beslissingen worden genomen. Beide partijen krijgen de kans om op het rapport te reageren. Tot die tijd houdt de commissie iedere verdere beslissing aan.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam] (hierna te noemen: de klaagster), de moeder van de cliënte,wonende te [woonplaats],
gemachtigde: [naam]
en
Orfeokliniek, gevestigd te Zoetermeer
(hierna te noemen: de zelfstandige kliniek).
Samenvatting
De Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (hierna: de commissie) beveelt een deskundigenonderzoek over de orthodontische behandeling van de cliënte door de zelfstandige kliniek, nu de commissie aan de hand van het thans aanwezige procesdossier niet kan vaststellen of de zelfstandige kliniek onzorgvuldig heeft gehandeld. De commissie houdt iedere verdere beslissing aan.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de commissie te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 13 december 2024 te Utrecht.
Ter zitting zijn verschenen:
– de klaagster, voornoemd,
– [naam], de cliënte en dochter van de klaagster,
– [naam], vader van de cliënte,
– [naam gemachtigde], voornoemd.
Namens de zelfstandige kliniek is niemand ter zitting verschenen.
Beoordeling
De klacht
De klaagster stelt dat de bij de zelfstandige kliniek verrichte orthodontische behandeling aan het gebit van haar dochter niet het resultaat heeft gehad dat zij redelijkerwijs op grond van de behandelingsovereenkomst en de daartoe behorende voorwaarden mocht verwachten. De behandeling is uitgevoerd door [naam], orthodontist bij de zelfstandige kliniek. Volgens de klaagster heeft deze orthodontist niet gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot onder de gelijke omstandigheden mocht worden verwacht. Zij voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
Orthodontistische behandeling
De orthodontist heeft bij de cliënte een beugel geplaatst ter correctie van haar gebit. Dit heeft echter niet het gewenste effect gehad. Een tand van de cliënte is ondanks de behandeling progressief in de onjuiste stand gebleven. Na verwijdering van de beugel zijn haar voortanden schuin over elkaar komen te staan. Er is dus geen sprake van een normaal gebit met twee middelste voortanden aan de bovenkant, maar eerder van vier gelijke tanden op een rij zonder reguliere volgorde. De tanden van het boven- en ondergebit staan op elkaar in plaats van over elkaar. Daarnaast zijn enkele molaren onjuist gepositioneerd.
[Naam], een orthodontisch deskundige, kwalificeerde het resultaat als ruim onvoldoende.
De klaagster benadrukt dat er geen sprake is van recidief. De cliënte heeft zich aan alle instructies van de zelfstandige kliniek gehouden, inclusief de instructies ten aanzien van de retentiebeugel. De zelfstandige kliniek heeft ook erkend dat er iets is misgegaan.
Schade
De klaagster heeft door het handelen van de orthodontist schade geleden. De zelfstandige kliniek is gehouden deze schade aan de klaagster te vergoeden. Het gebit van de cliënte dient immers visueel en functioneel te worden hersteld door een andere orthodontist. De schade komt neer op een bedrag van € 3.801,68. Ter onderbouwing verwijst de klaagster naar de begroting van 26 maart 2024 van [naam orthodontisch deskundige]. De klaagster verzoekt de commissie om te bepalen dat de zelfstandige kliniek voornoemde schade dient te vergoeden.
De reactie van de zelfstandige kliniek
De zelfstandige kliniek heeft geen verweer gevoerd, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld. Zij heeft enkel aangegeven niet te willen schikken.
De beoordeling van het geschil
Inleiding
De dochter van de klaagster (geboren op [datum]), [naam] (hierna: de cliënte), heeft van 2017 tot en met 2018 een orthodontische behandeling ondergaan bij de zelfstandige kliniek. Daarna heeft zij geen verdere orthodontische behandeling aan haar gebit gehad. De klaagster is niet tevreden over het resultaat van de behandeling door de zelfstandige kliniek. In geschil tussen partijen is of de zelfstandige kliniek onzorgvuldig heeft gehandeld bij deze behandeling. De commissie zal het geschil beoordelen aan de hand van het volgende juridisch kader.
Juridisch kader
Op grond van de behandelingsovereenkomst moet de zelfstandige kliniek bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zelfstandige kliniek die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval: de orthodontist) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
Voor de aansprakelijkheid van de zelfstandige kliniek is dan ook vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zelfstandige kliniek tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zelfstandige kliniek. De tekortkoming moet aan de zelfstandige kliniek kunnen worden verweten en de cliënte moet door deze tekortkoming nadeel zijn toegebracht.
De commissie overweegt als volgt. Aan de hand van de overlegde stukken in het thans aanwezige procesdossier kan de commissie niet vaststellen of de zelfstandige kliniek onzorgvuldig heeft gehandeld, nu er te weinig bekend is over de stand van de tanden van de cliënte voor en na de behandeling. De cliënte heeft echter ter zitting onweersproken verklaard dat zij steeds meer last heeft gekregen van haar gebit, omdat haar tanden ondanks de behandeling niet op elkaar staan. Gelet hierop en de onbetwiste begroting van de heer [naam], een tandheelkundig deskundige die de behandeling heeft beoordeeld als ruim onvoldoende, ziet de commissie aanleiding om een onafhankelijke deskundige die gespecialiseerd is in orthodontie onderzoek te laten doen naar de verrichte behandeling van de zelfstandige kliniek.
Deskundigenonderzoek
De commissie beveelt een deskundigenonderzoek door een orthodontist. De te benoemen deskundige krijgt de opdracht te onderzoeken en te rapporteren over de volgende vragen:
1. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van de klachten van de cliënte, het verloop van de klachten, de toegepaste behandeling door de zelfstandige kliniek en het resultaat van deze behandeling? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen van het mondonderzoek?
2. Is op basis van deze anamnese naar uw oordeel de orthodontische behandeling van de cliënte door de zelfstandige kliniek volgens de professionele standaard uitgevoerd?
3. Zo niet, hoe hoog begroot u de kosten met betrekking tot het herstel van het gebit van de cliënte?
4. Heeft u nog andere opmerkingen/informatie die voor de beantwoording van de door de commissie gestelde vragen van belang zijn/is?
De te benoemen deskundige zal een datum inplannen met partijen waarop het deskundigenonderzoek plaats zal vinden en zal bij de zelfstandige kliniek alle gegevens over de behandeling van de cliënte (inclusief röntgenfoto’s) opvragen. Indien één van partijen nalaat om aan het deskundigenonderzoek mee te werken of weigert om voornoemde gegevens te verstrekken, kan de commissie hieraan de gevolgtrekking verbinden die zij geraden acht. Partijen zullen conform artikel 15 van het reglement van de commissie in de gelegenheid worden gesteld om op het deskundigenrapport te reageren.
Slotsom
De commissie houdt iedere verdere beslissing aan totdat er een deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden en partijen de gelegenheid hebben gehad om op het rapport van de deskundige te reageren.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– beveelt een deskundigenonderzoek over de orthodontie behandeling van de cliënte bij de zelfstandige kliniek,
– houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. J.M.P. Drijkoningen, voorzitter, de heer dr. R.H.K. Batenburg, de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns-van Waasdijk, secretaris, op 13 december 2024.