De verticale krassen rond de montageboringen zijn te wijten aan de ondernemer nu de ondernemer de glazen heeft gemonteerd en gedemonteerd.

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Optiek    Categorie: Aansprakelijkheid ondernemer    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: OPT06-0030

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 13 december 2005 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van twee brillenglazen en het inslijpen van die glazen in het oude montuur van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 450,–.
De overeenkomst is uitgevoerd op 14 januari 2006.
 
De consument heeft op 20 juni 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
 
De op 14 januari 2006 geleverde glazen waren niet goed en het inslijpen ervan was niet goed gedaan. Een maand later is een en ander hersteld , namelijk op 11 februari 2006. Op 17 juni 2006 ontstaat er spontaan een vlek op het linkerglas, welke vlek niet met poetsen te verwijderen is. De glazen worden opgestuurd door de ondernemer. Op 21 juni 2006 laat de leverancier weten, dat het een beschadiging betreft die te wijten is aan het dagelijks gebruik en het poetsgedrag en dat de garantie vervallen is. Bij het terugzetten van de glazen wordt er door een medewerker van de ondernemer een veertje van mijn montuur gebroken. Dat veertje wordt gratis vernieuwd evenals de neusbrug vanwege het kleurverschil. Daarbij constateer ik krassen rondom de bevestigingspunten op de glazen. Ik heb de medewerker daarop geattendeerd. De leverancier wil een glas vergoeden en de ondernemer stelt mij op 1 augustus 2006 voor om twee nieuwe glazen te leveren tegen bij betaling door mij van € 150,–. Ik geef aan dat ik dat niet wil.
 
De echtgenote van de ondernemer belt mij op 10 augustus 2006 en zegt mij dat ik de vergoeding niet hoef te betalen en dat de glazen worden geleverd. Op 19 augustus 2006 belt zij weer om 10.15 uur en zegt dat de volgende week alles wordt afgehandeld. Diezelfde dag belt om 19.30 uur de ondernemer en zegt dat hij € 150,– moet hebben anders moet ik de glazen maar ergens anders laten inslijpen in de juiste vorm. Ik heb de ondernemer laten weten het er niet mee eens te zijn en aangegeven dat ik de ondernemer wens te houden aan de afspraak die ik heb gemaakt met zijn echtgenote op 19 augustus 2006 om 10.15 uur, namelijk in week 34 wordt alles naar behoren afgehandeld, te weten de glazen worden in de juiste vorm ingeslepen en in mijn montuur gezet of anders mijn aankoopbedrag terug.
  
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
 
De consument heeft haar standpunt nog eens toegelicht en uitdrukkelijk gehandhaafd. Desgevraagd zegt de consument dat de vlek ontstond toen zij met koken bezig was. Ik heb nog bij andere opticiens gevraagd of zij bereid waren de glazen die bij de ondernemer voor mij klaar liggen, in te slijpen, maar niemand wil dat doen. Ik heb inmiddels elders nieuwe glazen gekocht.

De consument verlangt teruggave van het aankoopbedrag van € 450,–, eventueel vermeerderd met de bijkomende kosten.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
 
De glazen waren niet in de verkeerde vorm geslepen. Mevrouw had die vorm samen met haar dochter uitgezocht. Desondanks zijn er gratis nieuwe glazen geleverd op 11 februari 2006. Opvallend is dat de consument met haar klachten kwam, namelijk op 17 juni 2006, in de periode dat de heer De Haan vanwege een ingrijpende operatie op 14 juni 2006 drie maanden uit roulatie was. De centrale leiding was hierdoor afwezig. De consument leek elke uitspraak van medewerkers tegen elkaar uit te spelen, waardoor de zaak verwarrend en onoverzichtelijk werd.
Het is een coulance van de leverancier van de glazen om twee nieuwe glazen te leveren (50% HOC), ook al was er maar sprake van beschadiging van één glas. Dit heeft te maken met de coating, die anders ongelijk zou zijn. Hoewel er sprake was van een 4 jaar oud montuur, hebben wij twee nieuwe veertjes en nieuwe neusbrug gratis vervangen en op 1 augustus 2006 hebben wij aangeboden twee nieuwe glazen te leveren en in te slijpen tegen een vergoeding van € 150,– en dat heeft de echtgenote van de ondernemer op 10 augustus 2006 met de consument afgesproken. Op 19 augustus 2006 heeft zij een afspraak gemaakt met de consument zonder nog over de € 150,– te praten. Ter vermijding van misverstanden heeft de heer De Haan diezelfde dag om 19.30 uur gebeld en gezegd dat de consument voor de vervanging van de glazen € 150,– zou moeten voldoen. Dit aanbod hebben wij ingetrokken en hebben nu voor de consument twee nieuwe glazen klaar liggen, welke zij kan komen ophalen om ze elders te laten inslijpen. 

Deskundigenrapport
 
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
 
Op de voorzijde van het linkerglas zijn tamelijk centraal gelegen en horizontaal van elkaar gescheiden twee kleine vlekjes te zien. Het gaat om twee kleine putjes in het glas, welke dieper zijn dan de coating en doordringen tot in het kunststofoppervlak, ontstaan door inwerking van sterkere, zeer plaatselijk uitgeoefende druk. Bij eerste inspectie van de glazen zouden deze onregelmatigheden de opticien of de consument moeten zijn opgevallen, indien die toen al aanwezig waren. Merkte de consument deze vlek pas later op dan ligt voor de hand dat het gevolgen zijn van invloeden, welke zich gedurende het gebruik van de bril hebben voorgedaan. Rond alle montage boringen van beide glazen, maar met name rond de boringen aan de buitenzijde (waar de veren gemonteerd worden) zijn een groot aantal korte, diepe en voornamelijk verticaal verlopende krassen te zien. Hierdoor is de buiten- en de binnenzijde van de glazen beschadigd. De diepte van deze krassen raakt eveneens het onder de coating liggende kunststofoppervlak, wat wijst op een sterk krassende invloed als oorzaak. Het vermoeden ligt voor de hand dat deze krassen in verband met monteren en demonteren van het glas zijn ontstaan of zelfs bij het boren van de glazen, poetsen van de glazen is als oorzaak van deze krassen rond de boringen uitgesloten. 

Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
De commissie neemt na zorgvuldige bestudering van het rapport het oordeel van de deskundige over. Er is voor de commissie namelijk geen reden aan de juistheid daarvan te twijfelen, te meer daar ook geen van partijen de inhoud van het rapport heeft bestreden. Weliswaar heeft de consument in reactie op het rapport schriftelijk laten weten dat zij slechts één vlek heeft gezien en de verwachting heeft uitgesproken, dat zij ter zitting nog de gelegenheid krijgt naar de glazen te kijken. Die gelegenheid heeft zij gehad en zij heeft toen geen ander standpunt ingenomen dan door de deskundige verwoord.
 
Op basis van dit rapport komt de commissie tot het oordeel, dat de verticale krassen rond de montageboringen te wijten zijn aan de ondernemer. Immers, hij is degene geweest die de glazen heeft gemonteerd en gedemonteerd.
De vlek(ken) op het linkerglas door de consument op 17 juni 2006 geconstateerd zijn daarentegen te wijten aan de consument. Immers, de vlek(ken) op dat linkerglas zijn ontstaan toen de bril in gebruik was bij de consument.
 
Het hierboven overwogene brengt mee, dat de ondernemer de helft van de schade van de consument draagt, namelijk € 225,–. Immers, een groot deel van de krassen op beide glazen zijn te wijten aan de ondernemer, terwijl het linkerglas al onbruikbaar was geworden als gevolg van de beide putjes daarin.
 
De vordering voor zover benoemd als bijkomende kosten wordt afgewezen bij gebreke van onderbouwing en concretisering daarvan.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Beslissing
 
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 225,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
 
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek op 4 juni 2007