Commissie van oordeel dat duimoperatie volgens professionele standaard is uitgevoerd

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: bejegening/ zorgverlening    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 213529/237496

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Cliënte is niet tevreden over de medische behandeling, zowel over de operatie als de nazorg, die de zorgaanbieder heeft verricht. Zij is niet (voldoende) geïnformeerd over de mogelijke complicaties die na de operatie aan haar duim konden optreden. De commissie is van oordeel dat de operatie aan de duim volgens de professionele standaard is uitgevoerd. Het is haar ambtshalve bekend dat bij een kleine ingreep aan een duim complicaties kunnen optreden, die ook vooraf aan cliënte zijn meegedeeld, zoals pijnklachten als gevolg van vorming van littekenweefsel op de locatie waar de operatie is uitgevoerd. De pijnklachten die cliënte ervaart, behoren tot de normale klachten die voorkomen na een dergelijke operatie. De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen.

De uitspraak

In het geschil tussen

mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: cliënte)

en

Bergman Clinics Zorg, gevestigd te Naarden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 december 2023 te Den Haag.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Beoordeling
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval: de zorgaanbieder) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst, wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen, kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.

Voor de aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming nadeel zijn toegebracht.

Standpunt cliënte
Cliënte is niet tevreden over de medische behandeling die de zorgaanbieder heeft verricht. Zij is niet (voldoende) geïnformeerd over de mogelijke complicaties die na de operatie konden optreden. Op 27 juli 2021 is zij geopereerd en vlak daarna ontstonden diverse klachten. Cliënte stelt dat zij niet op de juiste wijze door de zorgaanbieder is begeleid/geholpen. Op 2 augustus 2021 heeft zij zich met pijnklachten tot de zorgaanbieder gewend en is vervolgens door verwezen naar de handtherapeut. De handtherapeut heeft op 6 augustus 2021 de hechtingen verwijderd en er is een afspraak met haar behandelaar gemaakt. Ondanks aanhoudende pijn kon cliënte niet door een waarnemend arts worden gezien en moest zij drie weken wachten tot haar behandelaar terug was van vakantie. De arts heeft haar een injectie gegeven, zonder uit te leggen welke voor- en nadelen deze had. Haar vele vragen over de prognose van het herstel/behandelplan zijn onbeantwoord gebleven terwijl voor haar essentieel was hoe het verder zou gaan in verband met haar werkzaamheden als massagetherapeut. Op 4 oktober 2021 heeft cliënte een telefonisch consult gehad waarbij zij heeft aangegeven dat zij nog steeds klachten had en haar duim nauwelijks kon gebruiken. De arts heeft aangegeven dat hij niets meer voor haar kon doen en haar geadviseerd naar de handtherapeut te gaan.

Cliënte heeft het gevoel dat zij van kastje naar muur is gestuurd, omdat eerder de handtherapeut haar juist had verwezen naar de behandelend arts en nu door de arts weer terug werd verwezen naar de therapeut. Dit was voor haar een reden om een second opinion aan te vragen. Uit deze second opinion blijkt dat A1 pulley mogelijk beschadigd is.

Cliënte vordert van de zorgaanbieder een bedrag van € 25.000,– voor de schade die is ontstaan door inkomensderving. De zorgaanbieder heeft vooraf aangegeven dat de hersteltermijn van de operatie ongeveer twee weken zou zijn. Echter, in de eerste zes weken na de operatie heeft cliënte geen enkele handeling kunnen uitvoeren. Maanden later is zij nog aan het revalideren en kan zij nog steeds niet 100 procent werken. Zij blijft last houden van haar duim.

Standpunt zorgaanbieder
Op 6 juli 2021 heeft de plastisch chirurg cliënte geïnformeerd over de mogelijke risico’s van de voorgestelde operatie, onder meer het risico dat na een pijnvrij interval toch weer klachten kunnen ontstaan. In de praktijk blijken deze pijnklachten vaak te berusten op vorming van littekenweefsel op de locatie waar de operatie is uitgevoerd. Het informed consent formulier is op 6 juli 2021 per post aan cliënte verzonden en cliënte heeft het ondertekende formulier op 27 juli 2021 weer retour gegeven. Voorts blijkt uit het medisch dossier dat cliënte voorafgaand aan de operatie is geïnformeerd over het verloop van het postoperatieve traject. Het enkele feit dat cliënte na de operatie nog pijnklachten ervaart, kan niet tot de conclusie leiden dat zij niet voldoende is geïnformeerd over de mogelijke risico’s en complicaties.

Op basis van de echo d.d. 30 juni 2021 was de werkdiagnose een ganglion ter hoogte van het IP-gewricht in de duim. De plastisch chirurg heeft cliënte tijdens de operatie (onder lokale verdoving) op 27 juli 2021 meegedeeld dat er geen sprake bleek te zijn van een ganglion, maar van een getromboseerde vene die gecoaguleerd zou worden. Het is altijd mogelijk dat beeldvormend onderzoek een ander beeld laat zien dan hetgeen de snijdend specialist tijdens de operatie aantreft. De operatie is lege artis uitgevoerd. De dag na de operatie heeft de zorgaanbieder telefonisch contact opgenomen met cliënte om te informeren hoe het ging en haar verzocht bij bijzonderheden contact op te nemen. Na de operatie was er op 2 augustus 2021 zowel een telefonisch als fysiek consult bij de handtherapeut in verband met door cliënte aangegeven pijnklachten. De handtherapeut heeft de klachten serieus genomen en adequaat een behandeling ingezet (een zwachtel, oefeningen, pijnmedicatie en adviezen met betrekking tot belasting). Bij de controle op 6 augustus 2021 werden de hechtingen verwijderd en werden opnieuw oefeningen gegeven, littekenmassage geadviseerd en ook belastbaarheid adviezen gegeven. Tevens werd een neopreen koker meegegeven ter verlichting van de pijnklachten. De postoperatieve controle bij de plastisch chirurg vond plaats op 26 augustus 2021, waarbij in verband met pijnklachten een corticosteroïden injectie is gegeven en een siliconentube is meegegeven. Bij de telefonische controle op 4 oktober 2021 adviseerde de arts in verband met aanhoudende pijnklachten een afspraak te maken bij de handtherapeut voor het aanmeten van een spalk. Cliënte heeft dit advies niet opgevolgd en zich voor een second opinion gewend tot een andere kliniek. Ook bij de second opinion werd geen medisch objectiveerbare oorzaak gevonden voor de pijnklachten. Er werd een afwachtend beleid geadviseerd. Ook op basis van de second opinion kan derhalve niet worden aangenomen dat de zorgaanbieder geen goede zorg aan cliënte zou hebben verleend. De zorgaanbieder had graag een aanvullende behandeling via The Hand Clinic ingezet. Cliënte heeft er echter zelf voor gekozen hiervan af te zien.

Naar het oordeel van de zorgaanbieder zijn de door cliënte ervaren pijnklachten niet het gevolg van de wijze van informatievoorziening en verleende (na)zorg. Reden waarom de zorgaanbieder zich op het standpunt stelt dat de gestelde schade niet aan haar kan worden toegerekend.

Overwegingen van de commissie
Naar het oordeel van de commissie is voldoende aannemelijk geworden dat de cliënte voorafgaande aan de ingreep adequaat is geïnformeerd over haar behandeling en de risico’s en complicaties. Cliënte heeft het informed consent formulier, waarin is opgenomen wat de eventuele complicaties kunnen zijn, in alle rust thuis kunnen lezen en getekend teruggezonden.

De commissie is van oordeel dat de operatie aan de duim volgens de professionele standaard is uitgevoerd. Het is haar ambtshalve bekend dat bij een kleine ingreep aan een duim complicaties kunnen optreden, die ook vooraf aan cliënte zijn meegedeeld, zoals pijnklachten als gevolg van vorming van littekenweefsel op de locatie waar de operatie is uitgevoerd. Door de vorming van het littekenweefsel kan een zenuwbeschadiging ontstaan, doordat het stugge littekenweefsel tegen de zenuw drukt. Dit is een veel voorkomende complicatie. De pijnklachten van cliënte behoren tot de normale klachten die voorkomen na een dergelijke operatie.

Cliënte heeft aangevoerd, onder verwijzing naar de conclusie van de kliniek die een second opinion heeft gegeven, dat de plastisch chirurg onzorgvuldig heeft gehandeld. Voor zover de commissie kan beoordelen, heeft deze kliniek een afwachtend beleid voorgesteld en geen uitgebreide diagnose gesteld.

Cliënte heeft aangevoerd dat de zorgaanbieder geen dan wel onvoldoende nazorg heeft verleend. Het is de commissie ambtshalve bekend dat na een ingreep aan een duim het van belang is te revalideren onder begeleiding van een handtherapeut. Met behulp van oefeningen, een handspalk en ook rust kan het litteken versoepelen. Uit de stukken is voldoende naar voren gekomen dat cliënte meerdere malen is geadviseerd bij de handtherapeut in therapie te gaan. Zij heeft tijdens het eerste consult oefeningen gekregen en adviezen gekregen met betrekking tot belasting van de duim. Behalve het geven van een corticosteroïden injectie, waarvan het effect pas ruim zes weken later merkbaar is, was er voor de chirurg geen behandelmogelijkheid meer.

De commissie is van oordeel dat deze klacht ongegrond is.

Alles overziende is de commissie van oordeel dat er geen aanwijzingen zijn dat de zorgaanbieder niet heeft gehandeld, zoals een redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheid zou hebben gehandeld. Zij verklaart de klachten ongegrond en wijst de vordering tot schadevergoeding af.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klachten ongegrond. Het door cliënte verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. E.J.F. Timmenga, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 14 december 2023.