Commissie: Gehandicaptenzorg
Categorie: bejegening
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring
Uitkomst: onbevoegd
Referentiecode:
124472
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënt verblijft bij de zorgaanbieder op grond van een tbs-maatregel. Hij is teruggeplaatst voor een time-out naar een gesloten afdeling bij verweerder. De cliënt is het niet eens met deze terugplaatsing. De klacht richt zich op de behandeling van cliënt en het daarop van toepassing zijnde Tbs-regime. Volgens de Wkkgz kan de commissie geen klachten behandelen over justitiële inrichtingen en instellingen. De commissie is onbevoegd.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Client], wonende te [woonplaats]en
Stichting Trajectum, gevestigd te Zwolle (hierna te noemen: verweerder)
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is om de klacht van de cliënt te behandelen.
De Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 9 maart 2020 te Amsterdam.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de beslissing van verweerder om de cliënt voor een time-out te plaatsen op een gesloten afdeling van verweerder.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënt verblijft al langere tijd bij verweerder op grond van een TBS-maatregel. In oktober 2019 is hij voor een time-out teruggeplaatst naar een gesloten afdeling van verweerder.
De cliënt is het niet eens met de terugplaatsing en de daarvoor door verweerder aangevoerde redenen. Hij vindt zijn time-out te zwaar voor de zaken die hem door verweerder worden aangerekend.
De cliënt verzoekt de commissie – naar zij begrijpt – de beslissing van verweerder te beoordelen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Alvorens aan een inhoudelijke toetsing van het geschil kan worden toegekomen, zal de commissie eerst dienen te oordelen over haar bevoegdheid om de klacht te behandelen.
Uit de overgelegde stukken leidt de commissie af dat de cliënt zich beklaagt over de behandeling die hij bij verweerder krijgt. De commissie stelt voorts vast dat de cliënt bij verweerder verblijft in het kader van een TBS-maatregel.
Op grond van artikel 1 van het Reglement van de commissie kan (alleen) een geschil in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) worden voorgelegd aan de commissie.
In artikel 1 lid 5 van de Wkkgz is bepaald:
“Deze wet is niet van toepassing in justitiële inrichtingen en instellingen voor de verpleging van ter beschikking gestelden voor zover daar een bijzondere wettelijke regeling geldt of de justitiële setting zich daartegen verzet”
Nu de klacht van de cliënt zich richt op zijn behandeling en daarop het TBS-regime van toepassing is, acht de commissie zich niet bevoegd om daarover te beslissen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. P. Quaedvlieg en de heer ir. H.J.A.M. Bodelier, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. drs. I.M. van Trier, secretaris, op 9 maart 2020.