Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: ontvankelijkverklaring
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
245449/373988
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Klaagster verwijt de zorgaanbieder een gebrekkige zorgverlening die tot haar moeders overlijden heeft geleid. De commissie verklaart klaagster niet ontvankelijk in haar klacht. Klaagster heeft haar klacht eerder aan de commissie voorgelegd. In die procedure, waarin klaagster door een juridisch adviseur werd ondersteund, heeft de commissie op 22 augustus 2023 alle klachtonderdelen van klaagster ongegrond verklaard. Klaagster heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die ten tijde van de eerdere uitspraak nog niet bekend waren en die een ander licht op de zaak zouden kunnen werpen. De commissie ziet dan ook geen grond of aanleiding om zich nogmaals inhoudelijk over het geschil te buigen.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Meander Medisch Centrum, gevestigd te Amersfoort
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
Klaagster verwijt de zorgaanbieder een gebrekkige zorgverlening die tot haar moeders overlijden heeft geleid. De commissie verklaart klaagster niet ontvankelijk in haar klacht. Klaagster heeft haar klacht eerder aan de commissie voorgelegd. In die procedure, waarin klaagster door een juridisch adviseur werd ondersteund, heeft de commissie op 22 augustus 2023 alle klachtonderdelen van klaagster ongegrond verklaard. Klaagster heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die ten tijde van de eerdere uitspraak nog niet bekend waren en die een ander licht op de zaak zouden kunnen werpen. De commissie ziet dan ook geen grond of aanleiding om zich nogmaals inhoudelijk over het geschil te buigen.
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is. Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 juni 2024 te Utrecht.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
Klacht van de klaagster
Klaagster verwijt de zorgaanbieder een gebrekkige zorgverlening voor haar moeder die tot de dood van haar moeder heeft geleid. De verpleging liet zeer te wensen over. De artsen werden niet op de hoogte gebracht van de situatie van de moeder en medicijnen werden niet gegeven waardoor de uiteindelijke hulp voor de moeder te laat kwam en zij op 17 april 2021 is overleden. Klaagster heeft foto’s, video’s en verklaringen van getuigen die haar klacht ondersteunen. Klaagster verwijt de zorgaanbieder dat geen verantwoordelijkheid wordt genomen voor de fouten van de verpleegkundigen. De dood van haar moeder heeft klaagster een emotioneel trauma bezorgd. Klaagster verlangt hiervoor een immateriële schadevergoeding van € 50.000,– van de zorgaanbieder.
Standpunt zorgaanbieder
De commissie heeft zich al eerder uitgesproken over de klacht van klaagster en die ongegrond verklaard. De zorgaanbieder is van mening dat de klacht niet nogmaals kan worden behandeld.
Oordeel commissie
Op 22 augustus 2023 heeft de commissie uitspraak gedaan in een klacht van klaagster over de zorgverlening voor haar moeder die op 17 april 2021 in het ziekenhuis van de zorgaanbieder is overleden.
In die procedure werd klaagster bijgestaan door een juridisch specialist van [naam rechtsbijstand kantoor]. Alle klachtonderdelen van klaagster zijn in die uitspraak ongegrond verklaard. Net als in de procedure die tot de uitspraak van 22 augustus 2023 heeft geleid betreft de hoofdklacht van klaagster thans dat het overlijden van haar moeder het gevolg is van de gebrekkige zorgverlening door de zorgaanbieder. De commissie overweegt dat een klacht slechts eenmaal aan de commissie kan worden voorgelegd. Indien een uitspraak is gevolgd, is daarmee de procedure gesloten en het geschil tussen partijen geëindigd. Dit kan slechts anders zijn indien na de uitspraak feiten en omstandigheden naar voren komen die ten tijde van de eerdere procedure nog niet bekend waren en die een ander licht kunnen werpen op het geschil. De cliënte heeft ter ondersteuning van haar huidige klacht, die zij niet nader heeft toegelicht, enkel een video overgelegd waarin haar moeder naast haar bed op de grond ligt en wacht op hulp van het ziekenhuispersoneel. Dit voorval was echter al bij klaagster bekend op het moment dat zij in 2022 haar klacht, middels haar juridisch adviseur, bij de commissie heeft ingediend. De commissie ziet dan ook geen grond of aanleiding om zich nogmaals inhoudelijk over het geschil te buigen.
Op grond van het voorgaande is de cliënt niet-ontvankelijk in de klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De cliënt wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer drs. R.M.L. Brouwer, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 24 juni 2024.