
Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
136316/147231
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt verwijt de zorgaanbieder dat hij niet is voorgelicht over de (hoge) kosten die verbonden waren aan een kleine ingreep aan zijn oor die hij bij de zorgaanbieder heeft ondergaan. Volgens de zorgaanbieder kan de commissie deze klacht niet behandelen, omdat er geen sprake is van een inhoudelijke klacht. De cliënt klaagt namelijk alleen over de hoogte van de factuur.
De commissie is van oordeel dat deze klacht niet alleen de hoogte van de factuur betreft maar bovenal het gestelde gebrek aan informatie voorafgaand aan de ingreep. De klacht van de cliënt is dan ook (deels) inhoudelijk van aard. Naar het oordeel van de commissie is de cliënt ontvankelijk in de klacht.
De uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]en
Stichting Maasstad Ziekenhuis, gevestigd te Rotterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is.
De Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 april 2022 te Utrecht.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
De cliënt verwijt de zorgaanbieder dat hij niet is voorgelicht over de (hoge) kosten die verbonden waren aan een kleine ingreep die hij in het ziekenhuis van de zorgaanbieder heeft ondergaan.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Tijdens een consult op 21 januari 2021 vanwege klachten aan zijn rechteroor werd door de KNO-arts van de zorgaanbieder voorgesteld om als eventuele mogelijkheid om de klachten van de cliënt te verlichten een gaatje in zijn trommelvlies te laten maken. Dit omdat na verschillende consulten en een CT-scan nog steeds niet duidelijk was waar de klachten van de cliënt vandaan kwamen. Het werd door de arts aan het einde van het consult voorgesteld als iets wat “we nu ook even snel kunnen doen”. De cliënt wilde hierover nadenken en heeft vervolgens besloten om de door de arts voorgestelde behandeling uit te laten voeren. Er is hem echter nooit verteld dat aan deze behandeling, die op 11 februari 2021 plaatsvond en slechts enkele minuten duurde, zeer hoge kosten waren verbonden. De cliënt is het dan ook niet eens met de hoge rekening van € 693,99 die hij voor de zeer geringe ingreep heeft ontvangen. De cliënt heeft zijn klacht hierover kenbaar gemaakt aan de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder maar die heeft de klacht afgewezen. De cliënt verlangt dan ook een oordeel van de commissie.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënt maakt bezwaar tegen de hoogte van de kosten die hem door de zorgaanbieder in rekening zijn gebracht voor een kleine ingreep en het feit dat hij vooraf niet op de hoogte zou zijn gesteld van de kosten.
De zorgaanbieder heeft de aan de cliënt geleverde zorg bij de zorgverzekeraar van de cliënt gedeclareerd.
Ongelukkigerwijs viel de eerst geopende DBC (Diagnose Behandel Combinatie) voor de cliënt nog onder het verzekeringsjaar 2020 en de vervolg DBC onder het verzekeringsjaar 2021. Hierdoor moest de cliënt, als verzekerde, zowel een deel van het eigen risico van 2020 als dat van 2021 dragen. De klacht van de cliënt gaat daarmee niet over zorgverlening maar over de hoogte van de rekening.
Artikel 5 van het reglement van de Geschillencommissie Ziekenhuizen (hierna: het reglement) vermeldt: “De commissie verklaart de cliënt in zijn geschil ambtshalve niet ontvankelijk:
Indien het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt.”
De zorgaanbieder stelt zich dan ook op het standpunt dat de cliënt niet ontvangen kan worden in zijn klacht.
Ten aanzien van de ontbrekende voorlichting over de kosten van de ingreep voor de cliënt merkt de zorgaanbieder op dat het verzekerde zorg betreft en de zorgaanbieder geen inzicht heeft in het verbruik van het eigen risico van de verzekerde.
Beoordeling van de ontvankelijkheid
Het reglement is bepalend voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de klacht.
De klacht van de cliënt betreft niet alleen de hoogte van de rekening die hij voor de door de zorgaanbieder uitgevoerde ingreep aan zijn oor heeft ontvangen maar bovenal het gestelde gebrek aan informatie voorafgaand aan de ingreep. De cliënt stelt dat hem werd voorgehouden dat de ingreep eenvoudig en kortdurend zou zijn waarmee de cliënt ten onrechte in de veronderstelling verkeerde dat de kosten daarvan gering zouden zijn. De cliënt stelt dat hij onvoldoende is voorgelicht door de zorgaanbieder om een weloverwogen beslissing over het laten uitvoeren van de ingreep te kunnen nemen.
De klacht van de cliënt is derhalve (deels) inhoudelijk van aard.
Dat brengt mee dat de cliënt ontvankelijk is in zijn klacht.
Beslissing
De commissie verklaart de cliënt ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer prof. dr. R. Willemze en de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 6 april 2022.