Commissie: Publieke Gezondheid
Categorie: bejegening
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
186693/209099
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt heeft een woning toegewezen gekregen. Echter, na enige tijd ervoer de cliënt ernstige geluidsoverlast van zijn buurman. Na een ander voorval met de buurman, heeft de cliënt de situatie bij de zorgaanbieder gemeld. Echter, niet de buurman, maar de cliënt werd als overlastveroorzaker aangemerkt. De zorgaanbieder is van mening dat de cliënt niet-ontvankelijk is in zijn klacht, omdat de klacht eerder aan verschillende tuchtcolleges is voorgelegd. De commissie is van oordeel dat de cliënt in zijn klacht ontvangen kan worden, nu de eerdere (tucht)klachten tegen de verpleegkundige gericht waren en niet tegen de zorgaanbieder zelf. Verder is de klacht ongegrond verklaard. De zorgaanbieder is immers niet verantwoordelijk voor de uitlatingen van medewerkers van de woningbouwvereniging.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)en
GGD Amsterdam, onderdeel van rechtspersoon gemeente Amsterdam, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
gemachtigde: [naam], DAS
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Publieke Gezondheid (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 juni 2023 te Den Haag.
Partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunt toegelicht. De zorgaanbieder werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde [naam].
Van de zijde van de commissie hebben twee toehoorders de zitting bijgewoond, nadat hen bijzondere toegang was verleend.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de wijze waarop de zorgaanbieder is omgegaan met een overlast klacht. Hoewel de cliënt een melding had gedaan van overlast veroorzaakt door zijn buurman werd niet de buurman maar de cliënt bezocht en als overlastveroorzaker aangemerkt. De cliënt verwijt de zorgaanbieder onzorgvuldig en onjuist te hebben gehandeld.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
Op 15 februari 2019 kreeg de cliënt een woning toegewezen van woningbouwvereniging Stadgenoot aan de derde Weteringdwarsstraat in Amsterdam. De cliënt was zeer tevreden over die woning maar na twee maanden begon hij ernstige geluidsoverlast te ervaren van een buurman. De buurman kampte met alcohol- en drugsproblematiek. Na herhaalde verzoeken aan de buurman met de overlast te stoppen heeft de cliënt op 6 november 2019 met een hamer op de muur geslagen om een einde te maken aan het lawaai. Tot grote schrik van de cliënt stond de buurman daarna opeens bij hem in de woonkamer, hij was door het dolle heen. De buurman had schuim om de mond en de cliënt rook een sterke alcohollucht. De cliënt was doodsbang. Toen de buurman de woning van de cliënt had verlaten heeft de cliënt de politie gebeld. De politie is diezelfde avond bij de buurman langs geweest. De cliënt heeft de politie toen niet gesproken.
De cliënt heeft vrienden om raad gevraagd die de cliënt adviseerden om contact op te nemen met de zorgaanbieder. Vanwege zijn alcohol- en drugsproblematiek zou de buurman daar wellicht bekend zijn. Om die reden heeft de cliënt contact opgenomen met de zorgaanbieder. Op 18 december 2019 kreeg de cliënt bezoek van de wijkagent, een medewerker van Stadgenoot en een verpleegkundige van de zorgaanbieder. Tot ontsteltenis van de cliënt werd niet de buurman maar hij als probleemveroorzaker aangemerkt. De verpleegkundige vertelde de cliënt dat hij een bezoek moest brengen aan zijn huisarts en hij geen overlast meer mocht veroorzaken. Daar voegde de medewerker van Stadgenoot aan toe dat de cliënt moest oppassen om zijn huis niet kwijt te raken. De dag erna ontving de cliënt een brief van een medewerker “overlast en zorg” waarin “afspraken” waren vastgelegd dat de cliënt geen overlast meer mocht veroorzaken, geen meldingen meer mocht doen en een bezoek moest brengen aan zijn huisarts. De cliënt was verbijsterd en verbolgen. De overlast en bedreigingen door de buurman gingen vervolgens gewoon door en verergerden zelfs. De cliënt heeft hierdoor moeten verhuizen.
De cliënt heeft een klacht tegen de verpleegkundige van de zorgaanbieder ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) in Amsterdam maar die klacht is niet gegrond verklaard. De cliënt verlangt een oordeel van de commissie over de handelwijze van de zorgaanbieder. De cliënt heeft flinke mentale schade geleden door de wijze waarop de zorgaanbieder hem volstrekt ten onrechte in een kwaad daglicht heeft gesteld.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
Ontvankelijkheid
Primair is de zorgaanbieder van mening dat de cliënt op grond van artikel 5 sub b van het Reglement niet ontvankelijk is in zijn klacht. De cliënt heeft zijn klacht immers al ter beoordeling voorgelegd aan het RTG te Amsterdam en vervolgens aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG). De inhoud van de klacht was dezelfde als de klacht die de cliënt aan de commissie heeft voorgelegd. In beide instanties is de klacht van de cliënt ongegrond verklaard.
Inhoudelijk verweer
De cliënt heeft naar voren gebracht dat hij een melding had gedaan van overlast veroorzaakt door een buurman maar er waren verschillende buren die geklaagd hadden over overlast veroorzaakt door de cliënt. Op verzoek van de woningbouwvereniging is een huisbezoek gebracht aan de cliënt waarbij tevens de wijkagent en een verpleegkundige van de zorgaanbieder aanwezig waren. De zorgaanbieder erkent dat de verpleegkundige de cliënt heeft geadviseerd zijn huisarts te bezoeken. Hiermee heeft zij bedoeld de cliënt te helpen in het kader van het mogelijk ontwikkelen van stressklachten als gevolg van het conflict met zijn buren. Dat de woningbouwvereniging de aan de cliënt gegeven adviezen heeft opgenomen in een afsprakenlijst is de zorgaanbieder niet aan te rekenen. De zorgaanbieder heeft de cliënt op 19 februari 2020 telefonisch en op 24 februari 2020 schriftelijk excuses gemaakt voor het advies van de verpleegkundige.
De zorgaanbieder heeft nimmer gesteld dat de cliënt een gevaar is voor zijn omgeving en/of overlast veroorzaakt. Ten onrechte heeft de cliënt naar voren gebracht dat hij door toedoen van de zorgaanbieder heeft moeten verhuizen. De zorgaanbieder heeft geen enkele bemoeienis gehad met de verhuizing van de cliënt; dit was de beslissing van de woningbouwvereniging.
Beoordeling van het geschil
Ontvankelijkheid
De zorgaanbieder heeft zich op het standpunt gesteld dat de cliënt niet ontvangen kan worden in zijn klacht omdat hij die klacht al heeft voorgelegd aan het RTG (en vervolgens het CTG). Die klacht was echter gericht tegen de sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de zorgaanbieder en niet tegen de zorgaanbieder zelf zoals in de onderhavige klacht.
Reeds hierom moet het verweer van de zorgaanbieder worden verworpen.
De commissie verklaart de cliënt dan ook ontvankelijk in zijn klacht.
Inhoudelijk
Vaststaat dat de cliënt bij de politie een melding heeft gedaan van overlast veroorzaakt door zijn buurman. Voorts staat vast dat die buurman eveneens een melding heeft gedaan van overlast veroorzaakt door de cliënt vanwege het op de muur slaan met een hamer. Indien bij de politie een melding wordt gedaan van overlast, wordt een bezoek gebracht aan degene van wie vermoed wordt dat hij/zij de overlast heeft veroorzaakt. De cliënt heeft ter zitting te kennen gegeven dat dit hem uit navraag bekend was.
De wijkagent heeft tezamen met een medewerker van de woningbouwvereniging en een verpleegkundige van de zorgaanbieder op 18 december 2019 een bezoek gebracht aan de cliënt. Hiermee is de procedure na een overlastmelding op juiste wijze gevolgd. Dat de cliënt van mening is dat de zorgaanbieder (eerst) een bezoek had moeten brengen aan zijn buurman kan niet aan de zorgaanbieder worden tegengeworpen. Zowel de cliënt als de buurman hadden immers een melding gedaan van overlast en daar is volgens de juiste procedure op gereageerd. Voor (de gevolgen van) het handelen van of de uitlatingen van een medewerker van de woningbouwvereniging is de zorgaanbieder niet verantwoordelijk. De klacht van de cliënt is dan ook ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de cliënt ontvankelijk in zijn klacht;
– verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Publieke Gezondheid, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. Th.N.J. van Rijmenam, de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 12 juni 2023.