Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
258139/376608
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënte klaagt over de gedwongen opnames, gedwongen medicatie en verkeerde diagnoses die zijn gesteld. Daarnaast klaagt zij over de communicatie met haar begeleiders. Zij kan vanwege overschrijding van de termijn niet worden ontvangen in haar klachten. Op basis van het reglement moet een klacht binnen 12 maanden bij de commissie aanhangig worden gemaakt, nadat zij de klachten bij de zorgaanbieder heeft ingediend. Dat heeft de cliënte niet gedaan, zodat zij te laat heeft geklaagd en haar klachten niet in behandeling kunnen worden genomen.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting Rivierduinen, gevestigd te Leiden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
De cliënte klaagt over de gedwongen opnames, gedwongen medicatie en verkeerde diagnoses die zijn gesteld. Daarnaast klaagt zij over de communicatie met haar begeleiders. Zij kan vanwege overschrijding van de termijn niet worden ontvangen in haar klachten. Op basis van het reglement moet een klacht binnen 12 maanden bij de commissie aanhangig worden gemaakt, nadat zij de klachten bij de zorgaanbieder heeft ingediend. Dat heeft de cliënte niet gedaan, zodat zij te laat heeft geklaagd en haar klachten niet in behandeling kunnen worden genomen.
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is. Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 juli 2024 te Utrecht.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
Onderwerp van het geschil
De cliënte klaagt over de gedwongen opnames, gedwongen medicatie en verkeerde diagnoses die zijn gesteld. Daarnaast klaagt zij over de communicatie met haar begeleiders. Volgens de zorgaanbieder heeft de cliënte te laat haar klacht bij de geschillencommissie ingediend en moet zij niet-ontvankelijk worden verklaard in haar klachten.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. Het standpunt van de cliënte luidt samengevat en in de kern als volgt.
De cliënte klaagt over de gedwongen opnames, gedwongen medicatie en verkeerde diagnoses die zijn gesteld. Zij heeft zich niet uitgelaten over het verweer van de zorgaanbieder dat zij te laat heeft geklaagd.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, met name het verweer van 27 mei 2024 van de zorgaanbieder. Het standpunt van de zorgaanbieder luidt samengevat en in de kern als volgt.
De klachten van de cliënte zijn in juli 2022 behandeld door een onafhankelijke Wvggz-klachtencommissie GGZ Zuid Holland-Noord.
De klachten gaan vooral over de uitvoering van de zorgmachtiging en verplichte zorg. De commissie is onbevoegd om hierover uitspraak te doen.
De klacht over de communicatie met de begeleiding is inmiddels twee jaar geleden beoordeeld en afgerond. De cliënte had binnen één jaar na afdoening een klacht kunnen indienen bij de commissie. Deze termijn is inmiddels ruimschoots verstreken en de zorgaanbieder beroep zich ook op deze termijnoverschrijding.
Beoordeling van het geschil
Voordat de commissie kan toekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de klachten, dient eerst op het verweer van de zorgaanbieder over de ontvankelijkheid te worden beslist.
De cliënte heeft niet bestreden dat de klachten in juli 2022 zijn behandeld door een onafhankelijke klachtencommissie.
Art. 6 lid 1 sub b van het reglement van de geschillencommissie geestelijke gezondheidszorg (hierna: het reglement) bepaalt dat de commissie op verzoek van de zorgaanbieder de cliënte in haar klacht niet-ontvankelijk verklaart indien zij haar geschil niet binnen twaalf maanden, na de datum waarop de cliënte de klacht bij de zorgaanbieder indiende, bij de commissie aanhangig heeft gemaakt.
Voor zover de commissie bevoegd is, is de termijn om de klachten bij de commissie neer te leggen – juli 2023 – verstreken. De cliënte heeft haar klacht immers voor het eerst op 8 maart 2024 bij de commissie aanhangig gemaakt.
Op grond van het voorgaande is de cliënte niet-ontvankelijk in de klachten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De cliënte wordt in de klachten niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Knap; psychiater, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 12 juli 2024.