Brilglazen hebben niet de eigenschappen die consument had mogen verwachten; consument krijgt schadevergoeding

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Optiek    Categorie: kosten/ schadevergoeding    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 239989/246660

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst tussen consument en ondernemer. Hierbij heeft consument drie brillen gekocht ter waarde van € 3.891,– bij ondernemer. Consument stelt dat de brillen niet conform zijn en wil een vergoeding hiervoor. Ondernemer vindt dat het al gecrediteerde bedrag voldoende is. Een deskundige heeft de zaak bekeken en geconstateerd dat de cilinder in het glas te sterk is. De commissie oordeelt dat ondernemer aan consument een schadevergoeding moet betalen van € 957,–.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Optiek (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juni 2024 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting heeft de ondernemer het standpunt toegelicht. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door [naam].

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een overeenkomst van 29 november 2022 met betrekking tot de koop van een multifocale bril, een computer/leesbril en een multifocale zonnebril. De consument is daarvoor in totaal
€ 3.891,– in rekening gebracht en heeft – na creditering ad € 1.362,– door de ondernemer – daarvan per saldo € 2.529,– betaald.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument klaagt over tal van problemen met betrekking tot de geleverde brillen die in de loop van 2023 tot veranderingen door de ondernemer hebben geleid maar niet tot een oplossing. De ondernemer is tot niet meer bereid gebleken dan creditering voor de glazen van de multifocale bril ad € 1.362,00. Uiteindelijk heeft de consument bij een andere optiek een nieuwe multifocale bril met de juiste sterkte gekocht waarna alle klachten en zichtproblemen zijn verholpen.
De consument eist een vergoeding van € 1.418,–, volgens haar berekening het verschil tussen € 2.529,– en € 1.110,–, zijnde de som van de kosten van montuur en glazen van de computer/leesbril en zonnebril.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer acht de creditering van € 1.362,– voor de glazen van de multifocale bril voldoende compensatie voor de door de consument ondervonden problemen.

Het deskundigenonderzoek
De deskundige [naam] heeft op 22 maart 2024 onderzoek gedaan naar de klacht en deze beoordeeld aan de hand van de pasjes van alle door de ondernemer geleverde brillenglazen.

Hij stelt vast dat dat ondanks de inspanningen van de ondernemer niet de juiste oplossing voor de consument is bereikt. Bij alle glazen is in het rechter glas de cilinder te sterk hetgeen voor de consument echt storend blijkt. De klachten zijn alleen met nieuwe glazen op te lossen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie sluit zich aan bij de bevindingen en beoordeling van de deskundige [naam]. Voorts heeft de commissie kennis genomen van het door de consument in het geding gebrachte verslag van oogonderzoek van 4 april 2024 van de optometrist [naam], waarin geconcludeerd wordt dat in het rechter glas cilinder en prisma dienen te worden weggelaten.

Uit een en ander in samenhang bezien leidt de commissie af dat de door de ondernemer geleverde brillen wat de glazen betreft niet de eigenschappen hebben gehad die de consument op grond van de overeenkomst daarvan mocht verwachten. De commissie zal de consument conform haar eis daarvoor een schadevergoeding toekennen.

De consument eist een vergoeding van € 1.418,–, volgens haar berekening het verschil tussen € 2.529,– en € 1.110,– zijnde volgens haar de som van de kosten van montuur en glazen van de computer/leesbril en zonnebril. Ter zitting heeft de ondernemer aan de hand van zijn administratie voorgerekend dat het bedrag van de kosten van montuur en glazen van de computer/leesbril en zonnebril niet € 1.110,– bedraagt maar de som van € 452,– en € 518,– voor montuur en glazen computer/leesbril en € 258,– en
€ 439,– voor montuur en glazen zonnebril, dus totaal € 1.667,00 beloopt.

Gelet op het hiervoor vastgestelde feit dat de door de ondernemer geleverde drie brillen wat de glazen betreft niet de eigenschappen hebben gehad die de consument op grond van de overeenkomst daarvan mocht verwachten, ligt het in de rede dat de aan de consument toekomende vergoeding gelijk is aan de bedragen die zij heeft betaald voor de glazen. De glazen van de multifocale bril zijn reeds door de ondernemer vergoed, zodat de betaalde bedragen voor de glazen van de computer/leesbril en van de zonnebril (€ 518,– plus € 439,–), totaal € 957,– per saldo nog voor vergoeding in aanmerking komen. Dat bedrag dient de ondernemer aan de consument te betalen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer dient binnen dertig dagen na verzending van deze uitspraak aan de consument een vergoeding te betalen van € 957,–.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer R.F. Sikking, mevrouw mr. L. Schots – Smit, leden, op 13 juni 2024.