Klachten over gebrekkige informatieverstrekking, omgangsvormen en schending van privacy bij acupunctuurbehandeling

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Complementaire en Alternatieve Gezondheidszorg    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 849894/1028523

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënt diende een klacht in over de behandeling die zijn inmiddels overleden moeder kreeg bij het Chinees Medisch Centrum. De klacht bestaat uit vier onderdelen: het zonder duidelijke kostenoverzicht (informed consent) in rekening brengen van bedragen, het ongepast reageren op het overlijden van zijn moeder, dreiging met politie bij contactpogingen, en schending van het medisch beroepsgeheim. De commissie acht het eerste klachtonderdeel deels gegrond: de zorgaanbieder heeft onvoldoende vooraf informatie gegeven over kosten, maar terugbetaling van reeds verstrekte kruiden is volgens de voorwaarden uitgesloten. De reactie van de zorgaanbieder op het overlijden vond de commissie ongepast, maar niet verwijtbaar. Wel wordt het dreigen met politie bij contactpogingen als onprofessioneel en onzorgvuldig beoordeeld. Ook het inschakelen van andere patiënten als getuigen en het delen van vertrouwelijke informatie over de moeder van cliënt, acht de commissie in strijd met de geheimhoudingsplicht. Deze werkwijze baart de commissie zorgen. De klacht is deels gegrond verklaard; een schadevergoeding wordt afgewezen, maar de zorgaanbieder moet het klachtengeld van €52,50 vergoeden aan de cliënt.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats] (hierna te noemen: de cliënt)

en

Chinees Medisch Centrum, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Samenvatting
De moeder van de cliënt heeft therapie gevolgd bij de zorgaanbieder. De therapie bestond uit acupunctuurbehandelingen in combinatie met medicinale Chinese kruiden. De cliënt heeft vier klachtonderdelen ingediend, bestaande uit het zonder informed consent in rekening brengen van diverse kosten, het op ongepaste wijze reageren na het overlijden van zijn moeder, het schenden van zijn medische geheimhoudingsplicht en het dreigen met de politie tijdens een telefoongesprek met de cliënt. Deze klachten oordeelt de commissie deels gegrond. Nu de klacht ten dele gegrond is bepaalt de commissie dat de zorgaanbieder het klachtengeld dient te vergoeden aan de cliënt.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Complementaire Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de zorgaanbieder bijgestaan door [naam].

De behandeling heeft plaatsgevonden op 26 mei 2025 te Den Haag.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het zonder informed consent in rekening brengen van diverse kosten aan (de moeder van) de cliënt. Voorts heeft de zorgaanbieder na het overlijden van de moeder van de cliënt ongepast gereageerd op het overlijden. Daarnaast betreft het geschil de wijze waarop de zorgaanbieder is omgegaan met de privacygevoelige informatie van de cliënt en zijn overleden moeder. De cliënt verwijt de zorgaanbieder dat deze zonder zijn toestemming vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met andere patiënten van de zorgaanbieder. Ten slotte verwijt de cliënt de zorgaanbieder dat deze heeft gedreigd met het inschakelen van de politie als de cliënt niet zou stoppen met zijn pogingen contact met hem te krijgen.

Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De klacht bestaat uit vier onderdelen:
A) Er was geen sprake van informed consent voor het in rekening brengen van de diverse kosten van de behandeling van de moeder;
B) De zorgaanbieder heeft na het overlijden van de moeder ongepaste woorden geuit;
C) De houding van de zorgaanbieder was ongepast door te dreigen met de politie tijdens de telefonische bespreking met de cliënt.
D) De zorgaanbieder heeft zijn medisch beroepsgeheim geschonden door getuigen in te lichten en deze ook mee te nemen naar de mondelinge behandeling van deze klacht van 26 mei 2025 teneinde hen op de zitting een getuigenis te laten afleggen.

Klachtonderdeel A
De cliënt stelt dat de zorgaanbieder bij de intake op 1 november 2024 de cliënt een bedrag van €1.200,–heeft laten betalen zonder dat hij vooraf heeft aangegeven wat de kosten exact zouden zijn. Tijdens het bezoek op 15 november 2024 heeft de zorgaanbieder meegedeeld dat hij op 27 november 2024 naar Oostenrijk zou vertrekken voor een zakenreis en voorgesteld om alvast extra medicijnen mee te geven, ook al had de cliënt nog voldoende voorraad over van zijn eerste bezoek. De zorgaanbieder deelde de cliënt mee dat hij de medicijnen al had klaargemaakt en dat deze direct moesten worden afgerekend. De cliënt voelde zich onder druk gezet maar heeft de medicijnen toch afgerekend. Dit betrof een factuur van
€1.450,–. Op diezelfde dag ging de toestand van de moeder van cliënt echter achteruit en is zij in de nacht van 15 op 16 november 2024 overleden. De cliënt wenst daarom het betaalde bedrag van €1.450,- terug.

Klachtonderdeel B
Na het overlijden van de moeder heeft de cliënt de zorgaanbieder direct geïnformeerd en gevraagd om de geplande afspraken te annuleren. Zijn enige reactie was: “Ah, ok. Is goed, fijne dag.” Deze reactie, zonder enige empathie of emotie, vond de cliënt uiterst vreemd en pijnlijk en niet gepast.

Klachtonderdeel C
De cliënt vond het opmerkelijk dat de zorgaanbieder de extra medicatie ruim vóór zijn vertrek had verkocht, terwijl dit ook op een later moment had gekund. Op 20 november 2024 is de cliënt daarom naar de praktijk van de zorgaanbieder gegaan om dit te bespreken en om te vragen of de koop kon worden teruggedraaid. De zorgaanbieder gaf echter aan geen tijd te hebben en heeft toen de cliënt gevraagd om een afspraak te maken voor de volgende dag. Daarop heeft de cliënt een afspraak voor de volgende dag gemaakt.

Eenmaal bij thuiskomst ontving de cliënt echter een bericht dat de zorgaanbieder contact had opgenomen met het thuisfront en dat hij deze afspraak annuleerde; hij deelde mee dat hij niets meer met de cliënt te maken wilde hebben. Daarop heeft de cliënt telefonisch contact opgenomen waarna de zorgaanbieder dit herhaalde en zelfs dreigde de politie in te schakelen als de cliënt nogmaals contact met hem zou opnemen.

Klachtonderdeel D
De cliënt heeft naar aanleiding van het verweer van de zorgaanbieder een vierde klachtonderdeel ingediend, namelijk dat de zorgaanbieder kennelijk zonder zijn toestemming vertrouwelijke medische informatie over zijn moeder heeft gedeeld met andere patiënten.

Standpunt van de zorgaanbieder

De zorgaanbieder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover van belang zal dit verweer in de beoordeling door de commissie worden besproken.

Beoordeling

Klachtonderdeel A
De commissie beoordeelt de klacht op basis van de regel dat een zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht moet nemen. Hij moet daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. Daarbij behoort een duidelijk behandelplan en een overzicht op de website van de hulpverlener waarop de kosten van de behandeling(en) inzichtelijk zijn vermeld voor de patiënt.

Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting constateert de commissie dat noch bij de intake noch daarna een behandelplan aan de cliënt is verstrekt. Ook is de commissie van oordeel dat de op de website vermelde bedragen voor consult, behandeling of Chinese kruiden niet duidelijk zijn uitgesplitst en dat het door de cliënt betaalde bedrag van €1.200,- evenmin is te herleiden tot de diverse bedragen vermeld op de website. Desgevraagd kon de zorgaanbieder ter zitting van 26 mei 2025 niet afdoende verklaren hoe dit bedrag was opgebouwd. In zoverre is dan ook sprake van onvoldoende informed consent van de cliënt.

Ten aanzien van de rekening van €1.450,- die de cliënt op 15 november 2024 heeft voldaan, overweegt de commissie dat op de website met zoveel woorden is vermeld dat eenmaal op maat gemaakte Chinese kruiden na aankoop niet kunnen worden geretourneerd door de therapeut. De cliënt is ook akkoord gegaan met verstrekking van deze kruiden zodat dit klachtonderdeel naar het oordeel van de commissie ongegrond is.

Klachtonderdeel B
De woorden die de therapeut heeft geuit na het overlijden van de moeder van de cliënt zijn naar het oordeel van de commissie, hoewel niet gebruikelijk en niet geheel passend, ook niet als zodanig grievend aan te merken dat de therapeut hiervan een verwijt valt te maken. Dit klachtonderdeel acht de commissie dan ook ongegrond.

Klachtonderdeel C
Onbetwist is dat de zorgaanbieder heeft gedreigd met de politie in het telefoongesprek met de cliënt.
Dat vindt de commissie in de gegeven omstandigheid, getuigen van een weinig professionele houding. De commissie acht dit klachtonderdeel dan ook gegrond.

Klachtonderdeel D
De vierde vraag die ter beantwoording voorligt is of de zorgaanbieder met haar handelwijze haar geheimhoudingsplicht en het recht op privacy van de cliënt heeft geschonden. De commissie overweegt wat dit betreft als volgt.

Vaststaat dat de zorgaanbieder een behandelrelatie had met de moeder van de cliënt. De cliënt is nadat hij de huidige klacht bij de commissie had ingediend, gebeld door een onbekende persoon die hem €800,- aanbood teneinde de klacht in te trekken. Vervolgens is gebleken dat de zorgaanbieder ter zitting van
26 mei 2025 twee getuigen heeft meegenomen teneinde hen een verklaring te laten afleggen met betrekking tot de huidige klachtzaak.

Gelet op de beroepsmatige geheimhoudingsplicht van de zorgaanbieder en het recht op de bescherming van de privacy van de moeder van de cliënt, oordeelt de commissie deze klacht dan ook gegrond.

Naar het oordeel van de commissie getuigt het van weinig zelfreflectie om niet alleen andere patiënten in te lichten over (medische) aangelegenheden van andere patiënten maar ook om deze personen naar een mondelinge behandeling mee te nemen teneinde hen een verklaring over de zorgverlener af te laten leggen. Daarnaast getuigt het evenmin van een professionele houding door te dreigen met de politie in het geval een cliënt op een laagdrempelige manier in contact wenst te komen met een zorgaanbieder teneinde zijn klacht te bespreken. Deze houding van de zorgaanbieder baart de commissie dan ook grote zorgen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Nu de klacht van de cliënt gedeeltelijk gegrond is zal de commissie bepalen dat de zorgaanbieder het door de cliënt betaalde klachtengeld aan hem dient te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:
– verklaart de klachtonderdelen A, C en D gegrond;
– verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
– wijst af het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding.
Bepaalt dat de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de cliënt te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Complementaire Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw ir. H.C. Renkema, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Land-Smorenburg, secretaris, op 26 mei 2025.