
Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
962358/1052283
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende te [plaats] (hierna te noemen: de cliënte)en
Stichting Spaarne Gasthuis, gevestigd te Haarlem
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 mei 2025 te Utrecht. Namens de zorgaanbieder zijn verschenen [naam], [naam] chirurg en [naam], arts in opleiding tot chirurg.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de behandeling die door de zorgaanbieder bij de cliënte is uitgevoerd, waarvan zij stelt nadeel te hebben ondervonden.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
De cliënte is op 23 oktober 2024 geopereerd aan een hidradenitis in haar lies. Dit is geheel onder narcose gebeurd. De operatie heeft 6 minuten geduurd. Bij wakker worden op de uitslaapzaal had de cliënte pijn en geen gevoel in het gehele linkerbeen. De neuroloog heeft gezegd tegen de chirurg in opleiding die de operatie heeft uitgevoerd dat er een zenuw is geraakt of bekneld. Op de uitslaapzaal was er grote paniek. Er is een echo gemaakt van de kuit en knieholte, waarna is aangegeven dat er niets aan de hand was, maar wel is geconstateerd na onderzoek op de uitslaapzaal dat er sprake was van zenuwuitval. De cliënte is door meerdere neurologen onderzocht waarbij weer werd geconstateerd dat er geen gevoel was in voet/been. Na overleg kwam de neuroloog terug op de afdeling en vertelde hij bij een volle zaal tijdens bezoekuur dat hij in het dossier gelezen had dat de cliënte een zelfmoordpoging heeft gedaan in 1999.
Alle patiënten en hun familieleden op de zaal hebben dit gehoord onder wie ook de oudste dochter van de cliënte. Dit is zeer kwalijk en heeft grote gevolgen gehad.
Tijdens de opname is geen goede zorg verleend en nazorg totaal niet. De cliënte heeft geen chirurg gezien die langs is geweest om naar de wond te kijken of de situatie te bespreken. De cliënte werd zonder iets naar huis gestuurd. In november 2024 heeft de cliënte een MRI-scan gehad voor de pijn links onder, de uitslag was dat de zenuwen in de rug waren gekneld en gekneusd tijdens de operatie. De cliënte is 3,5 maand verlamd geweest en kon niet lopen. Zij is half gehandicapt geraakt door de operatie en is beperkt in alles. De neuroloog die de MRI-scan heeft aangevraagd vertelde dat bij beide uitslagen van de MRI er kneuzingen en knellingen te zien zijn op de foto’s. Deze zijn ontstaan tijdens de operatie door hardhandig handelen en door de positieligging. Dit de oorzaak van de pijn is. De cliënte slikt met verhoogde dosis 300 mg pregabaline en tramadol tegen de pijn en is nu afhankelijk van medicijnen. De cliënte heeft veel schade geleden van de ingreep en de gevolgen daarvan en wordt nog steeds belemmerd in haar dagelijkse leven. Zij eist een schadevergoeding.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
De cliënte is geopereerd aan een ontstoken haarzakje in de liesstreek. Voor de operatie werd zij in narcose gebracht en moest zij door de chirurg op een veilige manier op de operatietafel worden gelegd. Om goed bij de linkerlies te kunnen tijdens de ingreep werd de linkerknie gebogen en werd de voetzool van de linkervoet tegen de binnenkant van de rechterknie gelegd. Zij heeft tijdens de operatie zes minuten in deze houding gelegen. Nadat zij wakker was geworden kon de cliënte het linkerbeen niet goed meer voelen en ook niet goed bewegen. Ook had zij aanzienlijke pijn. De houding zoals beschreven is er een die vaak voor korte tijd wordt toegepast bij patiënten. De complicatie zoals die zich bij de cliënte heeft voortgedaan heeft de zorgaanbieder nooit eerder meegemaakt. Er is bij het aangeven van de klachten direct een neuroloog in consult gevraagd om te onderzoeken wat er aan de hand was. Hij vertelde dat er waarschijnlijk een zenuw is gekneusd door de houding waarin de cliënte heeft gelegen tijdens de operatie. Er is bovendien een radioloog gekomen die een echo heeft gemaakt om te kijken of er iets te zien was dat de klachten kon verklaren. De neuroloog heeft aangegeven dat de klachten en verschijnselen passend bij een (compressie) ischiadicus neuropathie of S1 radiculopathie links met wellicht ook verergering bij eerdere functionele klachten.
Bij aanvullend MRI-onderzoek werd bij herhaling een afwijkende morfologie van de linker N. ischiadicus vastgesteld bij geringe EMG-afwijkingen ondersteunend voor de diagnose ischiadicus neuropathie links. Daar de klachten perioperatief zijn opgetreden werd een compressieneuropathie aannemelijk geacht of toch lokale inflammatie. Gezien het uitblijven van herstel werd de cliënte voor een second opinion verwezen naar het Amsterdam UMC ter toetsing van een alternatieve diagnose mede gezien de slechts beperkte duur van de perioperatieve immobilisatie. De neuroloog heeft met de cliënte besproken dat de verergering van de klachten kan passen bij een functioneel neurologische stoornis. Dit is een ziektebeeld dat kan zorgen voor mindere functie van een lichaamsdeel, bijvoorbeeld door stress, andere ziekten of psychische problemen in het verleden. Dat is de reden dat de neuroloog vragen heeft gesteld omtrent de mentale kwetsbaarheid. Dit is in aanwezigheid van anderen gebeurd. Dit had niet mogen gebeuren en hiervoor zijn door de neuroloog dan ook excuses aangeboden. Overigens is de cliënte wel serieus behandeld en is er zeker niet lacherig gedaan.
Voor de operatie is de operateur met zijn supervisor bij de cliënte langs geweest en heeft zich met naam en functie voorgesteld. Hier is ook een notitie van gemaakt in het medisch dossier. De cliënte was er dus mee bekend wie de operatie zou uitvoeren.
Het is duidelijk dat bij de cliënte een complicatie is opgetreden maar deze is niet te wijten aan onzorgvuldig medisch handelen. Er is geen zenuw geraakt tijdens de ingreep zoals zij stelt. De zenuw zit namelijk diep vanbinnen en kan tijdens de operatie niet geraakt worden. Bovendien lopen er op de plek waar gesneden is geen zenuwen die te maken hebben met de aansturing van het onderbeen. Wel is de zenuw gekneusd, hoogstwaarschijnlijk door de manier van liggen tijdens de ingreep. Met hardhandig handelen tijdens de ingreep heeft dit niets te maken.
De behandeling is op normale wijze uitgevoerd. De zorgaanbieder betreurt het dat de cliënte grote gevolgen ondervindt van deze complicatie, maar dat wil niet zeggen dat de behandeling verkeerd gedaan is. De zorgaanbieder is daarom niet aansprakelijk voor de gestelde schade.
Beoordeling van het geschil
De commissie dient te beoordelen of de zorgaanbieder is tekort geschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelovereenkomst die tussen de cliënte en de zorgaanbieder is gesloten. Bij de uitvoering van de overeenkomst moet de hulpverlener de zorgplicht in acht nemen. Deze zorgplicht houdt in dat de hulpverlener die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. De zorgplicht houdt in beginsel geen resultaatsverplichting in, maar wordt aangemerkt als een inspanningsverplichting. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
De commissie acht, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, aannemelijk dat de operatie op de juiste manier is uitgevoerd. Niet is vast komen te staan dat door de behandelend arts medische fouten zijn gemaakt. Voorts is naar het oordeel van de commissie niet gebleken dat de pijn en de gevoelloosheid van het linkerbeen van de cliënte kort na de operatie het gevolg zijn van onzorgvuldig handelen. De cliënte stelt weliswaar dat een neuroloog van de zorgaanbieder op basis van twee MRI-scans aan de cliënte heeft verklaard dat de daarop zichtbare kneuzingen en knellingen het gevolg zijn van hardhandig handelen, maar dit is door de zorgaanbieder weersproken en blijkt niet uit het dossier.
Op welke wijze en met welke bewoordingen de neuroloog zijn bevindingen aan de cliënte heeft meegedeeld, is derhalve voor de commissie niet komen vast te staan. Zo al sprake is van de zeer zeldzame complicatie zoals beschreven door de cliënte, is niet gebleken dat de zorgaanbieder verwijtbaar is tekortgeschoten in de uitvoering van de operatie en de complicatie daarom een gevolg zou zijn van verwijtbaar handelen. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
Voor wat betreft de communicatie en de omgang met de cliënte door de zorgaanbieder is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder daarin is tekortgeschoten. Ter zitting is door de cliënte de situatie beschreven na de operatie, waarbij verwarring is ontstaan nadat de complicatie duidelijk werd en de daaropvolgende overplaatsing naar een andere locatie van de zorgaanbieder, waar zij een nacht heeft moeten verblijven. De cliënte is gedurende deze periode niet adequaat geïnformeerd over haar toestand en heeft niet de mogelijkheid gekregen om haar familie in te lichten. Deze gang van zaken is door de zorgaanbieder niet weersproken. De commissie acht deze manier van omgang met een patiënt onzorgvuldig. Met name het benoemen van een zelfmoordpoging van de cliënte in 1999 in aanwezigheid van anderen acht de commissie onzorgvuldig en onnodig.
De commissie acht het voorts een gemiste kans dat niet (eerst) de klachtenprocedure van de zorgaanbieder is doorlopen. Dit had de cliënte de mogelijkheid gegeven in gesprek te gaan met de betrokken artsen en haar verhaal te doen. Zoals door haar zelf aangegeven ter zitting, was dit voor haar heel belangrijk geweest. Het is te betreuren dat haar deze kans is ontnomen.
Op grond van vorenstaande is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder is tekortgeschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelovereenkomst voor zover dit betreft de informatievoorziening
en communicatie met de cliënte. De klacht zal op dit onderdeel gegrond worden verklaard.
Schadevergoeding
De cliënte vordert schadevergoeding voor de gemaakte medische fout waardoor zij nog steeds hinder en last ervaart in haar functioneren. Zoals hiervoor overwogen is de commissie van oordeel dat geen sprake is geweest van een medische fout bij het uitvoeren van de operatie. Er ontbreekt daarom een causaal verband tussen de uitgevoerde handeling en de door de cliënte ervaren pijn en last. Voor zover de cliënte ook immateriële schade heeft willen vorderen stelt de commissie dat niet is aangetoond en onderbouwd dat zij door de bejegening van de zorgaanbieder immateriële schade heeft geleden. Daarom zal de vordering tot schadevergoeding worden afgewezen.
Wel bepaalt de commissie onder verwijzing naar het reglement dat de zorgaanbieder het door de cliënte betaalde klachtengeld dient te vergoeden, zijnde een bedrag van € 127,50.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht gegrond voor wat betreft de omgang en communicatie met de cliënte;
– wijst af het verzoek tot schadevergoeding;
– bepaalt dat de zorgaanbieder aan de cliënte vergoedt het door haar betaalde klachtengeld van
€ 127,50.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw dr. M.C. Visser MBA, de heer J. Donga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 21 mei 2025.