
Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
712680/818578
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
In dit geschil tussen een cliënt en het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) te Tilburg oordeelt de Geschillencommissie Ziekenhuizen dat de klacht over de communicatie door de polikliniek orthopedie gegrond is. De overige klachten, waaronder het medisch handelen van de orthopedisch chirurg en de communicatie met hem, worden ongegrond verklaard. De commissie verklaart zich onbevoegd om te oordelen over de klachten met betrekking tot de klachtenfunctionaris, klachtencommissie en de Raad van Bestuur. De cliënt onderging tussen 2020 en 2023 drie rugoperaties. Hij beklaagde zich over medische fouten, een late heroperatie, een opgetreden infectie en slechte communicatie. De commissie stelt vast dat de medische complicaties zoals loslatende schroeven en infecties kunnen voorkomen en dat de zorgaanbieder in overeenstemming met de professionele standaard heeft gehandeld. Er is geen bewijs dat de infectie is veroorzaakt door eerder operatief handelen, noch van onzorgvuldig medisch optreden. Wel acht de commissie het onzorgvuldig dat de cliënt, tijdens afwezigheid van zijn arts, voor pijnmedicatie werd doorverwezen naar de drogisterij. Deze gang van zaken is in strijd met patiëntgerichte zorgverlening, aldus de commissie. De zorgaanbieder moet het klachtengeld van € 52,50 aan de cliënt vergoeden. De inhoudelijke klachten over de onafhankelijkheid van de klachtenfunctionaris en interne klachtbehandeling zijn buiten de bevoegdheid van de commissie en daarom niet beoordeeld.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)en
ETZ, gevestigd te Tilburg
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 april 2025 te Utrecht.
De cliënt was zelf ter zitting aanwezig. Namens de zorgaanbieder zijn ter zitting verschenen: [naam] (arts), [naam] (klachtenfunctionaris) en [naam] (jurist).
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft de vraag of de orthopedisch chirurg en de medewerkers van de polikliniek orthopedie zorgvuldig hebben gehandeld in de behandeling van de cliënt en de communicatie. Verder betreft het geschil de vraag of de klacht van de cliënt op zorgvuldige wijze is behandeld.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De cliënt heeft drie orthopedische ingrepen ondergaan bij de zorgaanbieder en daarbij zijn medische fouten gemaakt. Zo bleek in 2021 al dat sprake was van losse schroeven in zijn rugwervel, maar is hij daaraan pas in augustus 2022 geopereerd. Na deze operatie zat het voor het gevoel van de cliënt nog niet goed en in mei 2023 is hij hieraan opnieuw geopereerd. Ook heeft de cliënt toen een infectie gekregen die waarschijnlijk voortvloeit uit epitheelcellen die al gevonden zijn in 2022. Uit een second opinion bleek vervolgens dat sprake is van een losliggende wervel en beknelde zenuwen.
Ook klaagt de cliënt over de communicatie en bejegening door de orthopedisch chirurg en de polikliniek orthopedie.
De klachtenprocedure heeft de cliënt niet als onpartijdig ervaren en de cliënt voelde zich niet serieus genomen door de klachtenfunctionaris, de klachtencommissie en de Raad van Bestuur.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
Orthopedisch chirurg en polikliniek
De orthopedisch chirurg heeft aan zijn zorgplicht voldaan: er is geen aanleiding om aan te nemen dat hij verwijtbaar heeft gehandeld gedurende de zorgverlening aan de cliënt en meer specifiek rondom de operatie op 27 juni 2020 of de revisies op 11 augustus 2022 en 30 mei 2023.
De orthopedisch chirurg kan zich voorstellen dat het voor de cliënt moeilijk is dat de behandeling anders is gelopen dan hij had verwacht maar hierin treft de orthopedisch chirurg geen verwijt. Uit het medisch dossier en de overgelegde stukken blijkt dat de orthopedisch chirurg de tijd heeft genomen voor de cliënt, aandacht heeft gehad voor pijnklachten van de client en daar steeds naar heeft gehandeld. De orthopedisch chirurg betwist dat hij informatie heeft achtergehouden. Hij heef te allen tijde de nodige informatie met de cliënt gedeeld en besproken. Ook heeft de orthopedisch chirurg steeds op aanvullende (hulp)vragen en verzoeken van de cliënt gereageerd.
Verder is de cliënt ontevreden over de medewerkers van de polikliniek orthopedie. Uit de stukken kan de zorgaanbieder niet opmaken waarover de cliënt precies ontevreden is. Het is voor de zorgaanbieder dan ook niet mogelijk om hier adequaat op te reageren.
Medisch handelen
Betwist wordt dat sprake is geweest van een gemiste diagnose in 2022. Door de cliënt wordt verder niet toegelicht of onderbouwd om welke diagnose het precies gaat. In het algemeen stelt de orthopedisch chirurg dat hij loslating van de schroeven had geconstateerd en dit de aanleiding is geweest voor de revisie op 11 augustus 2022. Een bekende complicatie bij een spondylodese operatie is het loslaten van schroeven. Een hersteloperatie is dan soms nodig, hetgeen bij de cliënt het geval was. Deze operatie en opname verliepen ongecompliceerd.
Ook voor, tijdens en na de derde operatie heeft de orthopedisch chirurg de zorg verleend zoals dat van hem verwacht mocht worden overeenkomstig de voor hem geldende beroepsnormen en professionele standaard. In reactie op klachten van de cliënt heeft de orthopedisch chirurg nader onderzoek gedaan en passende actie ondernomen toen sprake bleek van een laag virulente bacteriële infectie.
Communicatie
Voor wat betreft het verwijt over de communicatie jegens de cliënt, betwist de orthopedisch chirurg dat hij hierin nalatig is geweest. Hij heeft zich altijd professioneel opgesteld en fatsoenlijk gecommuniceerd. De orthopedisch chirurg heeft veel (telefonisch) contact gehad met de cliënt. De elektronische communicatie had op onderdelen soms sneller gekund en gemoeten, maar dit leidt niet tot een gegronde klacht.
Klachtenfunctionaris
De klachtfunctionaris is onpartijdig en moet worden gezien als een onafhankelijke partij tussen de cliënt enerzijds en zorgaanbieder anderzijds. De zorgaanbieder onthoudt zich dan ook van inmenging in de wijze waarop de klachtfunctionaris haar werkzaamheden in het concrete geval verricht.
Klachtencommissie
Het is volgens de zorgaanbieder onjuist dat de klachtencommissie geen onafhankelijk oordeel heeft gegeven. Dit blijkt nergens uit en wordt door de cliënt verder ook niet toegelicht of onderbouwd. Het advies van de klachtencommissie is zonder inmenging of betrokkenheid van de raad van bestuur tot stand gekomen.
Raad van Bestuur
De zorgaanbieder betwist dat de raad van bestuur niet naar behoren functioneert of de klachten van de cliënt niet serieus heeft genomen. De raad van bestuur heeft de klacht van de cliënt conform de werkwijze als bedoeld in de klachtenregeling opgepakt en heeft zorgvuldig alle stappen doorlopen om tot het eindoordeel te komen. Daarnaast heeft de raad van bestuur steeds gereageerd op de vragen van de cliënt.
Beoordeling van het geschil
Wat aan het geschil vooraf is gegaan
De cliënt was bekend met symptomatische spondylolytische spondylolisthesis (met een losliggende boog aan de achterkant van de rugwervel) en daarom heeft de zorgaanbieder een operatieve decompressie en spondylodese met reductie van de wervel L5 (lendenwervel) – S1 (heiligbeen) geïndiceerd. Op 27 juni 2020 heeft de cliënt hiervoor een operatie met decompressie, cages en schroef-fixatie ondergaan met behulp van een navigatiesysteem (Sextant). Twee jaar later bleek uit een CT scan dat bij de cliënt sprake was van losse schroeven aan de rechterkant. Daarom zijn deze schroeven op 11 augustus 2022 operatief verwisseld en zijn dikkere schroeven ingebracht. Hierna bleef de cliënt last houden van pijnklachten. Op 30 mei 2023 heeft opnieuw een operatie plaatsgevonden, waarbij de schroeven aan de rechterkant zijn verwijderd en middels kweken tijdens de operatie een infectie is ontdekt. De infectie is bestreden met antibiotica.
Reikwijdte klacht en bevoegdheid commissie
De klacht van de cliënt ziet op het handelen van en communicatie met orthopedisch chirurg, [naam], en de polikliniek orthopedie. Daarnaast ziet de klacht van de cliënt op het handelen van de klachtenfunctionaris, de klachtencommissie en de Raad van Bestuur.
Ingevolge artikel 19 lid 1 van de Wkkgz heeft de commissie tot taak geschillen te beslechten over gedragingen van een zorgaanbieder jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening. Conform vaste jurisprudentie van de commissie (onder andere de uitspraak met referentienummer 133014/171326), is de commissie niet bevoegd te oordelen over het handelen van onafhankelijke, bij de klachtbehandeling betrokken personen.
Nu drie klachtonderdelen niet zien op een gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening aan de cliënt, maar de klachtonderdelen uitsluitend zijn gericht op het handelen van de onafhankelijk klachtenfunctionaris, de klachtencommissie en de Raad van Bestuur, acht de commissie zich niet bevoegd om over deze klachtonderdelen te oordelen.
Aan een inhoudelijke behandeling van deze klachtonderdelen komt de commissie dan ook niet toe.
De commissie bespreekt de overige klachtonderdelen hierna afzonderlijk.
Medisch handelen en communicatie orthopedisch chirurg
Bij de cliënt zijn diverse complicaties opgetreden, zoals het herhaaldelijk losraken van de schroeven en het ontstaan van een infectie. Het optreden van dergelijke complicaties betekent niet direct dat door een zorgaanbieder fouten zijn gemaakt. Het losraken van schroeven kan diverse oorzaken hebben, zoals pseudoartrose, de wijze van fixatie, beweging of een infectie. De commissie kan niet vaststellen dat het loslaten van de schroeven te wijten is aan onzorgvuldig handelen van de zorgaanbieder.
Ook het optreden van een infectie behoort tot de mogelijke complicaties van een medische ingreep. Naar het oordeel van de commissie heeft de zorgaanbieder gehandeld in overeenstemming met de geldende professionele standaard door de ontstane infectie te behandelen met een antibioticakuur. Nu het hier betreft een implantatie van schroeven in een gefixeerde wervelkolom – en niet in een beweeglijk gewricht zoals de knie of heup – acht de commissie het beroepshalve in eerste instantie niet noodzakelijk om de prothese te verwijderen.
De constatering van epitheelcellen tijdens de tweede operatieve ingreep doet aan het voorgaande niet af. Hoewel zowel de commissie als de zorgaanbieder geen sluitende verklaring kan geven voor de aantekening omtrent de aanwezigheid van epitheelcellen – nu geen pathologisch onderzoek is verricht – is de commissie niet in staat vast te stellen dat deze cellen de oorzaak zijn van de nadien ontstane infectie, noch dat deze epitheelcellen afkomstig zijn van een eerdere operatie aan de wervelkolom van cliënt.
Ten aanzien van de communicatie tussen de orthopedisch chirurg en de cliënt overweegt de commissie dat, als gevolg van de COVID-19-pandemie, een aanzienlijk deel van het contact telefonisch heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn er diverse berichten uitgewisseld via het zogenoemde InBasket-systeem, een digitaal platform waarop cliënten vragen kunnen stellen aan hun behandelaar. De zorgaanbieder heeft erkend dat dit systeem in de praktijk niet altijd even werkbaar is gebleken, hetgeen ertoe heeft geleid dat beantwoording van berichten soms vertraging opliep.
Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, komt de commissie tot de conclusie dat niet is gebleken van onprofessioneel handelen dan wel onheuse bejegening van de cliënt door de orthopedisch chirurg.
Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.
Communicatie polikliniek
De cliënt klaagt over de communicatie en bejegening door de polikliniek orthopedie. Zo vroeg de cliënt om nieuwe pijnmedicatie, maar werd de cliënt vanwege de vakantie van de orthopedisch chirurg naar de drogisterij doorverwezen.
Naar het oordeel van de commissie is deze gang van zaken uiterst ongelukkig en is het handelen van de polikliniek in dezen onzorgvuldig. Ter zitting heeft de zorgaanbieder erkend dat de gevolgde handelwijze niet juist is geweest en dat daarmee niet is voldaan aan de vereisten van professionele en patiëntgerichte zorgverlening.
Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond.
Nu de klacht van de cliënt ten dele gegrond wordt verklaard, dient de zorgaanbieder ingevolge het reglement van de commissie aan de cliënt het door hem betaalde klachtengeld, een bedrag van € 52,50, te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart zich onbevoegd in de klachten ten aanzien van de klachtenfunctionaris, klachtencommissie en Raad van Bestuur;
– verklaart de klacht met betrekking tot de communicatie door de polikliniek gegrond;
– verklaart de overige klachten ongegrond.
– bepaalt dat de zorgaanbieder binnen 14 dagen na verzending van dit bindend advies een bedrag van € 52,50 aan de cliënt dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer prof. dr. B.J. van Royen, mevrouw mr. I. van den Hoven – van Vogelpoel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 14 april 2025.