
Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend advies na tussenadvies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
227577/252735
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging boog zich over een klacht van een consument die na een cosmetische behandeling een opvallend litteken op haar knie ontwikkelde. In een eerder tussenadvies gaf de commissie aan dat deskundig onderzoek nodig was om vast te stellen of het litteken door een fout van de ondernemer was veroorzaakt. De deskundige heeft de consument gesproken, maar de ondernemer weigerde medewerking te verlenen aan het onderzoek. Hierdoor kon de oorzaak van het litteken niet objectief worden vastgesteld. De commissie oordeelde dat dit voor risico van de ondernemer komt en gaat ervan uit dat de littekenvorming is veroorzaakt door foutief of gebrekkig gebruik van apparatuur. De ondernemer is daarmee aansprakelijk voor de schade. De deskundige stelde op basis van e-mailcontact met een arts een mogelijke herstelkost van € 3.500 vast, maar dit was onvoldoende onderbouwd. De commissie heeft daarom zelf een redelijke schadevergoeding vastgesteld van € 1.500. Ook moet de ondernemer het klachtengeld van € 52,50 terugbetalen aan de consument. Daarnaast moet de ondernemer de behandelingskosten van de procedure betalen.
De uitspraak
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het tussenadvies heeft de commissie het volgende overwogen:
Op basis van de stukken en hetgeen partijen op de zitting hebben gezegd, is de commissie niet in staat te beoordelen of de ondernemer een fout heeft gemaakt. Daarvoor is nodig dat de zaak wordt onderzocht door een deskundige. Deze zal met name moeten beoordelen:
a. of het litteken dat de consument heeft op haar knie veroorzaakt is door een fout van de ondernemer of dat een dergelijk litteken ook kan ontstaan als gevolg van de gewone risico’s die kleven aan een dergelijke behandeling;
b. of het litteken kan worden hersteld en welke kosten daarmee zijn gemoeid;
Naar aanleiding van de vragen heeft de deskundige onderzoek gedaan. De deskundige heeft gesproken met de consument. De ondernemer heeft geen medewerking verleend aan het onderzoek.
Omdat de ondernemer geen medewerking heeft verleend, heeft de deskundige niet kunnen vaststellen wat de oorzaak is geweest van de littekenvorming bij de consument. Dit dient echter voor rekening van de ondernemer te komen nu deze geweigerd heeft aan het onderzoek mee te werken.
De commissie zal er daarom voor houden dat het litteken is ontstaan als gevolg van een fout van de ondernemer (als gevolg van het verkeerd toepassen van de apparatuur, dan wel het gebruiken van gebrekkige apparatuur).
Voor de schade die de consument daardoor leidt, is de ondernemer aansprakelijk. Ten aanzien van de hoogte van de schade gaat de deskundige uit van medische kosten ad € 3.500,–. Dit volgt echter niet uit onderzoek van de deskundige zelf maar uit e-mail contact tussen de consument en een arts bij een kliniek.
Dit bedrag is verder op geen enkele wijze toegelicht en de commissie is ook niet ingelicht over precies welke behandeling de consument zou moeten ondergaan. De commissie zal de schade daarom ex aequo et bono vaststellen. Daarbij houdt de commissie rekening met de door de consument in de klacht gevorderde materiële schade, de door haar geleden pijn en eventuele kosten van medisch herstel. De door de ondernemer te vergoeden schade wordt aldus vastgesteld op € 1.500,–.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient aan de consument uiterlijk twee weken na deze uitspraak een bedrag te betalen van € 1.500,00.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit de heer mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, mevrouw E.S. Keijzer, mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 13 januari 2025.