Categorie: Informatieplicht en informed consent 

Categorie: Informatieplicht en informed consent 

Juridisch kader: Juridisch kader: Boek 7 Burgerlijk Wetboek (BW), Wet kwaliteit, klachten en geschillencommissie zorg (Wkkgz), Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg)

Op basis van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek heeft de zorgverlener de plicht om de patiënt in begrijpelijke woorden te informeren over onder andere het voorgenomen onderzoek, over de diagnose, de behandelopties, de risico’s en (mogelijke) bijwerkingen. Zodat de patiënt weloverwogen een beslissing kan nemen voor een bepaalde behandeling. De informatieplicht van de arts en het toestemmingsvereiste vormen een twee-eenheid. Dit noemen we informed consent. De zorgaanbieder is verplicht op tijd met de patiënt te overleggen en te vragen of alles duidelijk is. Ook moet de zorgaanbieder informatie geven over het niet doen van een behandeling en over de mogelijkheid van een behandeling door andere zorgaanbieders. De zorgaanbieder moet de situatie van de patiënt leren kennen en informatie geven over de duur van het onderzoek en de behandelingen. 


2022

Informatieplicht

Risico’s ingreep te algemeen uitgelegd; complicaties hadden moeten worden benoemd

In de uitspraak van de Geschillencommissiecommissie Ziekenhuizen 42271/58318 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) heeft de chirurg de klager onvoldoende verteld over de mogelijke complicaties. Die complicaties zijn alleen algemeen benoemd. De chirurg heeft klager verteld dat met ‘zenuwletsel’ gevoelloosheid rond het operatielitteken werd bedoeld. Het zou niet gaan om een ingewikkelde ingreep. Klager heeft meerdere keren gevraagd of er ernstigere zenuwschade kon optreden en of hij nog wel piano zou kunnen spelen na de ingreep. De chirurg heeft een mogelijke uitval van functie van de vingers of een krachtverlies van de hand niet benoemd. De geschillencommissie vindt dat de chirurg hier wel op had moeten wijzen en acht de klacht gegrond.

Risico’s en complicaties van de ingreep onvoldoende besproken; in het medisch dossier ontbreken de feiten over de risico’s en complicaties

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 61892/80600 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) is de zorgaanbieder tekortgeschoten in haar informatieplicht aan de klager. De klager heeft een staaroperatie ondergaan en daarbij is de iris in het rechteroog (floppy iris) beschadigd geraakt. Dit is een van de risico’s bij een staaroperatie. Volgens de klager is dit risico en het feit dat hij een verhoogde kans hierop heeft, niet met hem besproken. Hierdoor heeft hij geen goede afweging kunnen maken om wel of niet de operatie te ondergaan. De zorgaanbieder zag de behandeling als een technisch lastige operatie. Dit had duidelijk met klager besproken moeten worden. In het medisch dossier van klager staat alleen dat de risico’s/complicaties met hem zijn besproken: de daadwerkelijk besproken risico’s/complicaties worden niet apart genoemd. Daarom is niet duidelijk of de klager is geïnformeerd over het risico op een ‘floppy iris’ en of de zorgaanbieder op dit punt heeft voldaan aan zijn informatieplicht. De geschillencommissie vindt dat de zorgaanbieder is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst en acht de klacht gegrond.

In medisch dossier niet vastgelegd welke implicaties met klager zijn besproken

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 24247/30346 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) zegt de klager onvoldoende te zijn geïnformeerd over de risico’s van de ingreep. De geschillencommissie vindt dat de klager voldoende tijd had om een beslissing over de voorgestelde staaroperatie te nemen en de risico’s daarvan af te wegen. Zeer uitzonderlijke complicaties hoeven niet te worden besproken. Omdat in het medisch dossier niet is vastgelegd welke risico’s met de klager zijn besproken vindt de geschillencommissie wel dat de informatieverstrekking zorgvuldiger had gemoeten. De klacht is gegrond.

Voldaan aan informatieplicht, maar beter vastleggen in medisch dossier

Dit blijkt uit de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 45387/56255 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) waarin de geschillencommissie vindt dat de zorgaanbieder niet tekort is geschoten in haar informatieplicht aan de klager. Wel moet de zorgaanbieder in de systemen van het ziekenhuis vastleggen welke informatie mondeling en/of schriftelijk aan de patiënt is gegeven.

Zie ook de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 47344/58345 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) waar de verslaglegging over de gegeven informatie ook onvoldoende was.

Alternatieve behandelopties hoeven niet altijd te worden besproken

In de uitspraak van de geschillencommissie Ziekenhuizen 18844/21894 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) vindt de geschillencommissie dat de uroloog geen alternatieve behandelmethoden hoefde voor te stellen aan de klager, omdat deze volgens de medische wetenschap de klager niet voldoende zouden helpen.

Mentor heeft recht op informatie over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding

In de uitspraak van de Geschillencommissie Huisartsenzorg 20210081 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) is de klager als mentor van een patiënt niet rechtstreeks geïnformeerd over de diagnose na een val. Volgens de geschillencommissie had dit wel moeten gebeuren. De mentor beslist over zaken zoals verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. Dit zijn beslissingen op persoonlijk vlak, waarbij het ook kan gaan over feitelijke zaken, zoals het inzien van het zorgdossier. De huisarts was gewend om te communiceren met het verpleeghuis en ging er vanuit dat zij dit verder met de mentor zou afstemmen. Volgens de geschillencommissie had de huisarts hier een duidelijke afspraak over moeten maken zodat de mentor alle informatie kon vinden in het zorgdossier. De klacht is gegrond.

Informatie zorgkosten

Artikel 38 eerste en tweede lid Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg) verplicht zorgaanbieders hun patiënten tijdig en zorgvuldig te informeren over de prestatie die geleverd wordt en het tarief dat daarvoor geldt. Onder tijdig verstaat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat de informatie verstrekt moet worden vóórdat een behandeling/opname bij een zorgaanbieder is gestart. Het kan zijn dat het nog niet mogelijk is aan te geven wat de exacte prestatie en/of het tarief is. Dit is bijvoorbeeld het geval in de curatieve sector, bij zogenaamde Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s) die pas na afloop van de behandeling vastgesteld worden. In die gevallen moet de zorgaanbieder de consument uitleggen waarom vooraf volledig informeren niet mogelijk is.

Geen verplichting tot het vooraf melden van tarieven vallende onder de basiszorg

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 12332/20404 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) is de klager het niet eens met een declaratie die hij heeft ontvangen voor een neurologisch onderzoek omdat hij daar geen toestemming voor heeft gegeven. De geschillencommissie vindt dat de klager zelf naar de spoedeisende hulp is gegaan vanwege hoofdletsel dat hij in een uitgaansgelegenheid had opgelopen. Hiermee heeft hij indirect toestemming gegeven voor de medische behandeling. Boek 7  van het Burgerlijk Wetboek verplicht een ziekenhuis niet om informatie te geven over de tarieven van verzekerde (basis)zorg. Uit de Wmg en de door de NZa vastgestelde beleidsregels blijkt dat zorgaanbieders verplicht zijn tijdig voorlichting te geven over tarieven wanneer deze rechtstreeks met de consument worden verrekend en/of wanneer de consument daarom vraagt. De geschillencommissie stelt vast dat de behandeling die de patiënt heeft ondergaan viel onder de basiszorg die door de zorgverzekeraar wordt vergoed. Verrekening van deze zorg is verlopen via de zorgverzekeraar dus was er geen verplichting voor de zorgaanbieder om vooraf de tarieven te melden. De klacht is ongegrond.

Voldoende informatie door zorgaanbieder verstrekt over structurele wijzigingen zorgpolis

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 65850/94418 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) kreeg de klager onverwacht een factuur van het ziekenhuis, terwijl zij dit in het verleden niet kreeg. Het standpunt van de zorgaanbieder is dat de klager - verzekert via een budgetpolis - voor de medische behandeling een brief heeft ontvangen waarin zij is geïnformeerd over de structurele wijzigingen in de polisvoorwaarden die vanaf 2019 zouden ingaan. Hierdoor zou de niet gecontracteerde zorg niet meer (volledig) worden vergoed. Daarnaast stond de informatie ook op de website van de zorgaanbieder. Volgens de geschillencommissie heeft het ziekenhuis voldoende aan haar informatieplicht voldaan.

Geen verplichting tot voorlichting over DBC-systematiek en facturering zorgverzekeraar

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 57397/81739 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) is de klager chronisch patiënt en onder behandeling bij de zorgaanbieder. Hij moet jaarlijks gecontroleerd worden. In 2019 verhoogde klager zijn eigen risico naar € 885,00. Begin 2020 onderging hij een slokdarmbehandeling en ontving hij een rekening van zorgaanbieder van € 716,00. Klager vindt dat de zorgaanbieder hem over de kosten van de behandeling had moeten informeren. Volgens de geschillencommissie is de zorgaanbieder niet verplicht om voorlichting te geven over de DBC-systematiek en de financiële gevolgen daarvan voor de patiënt. De klager heeft hier ook niet naar gevraagd. De klacht is ongegrond.

Factuur voor acute zorg terecht verstuurd naar klager

In de uitspraak van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg 48340/63883 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) vindt de geschillencommissie dat de zorgaanbieder goed heeft gehandeld door de klager te laten bezoeken door de crisisdienst. Dat de factuur hiervoor voor rekening van het eigen risico van klager komt, is volgens de geschillencommissie niet de schuld van de zorgaanbieder. Acute psychische zorg gaat op grond van wet- en regelgeving ten koste van het eigen risico. Hier heeft de zorgaanbieder geen invloed op. De klacht is ongegrond.

Klager heeft een eigen onderzoeksplicht verzekeringspolis

In de uitspraak van de Geschillencommissie Huisartsenzorg 20210008  (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) heeft de huisarts de klager niet geïnformeerd over de kosten van de GGZ-psycholoog waar de klager naar doorverwezen was bij afwezigheid van de POH-GGZ. De geschillencommissie vindt dat de huisarts een informatieplicht heeft ten opzichte van de patiënt. Deze informatieplicht vloeit voort uit de behandelingsovereenkomst op grond van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens de geschillencommissie moet de klager zelf onderzoeken of de kosten van een aanvullende behandeling, zoals de behandeling bij de psycholoog, vallen onder de dekking van de door klager afgesloten zorgverzekering. Als verzekerde kan de klager niet zomaar aannemen dat haar zorgverzekeraar de kosten vergoedt. Volgens de geschillencommissie kan van een huisarts niet worden verwacht dat deze op de hoogte is van alle verschillende verzekeringspolissen van zijn/haar patiënten. De geschillencommissie vindt dat de huisarts niet verwijtbaar heeft gehandeld door klager door te verwijzen naar de psycholoog, zonder de klager eerst te wijzen op de eventuele kosten hiervan. De geschillencommissie acht de klacht van klager ongegrond.

Informed consent

Informatie over risico’s behandeling voldoende besproken blijkt uit medisch dossier

In de uitspraak van de Geschillencommissie Huisartsenzorg 20200110 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) vindt de geschillencommissie dat de klager voldoende is gewezen op de risico’s van een injectie in haar schouder. De huisarts heeft met de klager besproken dat fysiotherapie en pijnstilling de eerste behandeling is. Klager bleef erbij dat zij dit niet wilde en wilde een injectie in haar schouder. Dit is vastgelegd in het journaal. Volgens de geschillencommissie is daarmee duidelijk dat er sprake is van informed consent, zoals is vastgelegd in de artikelen 7:448 en 7:450 BW.

Belang toediening medicatie besproken; toestemming gegeven

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 32583/52281 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) klaagt de klager erover dat hij na een herseninfarct bloedverdunners heeft gekregen, wat hij niet wilde omdat hij van bloedverdunners gaatjes in zijn darm krijgt. Volgens hem was er geen sprake van informed consent. De klager had een herseninfarct doorgemaakt. Bloedverdunners of antistollingsmiddelen zijn belangrijk om het risico op een nieuw herseninfarct zo klein mogelijk te houden. De zorgaanbieder stelt dat in het dossier van klager staat dat hij geïnformeerd is over het belang van de medicatie en de mogelijke bijwerkingen ervan. Volgens de behandelend arts was het middel Clopidogrel de beste optie en is dit besproken. Dat er bijwerkingen konden optreden aan het maag-darm-leverkanaal was bekend, maar dat was geen reden om het middel niet voor te schrijven.  Toen klager darmklachten kreeg en hiervan melding maakte, werd hem een ander antistollingsmiddel voorgeschreven. Klager voert aan dat hij geen toestemming had gegeven voor het middel Clopidogrel, maar dat blijkt niet uit de informatie van de zorgaanbieder. De klager vertrouwde op de deskundigheid van de arts en om die reden had hij het middel genomen. De geschillencommissie stelt dat er sprake is van informed consent. De klacht is ongegrond.

Ook in de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 46800/59082 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) stelt de geschillencommissie dat informed consent is verkregen.

Informed consent had beter gekund, maar niet alle risico’s hoeven te worden vermeld

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 23515/27797 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) stelt de geschillencommissie dat het verkrijgen van informed consent beter had gekund, maar dat het risico op een kaakfractuur bij een coronectomie zo weinig voorkomt, dat de klager daarover niet geïnformeerd hoefde te worden.

Risico’s ingreep besproken en toestemming verkregen, medisch dossier leidend

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 8885/20271 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak) klaagt de klager over een hernia-operatie waaraan zij een gevoelloze linkervoet- en kuit heeft overgehouden. Zij vindt dat de zorgaanbieder haar onvoldoende heeft geïnformeerd over de risico’s. In het medisch dossier staat: “Met patiënte besprak ik de procedure, risico’s, complicaties (nabloeding, infectie, toename neurologische uitval, niet verbeteren van de huidige klachten, durascheur met liquorlekkage) en de verwachtingen van de operatie. Patiënte begrijpt bovenstaande en is akkoord.” De geschillencommissie vindt dan ook dat de zorgaanbieder in de informatieverstrekking voldoende zorgvuldig heeft gehandeld en verklaart dit klachtonderdeel ongegrond.


2020

Informatie over behandelmethoden en bijwerkingen

De zorgaanbieder moet de patiënt duidelijke informatie geven over de verschillende behandelmethoden die mogelijk zijn. Ook moet de zorgaanbieder mogelijke complicaties en bijwerkingen bij deze behandelmethoden bespreken met de cliënt.

Voorbeeld uitspraak 108281 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
Het ging in deze zaak om de ziekte van Peyronie. Als gevolg van deze aandoening stond de penis bij de cliënt krom. Er zijn 2 behandelingen mogelijk, de Essed en de Nesbit techniek. De zorginstelling in kwestie gebruikte alleen de Essed techniek. De cliënt had zelf informatie verzameld over de Nesbit techniek. De zorginstelling had de cliënt echter niet verteld wat het verschil is tussen de twee technieken en dat zij alleen de Essed techniek doen. De zorginstelling had de complicaties van de behandeling duidelijk moeten melden aan de cliënt. Volgens de commissie is er geen sprake van informed consent. De zorginstelling schoot tekort in het nakomen van de behandelingsovereenkomst.

Voorbeeld uitspraak 121787 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
De cliënt had pijn aan zijn linkervoet. Dit kwam door een vaatafwijking. Na de voorgestelde behandeling (bleomycine injecties) had de cliënt een flinke zwelling en veel pijn. Volgens de cliënt gaf de zorgaanbieder hem hierover geen informatie. Als de cliënt dit van te voren had geweten, zou de cliënt de behandeling niet ondergaan hebben. De commissie vindt dat de zorgaanbieder tekort schoot in de informatieverstrekking. Volgens de WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst) moet de zorgaanbieder de cliënt vooraf goed informeren over de behandeling, de behandelingsmogelijkheden, de prognose, de risico’s en mogelijke bijwerkingen. Ook moet de zorgaanbieder goed vastleggen wat hij met de cliënt heeft besproken, zodat hierover achteraf geen misverstanden kunnen ontstaan. In het dossier in deze zaak is niet opgeschreven welke informatie de zorgaanbieder aan de cliënt heeft gegeven. Uit het dossier blijkt niet dat de zorgaanbieder de cliënt goed heeft voorgelicht over de risico’s van de behandeling.

Voorbeeld uitspraak 108425 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
De cliënt heeft een na een gebroken heup een heupoperatie gehad. Na de operatie had de cliënt veel pijn. 

Bij een breuk in het heupkapsel zijn er drie behandelmethoden mogelijk. Welke methode gekozen wordt, hangt onder andere af van de leeftijd, het type breuk en de vitaliteit van de cliënt. De arts moet met de cliënt overleggen over de juiste manier van behandelen. Volgens de commissie heeft de zorgaanbieder waarschijnlijk aan de cliënt uitgelegd welke behandelmethodes er zijn en welke risico’s daarbij horen. Hoewel de patiënt zich dat niet meer kan herinneren door de morfine en pijn, is niet te zeggen dat de zorgaanbieder hierin tekort schoot. 

Vergelijkbare zaken

  • Uitspraak 110445 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 114769 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 111072 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 111277 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 110887 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen

Informatie over kosten behandeling

Volgens artikel 38 lid 1 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) moeten zorgaanbieders hun cliënten informatie geven over het voor de prestatie in rekening te brengen tarief. Betekent dit dat de zorgaanbieder de patiënt precies moet informeren over de kosten van de behandeling en het te betalen eigen risico? Volgens de commissie heeft de cliënt hierin een eigen verantwoordelijkheid. 

Voorbeeld uitspraak 107876 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
Volgens de cliënt bracht het ziekenhuis haar niet op de hoogte van de verlenging van de Diagnose Behandel Combinatie (DBC). De cliënt kon daardoor zelf niet beslissen over de verdere behandeling. 

Volgens de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), artikel 38 en 39, geldt de beleidsregel met betrekking tot de informatieplicht van zorgaanbieders. De commissie stelt vast dat de behandelingen van de cliënt onder de basiszorg vielen en dat de zorgverzekeraar deze vergoedt. Volgens de beleidsregel hoefde het ziekenhuis de cliënt vooraf geen informatie te geven over de tarieven. Bovendien had de cliënt via de website van het ziekenhuis informatie kunnen krijgen en zij had haar zorgverzekeraar kunnen benaderen. De cliënt heeft het ziekenhuis vooraf ook niet gevraagd naar de tarieven voor haar behandeling. De klacht is ongegrond.

Vergelijkbare zaken

  • Uitspraak 109622 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 110545 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 122800 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
  • Uitspraak 114169 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen

Voorbeeld uitspraak 109246 (de link leidt u naar de inhoudelijke uitspraak), Geschillencommissie Ziekenhuizen
De cliënt klaagt erover dat het ziekenhuis hem geen informatie heeft gegeven over de kosten van de sterilisatie van € 2.392,80,- euro. Volgens de commissie hoeft het ziekenhuis in het kader van de informatieplicht alleen informatie over de kosten te geven als de cliënt de ingreep zelf betaalt, of als de cliënt daarom vraagt. Daarvan was in deze zaak geen sprake. De commissies vindt dat het ziekenhuis zijn informatieplicht toch heeft geschonden. Het tarief dat het ziekenhuis rekent voor een sterilisatie wijkt sterk af van het gemiddelde bedrag dat andere ziekenhuizen vragen voor een sterilisatie. Dat ligt rond de € 500,00. Het tarief van het ziekenhuis verschilt zo veel van het ‘normale’ tarief, dat het netjes was geweest als het ziekenhuis de cliënt had verteld over de hogere kosten.

Afbeelding waarin te zien is dat de geschillencommissie en skge samen werken