Zorgaanbieder is zorgvuldig omgegaan met bemoeizorg

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Publieke Gezondheid    Categorie: (On) zorgvuldigheidMedisch dossier    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 129242/134375

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De zorgaanbieder had een melding van de politie ontvangen aangaande de cliënt, waarna de zorgaanbieder zonder toestemming van de cliënt navraag heeft gedaan bij meerdere instanties. De cliënt is van mening dat zijn privacy hierdoor ernstig is geschonden. Volgens de cliënt heeft de zorgaanbieder de Handreiking Gegevensuitwisseling Bemoeizorg niet goed gevolgd. Ook kreeg de cliënt desgevraagd zijn dossier, maar veel te laat en onvolledig.

De zorgaanbieder heeft in lijn met de Handreiking slechts bij de instanties opgevraagd of iemand in behandeling is (“dat informatie”) en niet wat de behandeling inhoudt (“wat informatie”). Na bevestiging dat de cliënt al in zorg was, is het dossier gesloten. De zorgaanbieder heeft het dossier aan de cliënt verstrekt en daarna op verzoek verwijderd.

Naar het oordeel van de commissie heeft de zorgaanbieder zorgvuldig gehandeld. In het kader van de bemoeizorg mag de zorgaanbieder zonder toestemming van de cliënt informatie over de cliënt bij zorgverleners inwinnen. Ook heeft de zorgaanbieder het dossier ondertussen verstrekt en verwijderd op verzoek van de cliënt. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Klager], wonende te [woonplaats],

gemachtigde: [naam],

en

GGD regio Utrecht, gevestigd te Zeist

(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Publieke Gezondheid (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De commissie verwijst voor het verloop van de procedure naar haar ontvankelijk verklaring

van 3 maart 2022, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.

Bij die beslissing heeft de commissie de cliënt ontvankelijk verklaard in zijn klacht.

De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 28 november te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting heeft de zorgaanbieder zijn standpunt toegelicht. De zorgaanbieder werd vertegenwoordigd door [naam klachtenfunctionaris] en mevrouw [naam afdelingsmanager]. De cliënt is niet ter zitting verschenen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de handelwijze van de zorgaanbieder ten opzichte van de cliënt in het kader van een melding bemoeizorg.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

Op 28 mei 2021 heeft de cliënt een brief van de zorgaanbieder ontvangen waarin was opgenomen dat de zorgaanbieder een melding van de politie had ontvangen dat de cliënt was gemeld bij het Meld- en Adviespunt ‘Bezorgd’. Hoewel de zorgaanbieder navraag over de cliënt heeft gedaan bij verschillende instanties is de cliënt niet over de melding geïnformeerd. Aan hem is geen informatie of toestemming gevraagd. Aan de melding is geen gevolg gegeven omdat daar geen reden toe bestond maar het leed was voor de cliënt al geschied: zijn medische en privégegevens zijn met onbekenden gedeeld. De cliënt is van mening dat hiermee zijn recht op privacy ernstig is geschonden. De cliënt verwijt de zorgaanbieder dat klakkeloos op de melding van de politie is gereageerd zonder enige controle. Er is navraag over hem gedaan bij zijn huisarts, bij de woningbouwvereniging en Altrecht.

Met de cliënt werd echter geen contact opgenomen en ook niet met het buurtteam. De cliënt heeft maanden in angst gezeten over een eventueel vervolgtraject na de ten onrechte gedane melding. De cliënt heeft zijn dossier bij de zorgaanbieder opgevraagd maar dat is pas na lang aandringen en dan nog in onvolledige vorm toegestuurd. Allerlei informatie ontbrak.

De cliënt is van mening dat de zorgaanbieder de Handreiking Gegevensuitwisseling Bemoeizorg niet goed heeft gevolgd. De cliënt heeft door toedoen van de zorgaanbieder lichamelijke en geestelijke schade geleden. Hij is maandenlang niet in staat geweest om te werken en heeft ruzie gekregen met zijn huisarts en het buurtteam. De cliënt zou eigenlijk een strafvervolging van de zorgaanbieder willen zien. Als alternatief vordert de cliënt de maximale vergoeding van € 25.000, — en een vernietiging van zijn volledige dossier.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

Het Meld- en Adviespunt Bezorgd betreft een gemeentelijke taak om ondersteuning te bieden aan inwoners met (meervoudige) problematiek die nog niet bekend zijn bij een zorgverlener. Het MAB werkt hierbij samen met tal van (zorg)organisaties zoals wijkteams, huisartsen, specialistische zorg zoals GGZ en verslavingszorg, politie en gemeente om ervoor te zorgen dat de gemelde persoon de juiste zorg en/of hulp krijgt. In de regio Utrecht is deze taak in handen van de zorgaanbieder. De werkwijze is beschreven in de Handreiking Gegevensuitwisseling Bemoeizorg. De zorgaanbieder vraagt hiervoor slechts of iemand in behandeling is (“dat informatie”) en niet wat de behandeling inhoudt (“wat informatie”). Zodra de informatie is ingewonnen en de gemelde persoon al bekend blijkt te zijn bij een zorgverlener wordt het dossier afgerond. Dit was het geval bij de melding betreffende de cliënt. Na de ontvangen melding van de politie in april 2021 heeft de zorgaanbieder de hiervoor toegelichte “dat informatie” bij de huisarts van de cliënt, het buurtteam en Altrecht opgevraagd en na ontvangst van de bevestiging dat de cliënt al in zorg was het dossier afgerond. De zorgaanbieder heeft de cliënt op 28 mei 2021 een brief gestuurd omdat niet duidelijk was of de cliënt op de hoogte was van de melding.

De zorgaanbieder realiseert zich dat een bericht over een melding onrust en boosheid teweegbrengt. In dat licht zijn ook meerdere gesprekken gevoerd met de cliënt. Die gesprekken hebben echter niet geleid tot het brengen van rust.

Op 13 juli 2021 heeft de cliënt verzocht zijn dossier te mogen ontvangen en op 16 september 2021 heeft hij verzocht om een verwijdering van zijn dossier. Op 19 oktober 2021 is een bericht aan de cliënt gestuurd dat zijn dossier is verwijderd.

De zorgaanbieder erkent dat het toesturen en verwijderen van het dossier lang heeft geduurd. Een onderzoek gegevensbescherming en een toets of er inhoudelijke of wettelijke bezwaren bestonden tegen verwijdering van het dossier hebben tot vertraging geleid. De zorgaanbieder heeft kwaliteitsverbeteringen aangebracht waar het de registratie en monitoring van meldingen en gegevens betreft. De procedure van inzage, toesturen en verwijderen van het dossier is nu beter georganiseerd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De cliënt heeft zich op 11 april 2021 bij de politie in zijn woonplaats gemeld om aangifte te doen tegen diverse personen en instanties. Omdat de cliënt op dat moment een verwarde indruk maakte heeft de politie op 16 april 2021 een melding gedaan bij het Meld- en Adviespunt Bezorgd, zo begrijpt de commissie. Het is de taak van de zorgaanbieder om te reageren op die melding en die te onderzoeken.

Ter beantwoording ligt thans de vraag voor of de zorgaanbieder bij het uitvoeren van die taak zorgvuldig heeft gehandeld ten opzichte van de cliënt.

De commissie constateert dat de zorgaanbieder na de melding van de politie bij de huisarts, het buurtteam en Altrecht heeft geïnformeerd of de cliënt in zorg was.

Nadat deze vraag bevestigend werd beantwoord heeft de zorgaanbieder het dossier van de cliënt afgerond. In het kader van de bemoeizorg is het de zorgaanbieder toegestaan om zonder toestemming van de betrokkene informatie over hem/haar bij zorgverleners in te winnen.

Dat de zorgaanbieder medische en privégegevens van de cliënt heeft opgevraagd is de commissie niet gebleken. De zorgaanbieder heeft genoegzaam toegelicht dat de vragen aan zorgverleners zijn beperkt tot de vraag of de cliënt in zorg was. Dat zorgverleners in antwoord op die vraag medische of anderszins privégegevens over de cliënt hebben verstrekt is niet gebleken en zo dat al het geval is geweest kan dat de zorgaanbieder niet worden verweten. Het is aan de zorgverlener om erop te letten dat hij niet meer informatie verstrekt dan verantwoord en geoorloofd is.

De commissie begrijpt dat de melding bij het Meld- en Adviespunt Bezorgd ingrijpend en frustrerend is geweest voor de cliënt maar dat maakt de klacht van de cliënt nog niet gegrond. De zorgaanbieder heeft een taak uit te voeren ter bescherming van de publieke gezondheid. In die taak heeft de zorgaanbieder slechts een loketfunctie: onderzocht dient te worden of degene over wie de melding is gedaan al in zorg is of wellicht in zorg dient te komen. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder die taak zorgvuldig heeft uitgeoefend.

Op verzoek van de cliënt heeft de zorgaanbieder het dossier van de cliënt aan hem toegestuurd en de gegevens betreffende de melding verwijderd. De zorgaanbieder heeft erkend dat de cliënt langer dan gewenst op inzage en vernietiging van zijn dossier heeft moeten wachten maar verbeteringen heeft doorgevoerd waarmee die procedure voor de toekomst sneller zal kunnen verlopen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de cliënt ongegrond en wijst het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Publieke Gezondheid, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. Th.N.J. van Rijmenam en de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 28 november 2022.