Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: bejegening/ onzorgvuldigheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
221818/229682
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt heeft een klacht ingediend in verband met de plaatsing van een pacemaker in 2014. De pacemaker zou verkeerd zijn geplaatst, waarna de cliënt pijnklachten heeft gekregen van de borst. De zorgaanbieder heeft betwist dat er fouten zijn gemaakt bij de operatie. De commissie stelt vast dat door de zorgaanbieder controles zijn uitgevoerd na deze ingreep waaruit niet is gebleken dat de pacemaker niet goed functioneerde. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder zorgvuldig heeft gehandeld en geen verwijt kan worden gemaakt. De klacht wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak
In het geschil tussen
de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting Zuyderland Medisch Centrum, gevestigd te Sittard
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 18 december 2023 te Den Haag.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De cliënt heeft een klacht ingediend tegen de zorgaanbieder in verband met de plaatsing van een pacemaker op 29 december 2014. Volgens de cliënt heeft de arts die de operatie heeft uitgevoerd een fout heeft gemaakt. De cliënt heeft na de plaatsing van de pacemaker pijnklachten gekregen rond de borst. In 2017. Nadat een andere arts een CT-scan had gemaakt, is komen vast te staan dat de lead verkeerd zat, waarna de cliënt verwezen is naar het [naam ander ziekenhuis] te Eindhoven. De cliënt verzoekt schadevergoeding voor loonderving, het mislopen van pensioenopbouw, het annuleren van vakanties en vergoeding van immateriële schade.
De zorgaanbieder heeft betwist dat er fouten zijn gemaakt door een van de behandelend artsen. Zij hebben zorgvuldig gehandeld bij het plaatsen van de pacemaker. Uit de in de jaren erna uitgevoerde controles is gebleken dat de pacemaker goed gepositioneerd zat. Waarschijnlijk is een van de leads in de loop van de tijd verschoven, hetgeen weliswaar een bekende, maar slechts zelden voorkomende complicatie is. De artsen valt in die zin niets te verwijten.
De commissie stelt voorop dat enkel ter beoordeling staat het handelen van de zorgaanbieder ter beoordeling staat in de periode 2014 tot en met 2017. De commissie kan niet oordelen over het handelen na verwijzing naar het [naam ander ziekenhuis].
De commissie stelt verder voorop dat de zorgaanbieder op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht dient te nemen en daarbij dient te handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor de zorgaanbieder voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst, wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de zorgaanbieder moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de zorgaanbieder zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de behandelend arts zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
De commissie stelt vast dat de zorgaanbieder na de plaatsing van de pacemaker op 29 december 2014 regelmatig controles heeft uitgevoerd. Daaruit is niet gebleken dat de pacemaker, of de lead, verkeerd zat, hetgeen wel duidelijk zou zijn geworden indien hiervan sprake was geweest. Naar het oordeel van de commissie kan daaruit worden afgeleid dat de pacemaker goed is geplaatst en er nadien complicaties moeten zijn opgetreden waardoor de lead is verschoven. De zorgaanbieder heeft, na de constatering van de verplaatste lead op de CT-scan, direct gehandeld en de cliënt – omdat geen eenduidig beeld was ontstaan – verwezen naar het expertisecentrum van het [naam ander ziekenhuis]. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder zorgvuldig heeft gehandeld en geen verwijt kan worden gemaakt, noch bij plaatsing van de pacemaker, noch bij enig handelen nadien.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de cliënt verzochte af.
Het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer prof. dr. J.W. Deckers, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van de heer mr. N. van Gelder, secretaris, op 18 december 2023.