Zorgaanbieder heeft inspanningsverplichtingen en geen resultaatsverbintenis

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: dienstverlening    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 206560/215776

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënte is in het ziekenhuis van de zorgaanbieder geopereerd aan haar voet (hallux valgus). Volgens de cliënte heeft de orthopedisch chirurg haar tevoren onvoldoende geïnformeerd over de mogelijke complicaties en bovendien de operatie niet goed uitgevoerd, als gevolg waarvan zij veel pijn heeft en haar droombaan heeft moeten opgeven. Daarom eist de cliënte een schadevergoeding van de zorgaanbieder. De commissie verklaart de klacht echter ongegrond. In het medisch dossier is vastgelegd dat de chirurg de cliënte voldoende heeft geïnformeerd over de mogelijke complicaties. En de cliënte heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de chirurg onzorgvuldig heeft gehandeld.

De uitspraak

In het geschil tussen

mevrouw [naam], wonende te Scheemda
(hierna te noemen: de cliënt)

en

Ommelander Ziekenhuis Groningen B.V., gevestigd te Scheemda
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam] en [naam].

De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2023 te Zwolle.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
Wat aan het geschil vooraf is gegaan.
De cliënte is geboren in 2003. In 2018 is zij al eens op het spreekuur van de orthopedisch chirurg-traumatoloog geweest voor een beoordeling van de klachten aan haar voet. Hoewel volgens de orthopedisch chirurg-traumatoloog sprake was van een evidente hallux valgus, bestond er gezien de leeftijd van de cliënte en de beperkte klachten destijds nog geen operatie-indicatie.

De pijnklachten bleven aanhouden en verergerden. Op de intake (7 december 2020) heeft de orthopedisch chirurg-traumatoloog daarom besloten dat de cliënte in aanmerking komt voor een operatie (chevron osteotomie). Ook vermeldt het dossier: ‘Patiënte(e) is uitleg gegeven over de operatie, het beloop, de te verwachten uitkomst en de mogelijke complicaties’.

De operatie is uitgevoerd op 2 maart 2021, waarna de cliënte werd geadviseerd steunzolen aan te laten meten. Op 19 januari 2022 heeft de cliënte zich echter opnieuw bij de zorgaanbieder gemeld, omdat zij pijnklachten bleef houden ondanks de steunzolen. Zij had veel last van de sesambotjes. Dat zijn twee kleine beentjes die onderaan het gewricht van de grote teen (hallux) vastzitten aan de lange buigpees. De orthopedisch chirurgisch-traumatoloog heeft daarom besloten om de sesamoïd af te vlakken. Die operatie is op 4 februari 2022 verricht. Opnieuw bleven de pijnklachten aanhouden (9 mei 2022), waarop de chirurg de cliënte heeft doorverwezen voor een second opinion.

Wat de cliënte wil.
De klacht van de cliënte is tweeledig.
Zij vindt dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in de juiste voorlichting voorafgaand aan de eerste operatie op 2 maart 2021. Als zij tevoren had geweten dat zij zo langdurig met zoveel pijn geconfronteerd zou worden, had zij afgezien van de operatie. Maar daarover heeft de chirurg haar niet geïnformeerd. Kortom, er was geen sprake van informed consent. Wat niet helpt, is dat de moeder niet werd toegelaten tot het spreekuur bij de chirurg terwijl de cliënte op dat moment maar 17 jaren oud was.

In de tweede plaats meent de cliënte dat de chirurg een fout heeft gemaakt bij de eerste operatie. Uit de second opinion is gebleken dat sprake is van een rotatiefout. Het is aan deze fout te wijten dat de cliënte nooit meer pijnvrij zal worden.

De cliënte wil dat de commissie de zorgaanbieder veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding. Deels lijdt zij materiële schade. Zo heeft zij voor niets schoolgeld betaald, aangezien ze niet naar school kon wegens de pijn. En deels lijdt de cliënte ook immateriële schade. De totale schade beloopt meer dan € 100.000,–, maar de cliënte heeft haar eis beperkt tot € 25.000,– en ziet af van het meerdere.

Het verweer daartegen.
De zorgaanbieder meent dat zij geen schadevergoeding hoeft te betalen, omdat de arts voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Een hallux valgus-operatie is niet eenvoudig. Zo’n operatie kent risico’s, die tevoren aan de cliënte zijn meegedeeld en toegelicht.

De operatie zelf is ‘lege artis’ uitgevoerd, oftewel: zoals het hoort binnen de medische wereld.
Het is spijtig dat de operatie niet goed heeft uitgepakt, maar de zorgaanbieder heeft een inspanningsverplichting, geen resultaatsverbintenis. In dat kader wijst de zorgaanbieder erop dat de arts nog overleg heeft gevoerd binnen de vakgroep, collega’s heeft geconsulteerd en steunzolen heeft geprobeerd. Toen uiteindelijk niets hielp, maar de pijnklachten bleven aanhouden, heeft de zorgaanbieder de cliënte verwezen voor een second opinion. Daarmee heeft zij voldaan aan haar inspanningsverplichting.

De beoordeling door de commissie.
De commissie verklaart de klacht ongegrond. Dat oordeel licht de commissie als volgt toe.

Was sprake van informed consent? Ja.
In de wet staat dat de arts op toegankelijke wijze moet bespreken en uitleggen wat de aard en het doel zijn van de behandeling, wat de diagnose en prognose zijn voor de patiënt, welke risico’s aan de behandeling verbonden zijn en welke alternatieven mogelijk zijn (zie artikel 7:448 van het Burgerlijk Wetboek). Het dossier blinkt op dit punt niet uit in overvloedigheid, omdat er alleen in is opgenomen dat er complicaties met de cliënte zijn besproken en niet welke. Ter zitting heeft de arts toegelicht dat hij de belangrijkste complicaties wel degelijk aan de orde heeft gesteld, waaronder het risico op een infectie of dat het kopje van het metastasaal niet wil aangroeien vanwege een doorbloedingsstoornis. De cliënte heeft dit een en ander niet, althans niet voldoende gemotiveerd weerlegd. Het feit dat de cliënte tijdens de intake nog maar 17 jaren oud was, brengt geen verscherpte eisen mee aan de voorlichting door de chirurg. De wet gaat ervan uit dat een patiënte van 16 jaar of ouder voldoende in staat is zelf haar medische belangen te behartigen. Overigens heeft de chirurg het vermoeden uitgesproken dat de cliënte zonder begeleiding op het spreekuur is verschenen vanwege de destijds geldende beperkingen wegens COVID-19.

Uit het dossier blijkt verder dat de hoek van de hallux valgus 12 graden was. Volgens de richtlijnen is daarmee sprake van een operatie-indicatie. De cliënte was bovendien al langer bekend met pijnklachten vanwege haar hallux valgus, want zij was in 2018 ook al op het spreekuur geweest.

Het is de commissie niet duidelijk geworden welke complicatie precies is opgetreden. Volgens de cliënte heeft de second opinion uitgewezen dat sprake is van een rotatiefout, waarbij de stand van de grote teen verdraaid is ten opzichte van het gewricht. Maar de cliënte heeft geen informatie van de second opinion overgelegd waaruit dit kan blijken.

Al met al kan de commissie niet vaststellen dat de zorgaanbieder had moeten waarschuwen voor een complicatie die in dit geval ook daadwerkelijk is opgetreden. Gevoegd bij de omstandigheid dat sprake was van een operatie-indicatie bij een cliënte met aanhoudende klachten en het dossier wél vermeldt dat ‘complicaties’ zijn besproken, is de commissie van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat sprake is geweest van informed consent.

Heeft de arts voldaan aan de inspanningsverplichting? Ja.
Ook medici maken fouten, maar niet iedere fout of onvolkomenheid leidt ertoe dat de zorgaanbieder aansprakelijk is voor de schade die de cliënte lijdt. Van een chirurg mag verwacht worden dat hij handelt, zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan. Dat betekent dat het aan de cliënte is om in dit geschil te stellen en aannemelijk te maken dat de chirurg onzorgvuldig heeft gehandeld en dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden. De commissie toetst het handelen van de zorgaanbieder dus objectief, en aan de norm dat de zorgaanbieder moet voldoen aan deze inspanningsverplichting.

De cliënte heeft gesteld dat de chirurg een rotatiefout heeft gemaakt bij de eerste ingreep. Het medisch dossier dat bij de zorgaanbieder is bijgehouden biedt geen aanknopingspunt voor die stelling. Daarin is immers opgenomen dat de osteotomie goed is geconsolideerd, wat wil zeggen dat waar het bot is doorgezaagd de botten in één lijn/vlak liggen, zoals de bedoeling is. De commissie kan de rotatiefout verder niet vaststellen, omdat zij niet de beschikking heeft over de bevindingen vanuit de second opinion. Gelet op een en ander heeft de cliënte naar het oordeel van de commissie onvoldoende onderbouwd gesteld dat de zorgaanbieder onzorgvuldig heeft gehandeld en daarom haar schade zou moeten vergoeden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klachten ongegrond.

Het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. M.M. Verhoeven, voorzitter, de heer prof. dr. B.J. van Royen, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van de heer mr. C.J.H. Terwal, secretaris, op 24 augustus 2023.