Zorgaanbieder heeft geen resultaatsverplichting en kan resultaat maagballon niet garanderen

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Zelfstandige Klinieken    Categorie: Zorgvuldigheid    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 26978/30839

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënte heeft door de zorgaanbieder een maagballon laten plaatsen. Na het plaatsen van de maagballon is de cliënte niet voldoende begeleid en ook na het verwijderen van de maagballon was er geen nabehandeling. De cliënt stelt dat de maagballon niet heeft gewerkt en wil de kosten van de behandeling terugkrijgen. De zorgaanbieder geeft aan dat in de brochure duidelijk is aangegeven dat de maagballon een hulpmiddel bij het afvallen is. De uiteindelijke hoeveelheid gewichtsverlies is afhankelijk van de aangepaste leefstijl en dit kan de zorgaanbieder niet controleren. Daarnaast heeft de cliënte na de operatie veel meer begeleiding gehad dan was afgesproken. De commissie begrijpt dat de cliënte met een bepaalde verwachting de operatie heeft laten uitvoeren en dat het resultaat niet is wat zij verwacht had. Echter, de behandelend arts heeft geen resultaatsverplichting en kan ook geen resultaat garanderen. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder niet is tekortgeschoten in de behandeling en de informatieverplichting tegenover cliënte. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen
[Naam cliënt], wonende te [woonplaats]

en

Obesitas Nederland B.V., gevestigd te Zeist (hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De cliënte heeft de volgende stukken overgelegd: het vragenformulier d.d. 2 april 2020 met een aanvulling op haar klacht; de elipsebrochure; emailwisseling met zorgaanbieder d.d. 27 oktober 2019; antwoord op het verweerschrift d.d. 19 mei 2020.
De zorgaanbieder heeft het volgende stuk overgelegd: het verweerschrift d.d. 14 mei 2020.

Bij brief van 29 april 2020 heeft het bureau van de commissie partijen bericht dat de commissie de behandeling van het geschil zal afdoen zonder mondelinge behandeling. De commissie heeft daartoe ook de bevoegdheid conform haar reglement. Hoewel daartoe de mogelijkheid is geboden heeft cliënte niet gereageerd en is de zorgaanbieder akkoord gegaan met een behandeling zonder partijen. Om die reden zijn zij op 27 oktober 2020 geïnformeerd over de datum waarop de commissie zal beslissen over het geschil.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 19 november 2020.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van de medische behandeling.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Cliënte heeft op 5 september 2019 een maagballon laten plaatsen. De maagballon heeft niet gewerkt, zoals beloofd wordt in de brochure van de zorgaanbieder. Cliënte stelt dat zij na de behandeling waarbij de maagballon is geplaatst niet voldoende is begeleid. Zo heeft de diëtiste cliënte niet een eetdagboek laten bijhouden. Ook nadat de maagballon was verwijderd is er geen sprake van een nabehandeling geweest.

Cliënte stelt dat de geplaatste maagballon ondeugdelijk is geweest en dat de zorgaanbieder hiervoor een oplossing had moeten bieden.

Cliënte verzoekt de commissie de zorgaanbieder te veroordelen tot het restitueren van de kosten van de behandeling, een bedrag van € 4099,–.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De zorgaanbieder betwist de klachten van cliënte. In de brochure die cliënte heeft gelezen staat duidelijk vermeld dat de “Elipse maagballon een hulpmiddel is bij het afvallen. De uiteindelijke hoeveelheid gewichtsverlies is afhankelijk van de mate waarin u uw leefstijl zal kunnen aanpassen”. De zorgaanbieder kan niet controleren in hoeverre cliënte haar leefstijl heeft aangepast. De zorgaanbieder onderkent wel dat haar gewichtsverlies minder is dan het gemiddelde gewichtsverlies van haar patiënten met een ballon. De oorzaak daarvan ligt veelal aan een combinatie van factoren zoals het aanpassen van de leefstijl waarbij gedacht moet worden aan voeding, gedrag en beweging.

Cliënte heeft na de operatie veel meer begeleiding gehad dan was afgesproken. In deze gesprekken is nadrukkelijk naar voren gekomen dat zij moeite had met het gehele afvaltraject. Daarnaast heeft de zorgaanbieder kosteloos op verzoek van cliënte onderzocht of de maagballon nog wel in de maag zat.

De zorgaanbieder verzoekt de commissie de klacht af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De cliënte en de zorgaanbieder hebben met elkaar een behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gesloten. Naast hetgeen partijen in die overeenkomst hebben afgesproken, gelden tussen hen – voor zover in het concrete geval van toepassing – de bepalingen van dat wetboek.

Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en cliënte moet daarvan nadeel hebben ondervonden.

Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.

De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval de zorgaanbieder) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.

De commissie overweegt als volgt.

Voorop dient te worden gesteld dat de enkele omstandigheid dat de maagballon voor cliënte niet tot het uiteindelijk beoogde gewichtsvermindering heeft geleid, niet de conclusie rechtvaardigt dat de behandelend arts niet heeft gehandeld overeenkomstig hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam arts mag worden verwacht.

De commissie is niet gebleken dat door de zorgaanbieder niet conform de gangbare medische professionele standaard inzake plastische chirurgie is gehandeld. Voorts is niet gebleken dat de arts bij de overeengekomen behandeling zich onvoldoende heeft ingespannen en/of bij die inspanning een fout heeft gemaakt. De operatie is lege artis uitgevoerd. Daarbij overweegt de commissie dat ook na een extra controle is gebleken dat de maagballon op een juiste wijze was ingebracht.

Naar het oordeel van de commissie heeft de zorgaanbieder cliënte voldoende geïnformeerd over de maagballon. Cliënte heeft weliswaar gesteld dat in de brochure wordt beloofd dat een maagballon werkt bij het afvallen. Echter, in deze brochure wordt ook vermeld dat de maagballon een hulpmiddel is maar dat de uiteindelijke hoeveelheid gewichtsverlies afhankelijk is van de mate waarin de leefstijl wordt aangepast.

De commissie acht de klacht over de begeleiding door de zorgaanbieder na de behandeling niet gegrond. Daarbij overweegt zij dat cliënte regelmatig contact heeft gehad met een diëtiste en dat de zorgaanbieder daarnaast kosteloos heeft onderzocht of de maagballon nog wel op de juiste plek zat.

Conclusie
De commissie begrijpt dat cliënte met een bepaalde verwachting de operatie heeft laten uitvoeren en dat het resultaat is achtergebleven bij de verwachting. Echter de behandelend arts heeft geen resultaatsverplichting en kan een resultaat ook niet garanderen.

De commissie is samenvattend van oordeel dat de zorgaanbieder zowel ten aanzien van de behandeling als ten aanzien van haar informatieplicht in de nakoming van haar verbintenis tegenover de cliënte niet is tekortgeschoten. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klachten ongegrond zijn.

Voor aanspraak op materiële schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst. Van een toerekenbare tekortkoming is hier echter geen sprake zodat de vordering tot schadevergoeding dient te worden afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klachten ongegrond en wijst de door cliënte verlangde schadeloosstelling af.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit mevrouw mr. P.W.M. de Wolf MSM, voorzitter, de heer dr. J.F.A. van der Werff, de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 19 november 2020.