Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: Zorgvuldigheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
178500/195082
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënte is van mening dat de artsen haar klachten omtrent de blaren op haar voet onvoldoende serieus hebben genomen. Volgens cliënte is het gevolg daarvan dat haar grote teen is geamputeerd. De commissie is van oordeel dat in deze procedure niet is gebleken dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in zijn inspanningsverplichting. De zorgaanbieder heeft cliënte naar het oordeel van de commissie immers adequaat en zorgvuldig behandeld. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënte)en
Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam (Erasmus MC), gevestigd te Rotterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn opgeroepen ter zitting te verschijnen op 17 april 2023 te Utrecht.
De cliënte is op 8 februari 2023 per e-mail uitgenodigd voor de zitting. Op 22 maart 2023 heeft de cliënte laten weten digitaal aan de zitting te willen deelnemen. De cliënte is op 17 april 2023 niet verschenen. Het secretariaat heeft om die reden contact opgenomen met de cliënte en zij heeft laten weten de zitting te zijn vergeten en niet in de gelegenheid te zijn de zitting die dag bij te wonen.
Namens de zorgaanbieder zijn (digitaal) verschenen [naam], (neuroloog), [naam], (wondconsulent), [naam], (manager Wondexpertisecentrum), [naam], (jurist) en [naam], (zaalarts).
Omdat partijen tijdig en behoorlijk zijn opgeroepen ter zitting te verschijnen en de cliënte vanwege omstandigheden die voor haar rekening komen niet bij de zitting aanwezig was, heeft de commissie de zaak inhoudelijk behandeld. Ter zitting heeft de zorgaanbieder het standpunt toegelicht.
Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft het verwijt dat onvoldoende zorg is besteed aan de blaren op de voet van de cliënte met als gevolg dat de grote teen van de cliënte is geamputeerd. Daarnaast verwijt de cliënte de zorgaanbieder dat zij zich niet gehoord heeft gevoeld en niet serieus is genomen.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De cliënte is in verband met een bacteriële infectie op 21 december 2020 opgenomen bij de zorgaanbieder. Zij had blaren op haar voet, maar er was volgens de behandelend artsen geen reden daar veel aandacht aan te schenken. De cliënte is vervolgens naar huis gestuurd en niet veel later opgenomen in het Ikazia ziekenhuis vanwege een hartaanval. Toen bleek dat de ontsteking aan haar voet zodanig ernstig was, dat de grote teen moest worden geamputeerd. De cliënte heeft vanaf het begin af aan de klachten ten aanzien van de blaren bij de zorgaanbieder gemeld, maar de cliënte is niet gehoord en zij voelde zich niet serieus genomen. De cliënte verzoekt wegens fysieke en emotionele schade een schadevergoeding van
€ 25.000,–.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
De zorgaanbieder verzoekt de cliënte in de klacht allereerst niet-ontvankelijk te verklaren, omdat zij haar claim inclusief schadevergoeding niet eerder bij de zorgaanbieder heeft ingediend. De zorgaanbieder verzoekt de klachten daarnaast ongegrond te verklaren en het verzoek tot schadevergoeding af te wijzen.
De cliënte is zorgvuldig en adequaat behandeld. Zowel tijdens de opname op de intensive care als op de afdeling Neurologie is specifiek aandacht besteed aan het instellen van de juiste zorg voor de wonden op de linkervoet en de diabetes. Er is een wondbehandelplan opgesteld en er is overlegd met de internist. Dat de wonden op de linkervoet er desondanks toe hebben geleid dat uiteindelijk amputatie van de grote teen noodzakelijk was, is niet een gevolg van onvoldoende zorg, maar een complicatie die helaas regelmatig voorkomt bij patiënten met diabetes. Er is geen grond voor het betalen van schadevergoeding.
Beoordeling van het geschil
Voor zover de cliënte al ontvankelijk is in haar vordering, staat vast dat de zorgaanbieder niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht. Daartoe is het volgende van belang.
Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat aannemelijk is dat de hulpverlener (in dit geval de zorgaanbieder) tekortgeschoten is in de uitvoering van zijn verplichting. De verplichting die voor een hulpverlener voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken als vaststaat dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
Als dit vaststaat, moet de hulpverlener vervolgens kunnen worden verweten de fout te hebben gemaakt (toerekenbare tekortkoming) en moet de cliënte daarvan nadeel hebben ondervonden.
Niet gebleken is dat de zorgaanbieder tekortgeschoten is in zijn inspanningsverplichting.
Op 21 december 2020 is de cliënte op de spoedeisende hulp binnen gebracht; zij was toen buiten bewustzijn (diepgedaald bewustzijn) en had koorts. De cliënte is suikerpatiënt. Verder waren er blaren op de linkervoet/het linkerbeen van cliënte zichtbaar. Er is beeldvormend onderzoek (MRI), ECG en bloedonderzoek verricht. Het onderzoek wees uit dat sprake was van een longontsteking en een meningokokken infectie. Er is gestart met antibiotica. Daarnaast werd geconstateerd dat de diabetes was ontregeld en in overleg met de internist is insuline toegediend om de diabetes weer onder controle te krijgen. Na toediening van antibiotica verbeterde de conditie van de cliënte.
Op 30 december 2020 is zij van de Intensive Care overgeplaatst naar de afdeling Neurologie in afwachting van een plaats in een geriatrische revalidatie instelling voor verder herstel. De cliënte werd op de afdeling Neurologie verder behandeld, omdat zij nog last had van een delier.
Op zowel de afdeling Intensive Care, als op de afdeling Neurologie is aandacht besteed aan de wonden van cliënte. Bij overname door de afdeling Neurologie is het wondexpertisecentrum gevraagd zich over de wonden te ontfermen. De wondconsulente heeft de wonden van de cliënte onderzocht, zij constateerde een wond op het linkerbeen ter hoogte van de scheen en een op de linkerhiel. De wonden zagen er rustig uit en er was geen noodzaak tot acuut handelen. Er waren bovendien geen infectieverschijnselen zichtbaar. In dat geval is het wondbeleid om geen directe actie te ondernemen, maar te observeren, omdat bij een ingreep ook onnodig gezond weefsel wordt verwijderd. De wonden zijn dagelijks beoordeeld. Met dit advies en wondbehandelplan is de cliënte uiteindelijk op 18 januari 2021 overgeplaatst naar een geriatrische revalidatie instelling.
Op grond van het voorgaande wordt vastgesteld dat de zorgaanbieder cliënte adequaat en zorgvuldig heeft behandeld. De cliënte is bij de zorgaanbieder behandeld aan twee wonden, een op het scheenbeen en een op de linkerhiel. Op het moment van beoordeling en behandeling door de zorgaanbieder was geen sprake van een wond op de linker grote teen en was geen sprake van een infectie van één van de wonden. Het is niet duidelijk hoe de verzorging van de wonden na ontslag bij de zorgaanbieder is verlopen. Het is dus niet duidelijk wat precies heeft geleid tot amputatie van de teen. Uit de medische gegevens valt in ieder geval niet af te leiden dat de reeds bestaande wonden hiervan de oorzaak zijn. Het is de commissie ambtshalve bekend dat patiënten met diabetes gevoeliger zijn voor het ontstaan van wonden. Ook is de kans groter dat wonden sneller infecteren. Het is gelet hierop goed mogelijk dat na ontslag uit het ziekenhuis een verergering van de wonden heeft plaatsgevonden, maar dit valt de zorgaanbieder niet aan te rekenen.
Tot slot zijn er in het dossier geen aanknopingspunten te vinden voor de stelling van cliënte dat zij niet serieus is genomen en/of niet is gehoord. Het valt de commissie op dat de zorgaanbieder zowel per e-mail als telefonisch (de zoon van) de cliënte meermaals te woord heeft gestaan. Niet valt te bedenken wat de zorgaanbieder nog meer had kunnen doen. De klacht van de cliënte over de gevoerde interne klachtenprocedure valt buiten de kaders van deze geschillenprocedure en zal de commissie om die reden niet in behandeling nemen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht, voor zover ontvankelijk, ongegrond is. Aan een bespreking van de schade komt de commissie dan ook niet toe.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht, voor zover ontvankelijk, ongegrond;
– wijst het verzoek tot schadevergoeding af.
De zorgaanbieder dient evenwel overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de cliënte te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. J.D.M. Metzemaekers, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M.L. de Bruijn, plaatsvervangend secretaris, op 17 april 2023.