Commissie: Optiek
Categorie: Klachtenbehandeling
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
OPT03-0006
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in juli 2001 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een brilmontuur met Varilux glazen. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks juli 2001. De consument heeft op 18 november 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In juli 2001 kocht ik bij de ondernemer een nieuwe bril met Varilux glazen. Van juli tot en met oktober 2001 was ik vrijwel voortdurend op reis in het buitenland. Sedert augustus 2002 begon ik weer meer intensief te studeren en ook daarbij vielen, zowel aan mijn bureau als in studiezalen, na enkele minuten mijn ogen dicht. Daarop ben ik naar de ondernemer gegaan met het verzoek om een nieuwe oogmeting. Mij werd medegedeeld dat de sterkte van mijn ogen niet noemenswaard veranderd was, maar dat de glazen in mijn bril circa 20% te sterk waren. De optometrist bevestigde dat mijn slaperigheid bij het lezen en werken aan de computer zeker verband zou houden met de te sterke glazen, zowel voor de korte afstand als voor de verte (uit het winkelraam naar de overzijde van de straat) werd mij gedemonstreerd dat mijn visie aanzienlijk verhelderde bij gebruik van reducerende lenzen. Ik heb op 18 november aan de ondernemer verzocht, mij brillenglazen te leveren die wel bij mijn gezichtssterkte passen, ter vervanging van de in 2001 geleverde. De ondernemer verklaart zich bereid er alles aan te doen om mijn visuele probleem op te lossen, maar verwerpt mijn aanspraak op kostenloze vervanging van de glazen op grond van een te lange tussenliggende periode. De consument verlangt schadevergoeding terzake de door hem nieuw aangeschafte glazen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wij ontvingen het schrijven d.d. 19 december 2002 waarin de consument van ons verwacht dat wij de consument glazen (onder garantie) leveren ter vervanging van glazen die de consument in juli 2001 heeft aangeschaft. [Naam medewerker ondernemer] handelde correct door de consument mede te delen dat de tussenliggende periode te lang is voor een beroep op garantie. Per abuis meldt de consument in de tweede alinea van de brief van 19 december 2002 dat de gezichtssterkte van de ogen van de consument niet noemenswaardig is veranderd in november 2002. De ogen van de consument blijken juist vergeleken met de vorige metingen na anderhalf jaar wel te zijn veranderd. Brillen met multifocale glazen (Varilux) voorzien niet altijd in de visuele behoefte zoals bij computeropstellingen gewenst is. Soms zijn voor zulke werkzaamheden aparte brillen vereist. De recente ontdekking bij huidige sterkte van de consument dat geprojecteerde landkaarten de consument grote moeite kosten, is niet zo verwonderlijk gezien de actuele sterkteverandering. Met het in ons gestelde vertrouwen willen wij er alles aan doen de visuele problemen van de consument op te lossen. Volgens de laatste metingen is dat op korte termijn haalbaar. Echter een beroep op garantie kan de consument van ons niet verlangen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De op 23 juli 2001 uitgevoerde oogmeting leverde een van oude bril afwijkende sterkte op, reden om een nieuwe bril aan te schaffen wederom voorzien van multifocale glazen (type Varilux Comfort Trans. 11). De consument is zich pas eind 2002 ervan bewust geworden dat de door hem sinds een jaar beleefde bezwaren verband kunnen houden met de sterkte van zijn laatste brillenglazen. Hij gaf aan bij het lezen die zone in de multifocale brillenglazen te hebben opgezocht, welke het meest comfortabel zicht verschafte. De oogmeting door een medewerker van de ondernemer uitgevoerd op 14 november 2002 bevestigde zijn vermoeden. In verhouding met de op 23 juli 2001 gemeten correctie kwam men nu op een voor het rechteroog en voor het linkeroog op 0,75 dpt zwakkere correctie uit. Zover ik met de spleetlampmicroscoop de helderheid van de oogmedia kon beoordelen, vertonen beide ooglenzen door een lichte opaciteit een beginstadium van staar, waarbij de opaciteit in de rechter ooglens duidelijker waarneembaar is dan in de linker ooglens. De door de consument ervaren klachten met de bril, voorgeschreven in 2001, wijzen meer op een oorzaak die in een visuele onbalans opgesloten ligt. Een overgecorrigeerde hyperoop klaagt meestal niet over het zicht op korte afstand, maar meer over het zicht veraf. Het is mij niet duidelijk geworden of de consument reeds voor 2001 het visuele verschil tussen zijn rechter en linkeroog is opgevallen. De vermelding van de visusgetallen bij het voorschrift van de ondernemer van 14 november 2002 geeft aan dat men toen een klein verschil geconstateerd heeft. Volgens de consument ervaart hij zijn huidige bril zonder visuele bezwaren. Een toevoeging van 0,50 dpt aan de sterkte van het huidige rechter brillenglas ervaart hij duidelijk als storend en de prestatie van beide ogen verminderend. De toevoeging van 0,75 dpt aan de sterkte van het huidige linker brillenglas wordt door hem amper als invloed op het binoculaire zien geregistreerd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Naar het oordeel van de commissie zijn de klachten – wellicht hoe terecht – tardief. Dat wil zeggen dat de consument eenvoudigweg te laat heeft geklaagd bij de ondernemer. Weliswaar heeft de consument daarvoor omstandigheden aangevoerd, maar deze liggen echter in zijn risicosfeer. Gelet op het verloop van de termijn tussen aankoop/levering en klacht bij de ondernemer kan van laatstgenoemde redelijkerwijze geen garantie – meer – worden verlangd. Bovendien is niet onaannemelijk dat de toestand van de ogen van de consument verandering heeft ondergaan, hetgeen – eveneens – voor risico van de consument is. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, op 12 januari 2004.