Tarief sterilisatie in dit geval zo afwijkend, dat ziekenhuis de cliënt daarover had moeten informeren

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: Informatie    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 109246

De uitspraak:

In het geschil tussen

Cliënt en Stichting Slingeland Ziekenhuis, gevestigd te Doetinchem (verder te noemen: het ziekenhuis).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

Het geschil is ter zitting behandeld op 6 juli 2017 te Enschede.

Namens de cliënt zijn ter zitting [ouders van de cliënt] verschenen. Namens het ziekenhuis is [manager financiën van het ziekenhuis] verschenen.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de informatieverstrekking door het ziekenhuis ten aanzien van de kosten van de bij de cliënt verrichte sterilisatie.

De cliënt heeft een bedrag van € 2.393,80 niet betaald maar bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de cliënt

Het standpunt van de cliënt luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 9 maart 2016 hadden de cliënt en zijn ouders een afspraak met één van de urologen van het ziekenhuis. Zij hebben haar verzocht om bij de cliënt een sterilisatie te verrichten. Omdat de cliënt het syndroom van Down heeft, zou de sterilisatie onder algehele narcose worden gedaan, hetgeen een dagopname van de cliënt zou betekenen. Op 13 april 2016 is bij de cliënt, die op dat moment 15 jaar was, de sterilisatie verricht. Op 23 juni 2016 hebben de ouders van de cliënt een factuur van € 2.393,80 voor de verrichte sterilisatie ontvangen.
Bij een poliklinische sterilisatie bedragen de kosten € 500,–. Het ziekenhuis heeft niet verteld dat de extra kosten voor de narcose en de dagopname € 1.893,80 zouden bedragen. De ouders van de cliënt hebben ook niet naar de kosten hiervan gevraagd. De cliënt wenst dat de commissie een vergoeding van € 1.893,80 toekent.

Ter zitting heeft de cliënt verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ouders van de cliënt hebben van zorgverzekeraar Menzis gehoord dat de kosten van een poliklinische sterilisatie gemiddeld € 500,– bedragen. Ter onderbouwing van dit standpunt hebben de ouders van de cliënt een door Menzis verstrekt overzicht overgelegd van tarieven die verschillende ziekenhuizen in rekening brengen voor de sterilisatie van een man. Indien het ziekenhuis vooraf had verteld dat de kosten van de sterilisatie van de cliënt rond de € 2.400,– zouden bedragen, dan was de sterilisatie uitgesteld en zou de cliënt eerst een ander zorgpakket hebben genomen.

Standpunt van het ziekenhuis

Het standpunt van het ziekenhuis luidt in hoofdzaak als volgt.
Voor een sterilisatie van een minderjarige man kent de Nederlandse productstructuur van ziekenhuizen maar één zorgproduct. Dit product is in dit traject ook geregistreerd en gedeclareerd voor een bedrag van € 2.393,80. Het maakt voor de zogenaamde afleiding van het zorgproduct bij minderjarigen geen verschil of er al dan niet onder narcose en met dagopname is behandeld. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de patiënt of diens ouders/verzorgers om zich voorafgaand aan de start van de behandeling te informeren over de kosten en vergoedingen van zorg. Tevens is het de verantwoordelijkheid van de patiënt of diens ouders/verzorgers om zelf na te gaan of de zorgverzekeraar een behandeling vergoedt. Het ziekenhuis verwijst in dit verband naar een arrest van het gerechtshof Den Haag van 2 augustus 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2241. Informatie over de kosten van een behandeling worden door het ziekenhuis altijd verstrekt als daar specifiek naar wordt gevraagd. De ouders van de cliënt hebben in het gehele behandeltraject echter niet om een prijsindicatie van de behandeling gevraagd. Via posters en folders in de poliklinieken en via de website probeert het ziekenhuis in algemene termen te voldoen aan de informatiebehoefte van patiënten.

Ter zitting heeft het ziekenhuis verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Er is maar één zorgproduct voor een sterilisatie van een man. Het ziekenhuis brengt altijd een bedrag van € 2.393,80 (in 2016) in rekening. Het maakt ook geen verschil of een man minderjarig of meerderjarig is. De cliënt moest voorafgaand aan deze behandeling een voortraject doorlopen. Dit voortraject is buiten het ziekenhuis om gegaan. De kosten van dit voortraject hebben ook geen invloed gehad op het tarief dat het ziekenhuis bij de cliënt in rekening heeft gebracht.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat voor aansprakelijkheid van het ziekenhuis is vereist dat voldoende aannemelijk is dat het ziekenhuis tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van het ziekenhuis. De tekortkoming moet aan het ziekenhuis kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht.
De commissie dient thans de vraag te beantwoorden of het ziekenhuis tekort is geschoten in de informatieplicht jegens de cliënt.

In het kader van de informatieplicht voor ziekenhuizen over de tarieven geldt in beginsel als
uitgangspunt dat ziekenhuizen alleen informatie hierover hoeven te verstrekken wanneer deze tarieven rechtstreeks met de cliënt worden verrekend en/of wanneer de cliënt daarom vraagt. Vast staat dat in het onderhavige geval de tarieven niet rechtstreeks met de cliënt zijn verrekend en dat de cliënt bij het ziekenhuis niet heeft gevraagd naar de kosten van de behandeling. Op dit punt valt het ziekenhuis derhalve geen verwijt te maken.

Desondanks is de commissie van oordeel dat het ziekenhuis in het specifieke geval van de cliënt wel zijn informatieplicht heeft geschonden. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is voor de commissie genoegzaam komen vast te staan dat andere ziekenhuizen voor een sterilisatie van een man gemiddeld een bedrag van € 500,– in rekening brengen. Daarnaast bedroeg volgens de passantenprijslijst van het ziekenhuis (te vinden op de website van het ziekenhuis) de kosten van een sterilisatie van een man per 1 januari 2016 € 425,754. Het ziekenhuis heeft een bedrag van bijna           € 2.400,– in rekening gebracht bij de cliënt. Hoewel de commissie niet bevoegd is om een oordeel te geven over de hoogte van het door het ziekenhuis in rekening gebrachte tarief, acht de commissie het tarief van bijna € 2.400,– dusdanig afwijkend ten opzichte van de gangbare tarieven bij andere ziekenhuizen en haar eigen passantentarief, dat het op de weg van het ziekenhuis had gelegen om de cliënt hierover te informeren. Dit klemt temeer nu het ziekenhuis expliciet heeft verklaard dat het voor het in rekening te brengen tarief geen verschil maakt of een man minderjarig dan wel meerderjarig is en of het een poliklinische dan wel klinische behandeling betreft, waardoor de grote afwijking feitelijk niet is te verklaren.

Nu het ziekenhuis tekort is geschoten in zijn verplichting om de cliënt te informeren, is het ziekenhuis aansprakelijk voor de daardoor door de cliënt geleden schade. Als het ziekenhuis de cliënt voorafgaand aan de behandeling had geïnformeerd over de kosten van de sterilisatie, dan zou de cliënt, zoals ter zitting voldoende aannemelijk is geworden, de sterilisatie hebben uitgesteld. Op een later moment zou de sterilisatie dan alsnog zijn uitgevoerd, te weten op het moment dat de cliënt een ander zorgpakket zou hebben en de zorgverzekeraar de kosten (grotendeels) zou vergoeden. Tegen deze achtergrond acht de commissie het redelijk dat het ziekenhuis de door de cliënt gevraagde vergoeding van € 1.893,80 aan de cliënt betaalt.

Op grond van het voorgaande zal de klacht gegrond worden verklaard. 

Ingevolge het reglement van de commissie dient het ziekenhuis aan de cliënt de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

verklaart de klacht gegrond.

bepaalt dat het depotbedrag van € 2.393,80 als volgt wordt verrekend. Een bedrag van € 1.893,80 wordt overgemaakt aan de cliënt en een bedrag van € 500,– wordt overgemaakt aan het ziekenhuis.

bepaalt dat het ziekenhuis overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 dient te vergoeden aan de cliënt ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist op 6 juli 2017 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen