Sportactiviteiten vallen onder zorgovereenkomst, omdat deze mogelijkheid alleen openstaat voor cliënten van zorgaanbieder

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: Bevoegdheidontvakelijkheid    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bevoegdverklaringontvankelijkverklaring   Uitkomst: bevoegd en ontvankelijk   Referentiecode: 193739/200469

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak is een Tussen Advies; het Bindend Advies volgt op een latere datum.
In deze uitspraak oordeelt de commissie of zij wel of niet bevoegd is om over dit geschil te oordelen en oordeelt zij of cliënt wel of niet ontvankelijk is in zijn klacht. Cliënt heeft een zorgovereenkomst met zorgaanbieder. Het geschil betreft het niet meer mogen deelnemen aan sportactiviteiten bij Reakt. De commissie oordeelt dat de sportactiviteiten bij Reakt onderdeel zijn van de zorgovereenkomst die met zorgaanbieder is gesloten. De commissie verklaard zich dan ook bevoegd om te oordelen over dit geschil en verklaard cliënt ontvankelijk in zijn klacht.

De uitspraak

In het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)

en

Parnassia Groep BV, gevestigd te ’s-Gravenhage
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) heeft
kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 mei 2023 te Den Haag.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het niet meer mogen deelnemen aan sportactiviteiten bij Reakt. De commissie dient zich in deze voorbeslissing eerst uit te laten over de bevoegdheid van de commissie en de ontvankelijkheid van de cliënt.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt sport al jaren bij Reakt, onderdeel van de zorgaanbieder, met vallen en opstaan. Een aantal jaar geleden ontstond er een ruzie die uit de hand liep en is de cliënt voor een half jaar geschorst. Aan het einde van de schorsing heeft de cliënt een terugkomgesprek gehad, waarbij afspraken zijn gemaakt, waar de cliënt zich aan hield.

In oktober 2020 kreeg de cliënt de diagnose maagkanker. Hij was hiervan zo in de war dat hij in een psychose belandde en voor drie maanden opgenomen is geweest in Den Haag. Toen de cliënt weer thuis was kreeg hij een telefoontje van een begeleider van de sport, waarbij hem werd medegedeeld dat hij niet meer mocht sporten. Niet tijdelijk maar nooit meer. Er zijn diverse gesprekken geweest, maar er is geen duidelijke reden gegeven. De cliënt heeft contact gehad met stichting Kompassie, waarbij hij erachter is gekomen dat de zorgaanbieder het persoonlijk naar hem had gemaakt en geen gesprek meer wil aangaan met hem.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ingevolge artikel 14 lid 1 van de Wet Kwaliteit en Klachten in de gezondheidszorg (Wkkgz), jo. artikel 3 van het reglement van de commissie kan schriftelijk een klacht worden ingediend door de cliënt, een nabestaande van de overleden cliënt dan wel een vertegenwoordiger van de cliënt over een gedraging jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening.

De zorgaanbieder meent dat de commissie onbevoegd is om de klacht inhoudelijk te behandelen omdat de klacht niet ziet op een gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening aan klager, maar uitsluitend is gericht op het sporten bij Reakt, zijnde een onderdeel van de zorgaanbieder.

Mocht de commissie zich wel bevoegd achten dan stelt de zorgaanbieder dat de klacht niet-ontvankelijk is om de volgende reden. Op grond van artikel 14 lid 1 Wkkgz kan over een gedraging jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening een klacht worden ingediend. De trainers van Reakt zijn geen zorgverleners en zij zijn ook niet op andere wijze betrokken bij de zorgverlening. Gedragingen door de trainers kunnen niet worden aangemerkt als “gedraging jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening”.

Beoordeling van de bevoegdheid en de ontvankelijkheid
De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de stukken blijkt dat de cliënt vanuit de ambulante wijkteams van de zorgaanbieder op behandelindicatie bij Reakt terecht is gekomen. De commissie stelt vast dat hiermee is aangetoond dat de sportactiviteiten bij Reakt als onderdeel van de zorgovereenkomst met de zorgaanbieder dienen te worden aangemerkt. De cliënt had immers niet zelfstandig en zonder indicatie gebruik kunnen maken van de faciliteiten van Reakt. Deze mogelijkheid staat alleen open voor cliënten van de zorgaanbieder. Hiermee maken de sportactiviteiten onderdeel uit van de zorgovereenkomst met de zorgaanbieder.

Bovendien is de klacht van de cliënt ook in behandeling genomen door de klachtencommissie van de zorgaanbieder en heeft de zorgaanbieder in deze interne klachtenprocedure niet gesteld dat de cliënt niet ontvankelijk c.q. de klachtencommissie niet bevoegd zou zijn. Dit is niet te rijmen met de stellingen van de zorgaanbieder in onderhavige procedure bij de commissie. De commissie komt hiermee tot het oordeel dat de opzegging van de sportactiviteiten bij Reakt kan worden gezien als een gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart zich bevoegd het geschil in behandeling te nemen;
– verklaart de cliënt ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr.
A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. D.C. Bouman, de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 10 mei 2023.