Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: Voetverzorging
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
103017
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op een pedicure behandeling door de ondernemer in de periode februari/april 2016.
De consument stelt op 18 februari 2016 de klacht mondeling voorgelegd te hebben aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak, als toegelicht ter zitting, als volgt.
De ondernemer heeft in februari 2016 een fout gemaakt bij de behandeling van mijn linker grote teen. Hierdoor heb ik een ontsteking opgelopen. Twee maanden later had ik weer een behandeling. Een week daarna ging de teen hevig bloeden. De nagel liet los. Ik moest naar de huisarts en twee dagen later zelfs naar het ziekenhuis voor een opname van een langere periode. Ik heb al die tijd niets van de ondernemer gehoord. Zelf heb ik meerdere malen gebeld maar ze nam niet op. Ik ben al 12 jaar klant bij de ondernemer. Ik kom iedere drie tot vier maanden. De consument verlangt vergoeding van kosten voor aangepast schoeisel, verbandmiddelen en dergelijke, van het eigen risico bedrag van de verzekeraar, reiskosten en smartengeld.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij de eerste behandeling is inderdaad een wondje gemaakt aan de teen. Dat heb ik ontsmet en verbonden. Het was een oppervlakkig wondje.
Bij de tweede behandeling, ruim twee maanden later, is er geen wondje gemaakt. Wel vertelde de consument dat het eerder was gaan ontsteken maar toen ik behandelde zag het er rustig uit. De nagel zat gewoon vast. Een week later belde de consument dat de nagel er af was gegaan en dat hij naar de dokter ging. Ik denk niet dat dat kan zijn door dat wondje dat ik uiteraard per ongeluk in februari had gemaakt. Daarna heb ik geen contact meer gehad. Ik ben altijd bereikbaar, maar niet tijdens vakanties.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. Door de erkenning door de ondernemer staat op zich vast dat deze bij de behandeling in februari een wondje is ontstaan aan de teen. De ondernemer heeft het wondje gedesinfecteerd en verbonden. Pas ruim twee maanden later zien de consument en de ondernemer elkaar weer bij een nieuwe, kennelijk reguliere behandeling. Een week daarna raakt de nagel los en wordt die door huisarts en in het ziekenhuis behandeld. Wil sprake zijn van aansprakelijkheid of schuld aan de zijde van de ondernemer voor die kennelijk noodzakelijk medische behandeling als gevolg van het loslaten van de teennagel, dan dient aannemelijk te zijn dat zulks het gevolg was van een behandeling door de ondernemer .De consument stelt dat wel maar toont dat niet aan, bijvoorbeeld door een medische verklaring of anderszins. Er zijn tal van andere mogelijke oorzaken voor het loslaten van de teennagel. De commissie overweegt nog dat de teennagel ruim meer dan twee maanden ná de behandeling in februari 2016 problemen is gaan veroorzaken. Dit roept vragen op over het door de consument gestelde causaal verband tussen de behandeling en de schade die de consument geleden heeft. De commissie is van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de behandeling door de ondernemer de oorzaak is geweest van het loslaten van de teennagel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, op 5 september 2016.