Regie over bedtijd binnen financiële en personele grenzen

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Gehandicaptenzorg    Categorie: bejegening    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 192153/196332

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënt kan niet elke dag op de door hem gewenste tijd naar bed geholpen worden. Hij wil graag zelf de regie over zijn leven voeren. Volgens de zorgaanbieder ontbreken de middelen en mensen om de cliënt elke dag laat in de avond naar bed te helpen.

De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder zorgvuldig handelt door binnen de financiële en personele grenzen, de cliënt drie dagen per week zelf te laten bepalen wanneer hij naar bed gaat en de overige dagen het tijdstip te laten bepalen door de zorgmedewerkers. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [woonplaats]

(hierna te noemen: de cliënt)

en

Stichting Sherpa, gevestigd te Hilversum

(hierna te noemen: de zorgaanbieder)

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 17 februari 2023 te Utrecht.

Beide partijen hebben ter zitting hun standpunten naar voren gebracht. Cliënt werd bijgestaan door [naam], cliëntondersteuner. De zorgaanbieder werd vertegenwoordigd door [naam], Raad van Bestuur, en [naam], manager zorg en ondersteuning.

Onderwerp van het geschil
Cliënt wil zelf bepalen hoe laat hij naar bed gaat.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

Cliënt kan niet op de door hem gewenste tijd naar bed geholpen worden. Omdat hij 100% afhankelijk is van zorg wordt door de zorgaanbieder bepaald hoe laat hij naar bed gebracht wordt. Dit is in tegenspraak met de zorgvisie van de zorgaanbieder zelf en de inhoud van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking. De klachtencommissie heeft zijn klacht gegrond verklaard. De zorgaanbieder gaat echter niet serieus om met de adviezen die de klachtencommissie heeft gegeven en respecteert daarmee zijn klacht niet.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het op het volgende neer.

De zorgaanbieder begrijpt de wens van cliënt en van nog 12 andere bewoners van de Rueterlaan om op ieder gewenst tijdstip ook na 22.30 uur ’s avonds ondersteund te worden bij het naar bed gaan. Maar de middelen en de mensen ontbreken om dit iedere nacht mogelijk te maken. Vandaar dat het aantal beperkt blijft tot maximaal 2 à 3 maal per week. Voor de andere avonden geldt dat de avonddienst de begeleiding bij het naar bed gaan biedt. Om 7 maal per week ’s nachts begeleid te worden bij het naar bed gaan, kan redelijkerwijs niet van de zorgaanbieder gevraagd worden. De middelen die de zorgaanbieder ontvangt bieden daarvoor geen ruimte. Het kan alleen wanneer de zorgaanbieder menskracht van de dag naar de nacht zou verplaatsen. Dat zou overdag grote problemen geven in de dagelijkse aandacht en ondersteuning van cliënten en in de werkdruk van medewerkers die overdag hun werkzaamheden verrichten. Hoe spijtig ook betekent dit dat er op dit moment geen mogelijkheden zijn om andere afspraken te maken over de begeleiding bij het naar bed gaan dan de leiding van de locatie met cliënt en de andere bewoners heeft gemaakt.

Beoordeling van het geschil
De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder handelt zoals een redelijk bekwame en redelijk handelende zorgaanbieder in dezelfde omstandigheden zou doen.

Ter zitting heeft cliënt aangegeven dat hij ondanks zijn lichamelijke beperking een zo normaal mogelijk leven wil leiden. Door zijn handicap is het voor hem vaak niet mogelijk om zelf de regie over zijn leven te voeren. Cliënt is wilsbekwaam en de zorgaanbieder mag hem niet beknotten in de beperkte vrijheid die hij nog heeft, namelijk zelf kunnen bepalen wanneer hij naar bed wil.

De zorgaanbieder heeft gesteld dat op alle mogelijke manieren rekening wordt gehouden met de wensen van cliënten. Afgesproken is dat cliënt en de 12 medebewoners twee tot drie keer per week zelf mogen bepalen hoe laat zij naar bed willen gaan. Dit is het maximaal haalbare. De wakende wacht is de hele nacht bezig om alle bewoners zorg te verlenen. Er is geen financiële ruimte om aan de wens van cliënt te voldoen. De zorgaanbieder heeft aan het zorgkantoor verzocht extra middelen ter beschikking te stellen maar die zijn er niet. Desgevraagd geeft de zorgaanbieder aan dat na het naar bed gaan niet meteen de lichten uitgaan. Er blijft de mogelijkheid om tv te kijken of op de ipad te lezen.

Hoewel de commissie begrijpt dat het voor cliënt heel belangrijk is om, voor zover dat mogelijk is, zelf de regie over zijn leven te voeren, kan van de zorgaanbieder in redelijkheid niet worden verlangd dat hij, in plaats van twee tot drie dagen, zeven dagen per week tegemoet komt aan de slaapwensen van cliënt. Daarbij overweegt de commissie dat de zorgaanbieder ter zitting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de wakende wacht op dit moment de hele nacht bezig is om alle cliënten die zorg te verlenen die zij nodig hebben en dat er geen middelen en menskracht beschikbaar zijn om cliënt en de 12 medebewoners meer dan drie keer per week op het door hen gewenste tijdstip te ondersteunen bij het naar bed gaan.

De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder zorgvuldig handelt, door binnen de financiële en personele grenzen, cliënt drie dagen per week zelf te laten bepalen wanneer hij naar bed gaat en de overige dagen het tijdstip te laten bepalen door de zorgmedewerkers.

Zij zal de klacht ongegrond verklaren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. P. Quaedvlieg, mevrouw mr. O.A.M. Floris, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 17 februari 2023.