Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: Haarverzorging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
74327
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit op 26 juni 2012 en 5 september 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomsten. De ondernemer heeft zich daarbij steeds verplicht tot het leveren van een pruik (hierna te noemen: de eerste respectievelijk tweede pruik) tegen de voor ieder van die pruiken door de consument betaalde prijs van € 589,95, dus totaal € 1.179,90.
De consument heeft de klacht op 4 oktober 2012 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De tweede pruik is niet gelijk (of zelfs maar gelijkend op) de eerste pruik, terwijl dit expliciet wel zo was afgesproken. Bewust is eerst de eerste pruik besteld om te beoordelen, waarna eventueel een identiek exemplaar zou worden nabesteld. De eerste en tweede pruik zijn verschillend qua model, kleur en pasvorm; de tweede pruik is aanzienlijk te groot met verschuiven tot gevolg.
De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomsten van de beide pruiken.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument was tevreden over de eerste pruik en heeft toen de tweede pruik besteld omdat zij eenzelfde reservemodel wilde hebben. De ondernemer heeft haar toen wel aangegeven dat verzekeraars een tweede of reservemodel niet plegen te vergoeden, maar zij heeft de tweede pruik desondanks besteld en betaald. Dat de consument de tweede pruik niet van haar verzekeraar vergoed krijgt, is geen aanleiding om van een of van beide pruiken de aanschafprijs vergoed te krijgen door de ondernemer.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
De klacht:
De geleverde pruik is niet gelijk aan (of zelfs maar gelijkend op) bestelde (en eerder geleverde) pruik, terwijl dit expliciet wel zo was afgesproken. Eerst is bewust één pruik besteld om te beoordelen (levering 26 juni 2012), waarna eventueel een identiek exemplaar zou worden nabesteld. Verschillen uiten zich in model, kleur en pasvorm/maat (aanzienlijk te groot met verschuiven tot gevolg).
Mijn bevindingen en uw vaktechnisch oordeel over de oorzaak van de klacht(en):
Deze twee pruiken waren volgens de consument geheel anders van kleur en waren ook niet van dezelfde maat. Dit is echter niet het geval, de kleur is niet van elkaar te onderscheiden en de maat van beide pruiken is ook hetzelfde. Op de kruin vindt mevrouw de beide pruiken te groot. Dit is altijd het geval als je niet kiest voor maatwerk. Bij maatwerk wordt het hoofd opgemeten en hierdoor krijg je altijd een betere pasvorm, maar dit kost veel meer. Als de pruiken allebei een beetje goed in de nek naar beneden getrokken worden, dan hoeft dit geen probleem te zijn. In het andere geval zou er ook op de kruin een trens er tussenuit kunnen, dit is echter werk van een specialist.
Naar mijn vaktechnisch oordeel is de omvang van de geconstateerde gebreken: bijna niet te zien.
Herstel is technisch mogelijk.
Voor een betere pasvorm: als er een trens tussenuit gehaald zou worden is dit mogelijk.
Bij een trens er uit halen zullen de herstelkosten € 150,– zijn.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Het geschil spitst zich toe op de door de consument bij de ondernemer gemelde en in het vragenformulier bij de commissie aangemelde klacht. Volgens die klacht beantwoordt de eerste pruik wel aan de overeenkomst maar de tweede pruik niet, met name omdat de tweede pruik niet met de eerste pruik zou overeenstemmen. Het deskundigenrapport en de daarbij gevoegde foto’s bieden echter geen steun voor deze door de consument geuite klacht. Daaruit volgt dat de tweede pruik genoegzaam overeenstemt met de eerste pruik, zowel qua kleur, maat, pasvorm als anderszins.
Dit alles leidt tot de slotsom dat de klacht ongegrond is.
De commissie beslist als volgt.
Beslissing
De commissie wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging op 16 april 2013.