Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117721
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [plaats], en Stichting Zuyderland Medisch Centrum, gevestigd te Sittard, (hierna te noemen: het ziekenhuis).Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 9 oktober 2018 te Breda. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Cliënt heeft ter zitting zijn standpunt toegelicht. Het ziekenhuis heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting haar standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de behandeling aan de hand van cliënt op 16 februari 2007.
Standpunt van cliënt
Cliënt heeft zijn klachten vermeld in het d.d. 28 mei 2018 ontvangen klachtenformulier en de daarbij behorende bijlagen, waarvan de kern – kort en zakelijk – als volgt wordt weergegeven.
Als gevolg van de operatie aan zijn hand op 16 februari 2007 staan de vingers van cliënt krom (klauwhand). Zijn hand is niet meer sterk. Op verschillende plekken heeft cliënt geen gevoel meer in zijn hand. Volgens cliënt is er sprake van een medische fout.
Cliënt is al tien jaar bezig met zijn hand. Het grijpen van voorwerpen is heel moeilijk, evenals het vasthouden van voorwerpen. Cliënt heeft veel pijn en gebruikt veel medicatie. Ook heeft hij hierdoor psychische problemen.
Het ziekenhuis heeft in reactie op zijn klacht aangegeven dat zij de gegevens van cliënt niet kunnen terugvinden in het archief. Het dossier van cliënt moet tenminste vijftien jaar bewaard worden.
Het kan niet zo zijn dat wegens het ontbreken van rapporten, brieven en andere informatie over de operatie, het ziekenhuis op basis van een hoorzitting de klacht van cliënt ongegrond verklaart, aldus cliënt.
Cliënt wil dat zijn hand weer wordt zoals deze was voor de operatie of hij wil een schadevergoeding van € 25.000,–. Door de operatie kan cliënt geen reguliere arbeid meer verrichten. Hij doet vrijwilligerswerk maar kan zijn hand al gedurende lange tijd niet meer belasten.
Standpunt van het ziekenhuis
Voor het standpunt van het ziekenhuis verwijst de commissie naar het verweer van het ziekenhuis d.d. 15 augustus 2018. In de kern komt het verweer van het ziekenhuis op de klacht van cliënt op het volgende neer.
Cliënt heeft op 16 februari 2007 een door [naam plastisch chirurg], verrichte operatieve behandeling ondergaan aan zijn rechterhand, waarbij een (bij een oorlogstrauma in 1986 of 1987) daarin achtergebleven granaatscherf is verwijderd en voorts een tenolyse is verricht van de flexoren van de middelvinger, ringvinger en pink om de stand en functie van deze vingers te verbeteren.
De operatie vond plaats in dagverpleging. Controles hebben poliklinisch plaatsgevonden. Nadien hebben er tussen cliënt en [naam plastisch chirurg] geen verdere contacten meer plaatsgevonden.
Het ziekenhuis heeft aangegeven dat de indertijd door [naam plastisch chirurg] verrichte operatie bij cliënt geïndiceerd was op basis van een duidelijke diagnose. Naast scheefstand van de pink en een in de hand achtergebleven granaatscherf, was destijds tevens sprake van een beschadigde zenuw (nervus ulnaris) met een klauwhand tot gevolg, alsmede van meervoudige fracturen en scheefstand van nog twee andere vingers. Op medisch objectiveerbare gronden kan er niet van worden uitgegaan dat de gevoels- en pijnklachten en motorische belemmeringen die cliënt ondervindt verband houden met bij de betreffende operatie gemaakte fouten. [Naam plastisch chirurg] heeft een verklaring voor de klachten van cliënt gegeven, namelijk een complex regionaal pijnsyndroom (CRPS; Sudeck) dat is aan te merken als een niet te voorspellen ernstige complicatie bij een fractuur, gevoegd bij een progressieve artrose van de pols die naar de overtuiging van [naam plastisch chirurg] correspondeert met de plaats van de fracturen. Het ziekenhuis ziet geen verband tussen de klachten die cliënt nu heeft en gestelde door [naam plastisch chirurg] gemaakte fouten. De oorzaak van de klachten is waarschijnlijk veeleer gelegen in de gevolgen van het trauma zelf en in een helaas onvoorspelbaar en onvermijdbaar pijnsyndroom.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het
volgende.
De commissie stelt voorop dat voor aansprakelijkheid van het ziekenhuis is vereist dat voldoende aannemelijk is dat het ziekenhuis tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van het ziekenhuis. De tekortkoming moet aan het ziekenhuis kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht.
De commissie dient thans de vraag te beantwoorden of het ziekenhuis tekort is geschoten in de behandeling van cliënt.
De klacht van cliënt komt er op neer dat volgens hem tijdens de operatie op 16 februari 2007 door [naam plastisch chirurg] een medische fout is gemaakt met als gevolg dat cliënt thans een klauwhand heeft, zijn hand niet goed kan gebruiken, veel pijn heeft, veel medicatie gebruikt en psychische klachten heeft.
Bij gebrek aan gegevens uit het medisch dossier van cliënt ten tijde van de operatie op 16 februari 2007 gaat de commissie uit van de informatie die [naam plastisch chirurg] nu aan de klachtencommissie van het ziekenhuis heeft verstrekt en de gegevens die wel voorhanden zijn.
Reeds vóór de operatie was sprake van verminderde kracht in de hand van cliënt en van een beschadigde zenuw die invloed had op alle drie de betreffende vingers en niet slechts de pink van cliënt. In dat opzicht is goed te volgen dat de behandelend arts in samenspraak met cliënt ervoor heeft gekozen om de operatie te verrichten. Tijdens de operatie is de granaatscherf verwijderd en zijn de pezen van de middelvinger, ringvinger en pink losgemaakt.
De klachten die cliënt ervaart zijn zeer waarschijnlijk het gevolg van een complicatie bij de wondgenezing na de operatie. Dat cliënt na de operatie pijn, verminderde kracht en meer kromstand aan zijn hand ervaart en deze minder functioneel is, is betreurenswaardig maar niet in enige mate verwijtbaar gebleken. Niet kan worden vastgesteld dat niet leges artes is gehandeld. Gelet hierop is evenmin komen vast te staan dat het ziekenhuis tekort is geschoten in de behandeling van cliënt.
De klacht is in zoverre ongegrond. Het door cliënt verlangde wordt daarom afgewezen.
Voor zover cliënt klaagt over het ontbreken van stukken in zijn dossier merkt de commissie op dat het medisch dossier van cliënt onvolledig is en niet goed bewaard is gebleven. De klacht is in zoverre gegrond. Een causaal verband tussen deze klacht en de door cliënt gestelde schade ontbreekt echter, zodat de verlangde schadevergoeding zal worden afgewezen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie dient het ziekenhuis evenwel het klachtengeld aan cliënt te vergoeden.
Derhalve dient als volgt te worden beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ten aanzien van het ontbreken van stukken in het medisch dossier gegrond;
– wijst de klacht voor het overige ongegrond.
– bepaalt dat de zorginstelling overeenkomst het reglement van de commissie aan cliënt het klachtengeld ad € 52,50 dient te vergoeden;
– wijst het meer of anders verlangde af;
Aldus beslist op 9 oktober 2018 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen.