Ondernemer slaagt er niet in klachten op te lossen: ontbinding van de overeenkomst.

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Optiek    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: OPT00-0023

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 19 oktober 1996 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van montuur en glazen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 955,–. Deze overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 1 november 1996.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak.   Op 1 november 1996 heeft de consument bij de ondernemer zich een montuur Linea M, de glazen zijn van het merk Essilor, glastype Varilux comfort met ingeslepen glazen laten aanmeten voor een bedrag van ƒ 955,–. De consument geeft aan nooit goed met deze bril te hebben kunnen zien en door de ondernemer gedurende 3 jaren aan het lijntje gehouden te zijn, met de mededeling “u moet wennen aan de bril’. Op 31 december 1999 is de consument na een aantal bezoeken aan de ondernemer, zoals zij tijdens de mondelinge behandeling een en ander maal heeft aangegeven, naar Wassink brilmode te Almelo gegaan voor een second opinion. Deze gaf aan dat het leesgedeelte te hoog in de bril zat, als gevolg waarvan de consument nooit goed heeft kunnen wennen aan de bril en niet goed heeft kunnen zien.   De problemen met de bril zijn toe te schrijven aan het foutief inslijpen van de glazen door de ondernemer. In een persoonlijk onderhoud op 31 december 1999 laat de consument aan de ondernemer weten niet langer meer te hebben kunnen wachten op herstel van de gemaakte fouten door de ondernemer in aanmerking nemend, dat hij jaren lang niet bereid was de fout te herstellen.   Deze fout wordt bevestigd door het feit, dat de consument sedert begin januari 2000 een nieuwe bril met Varilux glazen van een andere opticien heeft en daarmee zowel dichtbij als veraf goed kan zien. Inmiddels had de consument ook al leesglazen in het door de ondernemer aangemeten montuur laten zetten ter vervanging van de door hem aangemeten Varilux glazen. Bij schrijven van 13 januari 2000 laat de consument nogmaals weten geen prijs meer te stellen op voortzetting van de relatie met de ondernemer.   De consument verlangt een financiële schadevergoeding van ƒ 760,– van de ondernemer voor de door haar betaalde ondeugdelijke glazen en ter zitting wordt dit aangevuld met de eis ¦ 120,– te restitueren aan de zorgverzekeraar.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak.   De ondernemer laat bij schrijven van 1 februari 2000 weten op 31 december 1999 de bril, die 5 mm te hoog was afgesteld, zo afgesteld te hebben dat de aangemeten centrumhoogte weer correspondeerde met het midden van de pupil van de consument. Ook is bij die gelegenheid de inclinatie van de bril iets veranderd, zodat consument met de bril kon lezen. Zij gaf evenwel te kennen de bril hoger op het gezicht afgesteld te willen hebben, omdat zij anders tegen de bovenrand van het montuur aankeek.   Nadat de bril naar het oordeel van de ondernemer juist was afgesteld bleef de consument bij haar wens de bril hoger te willen hebben. Die wens heeft niets te maken met een verkeerde inslijping. Immers de centrumhoogte zit exact op de juiste hoogte ten opzichte van de pupillen van de consument. Omdat evenwel de ondernemer van oordeel was, dat met de bestaande glazen niet aan de wens van de consument tegemoet gekomen kon worden heeft hij voorgesteld nieuwe glazen aan te meten tegen gereduceerd tarief. De ondernemer betreurt het, dat consument pas op een zo laat moment met haar klachten gekomen is.   De ondernemer heeft aangeboden nieuwe glazen aan te meten tegen een nader te bepalen gereduceerd tarief.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De consument heeft aangegeven, dat zij met de gewraakte bril nooit zowel goed kon lezen als in de verte kon kijken. Zij neemt de bovenrand waar. Uit het rapport van de deskundige en het daarbij horende tweetal digitale video-opnames blijkt, dat indien de bril zodanig op de neus gezet wordt dat het vertedeel op de juiste plaats zit, de bovenrand van het montuur storend in het gezichtsveld zichtbaar is.   Belangrijker nog is, dat het rechterglas gedraaid in het montuur zit. Het lezen is hierdoor eenvoudiger, maar de montage blijkt onjuist zoals uit de centratiepunten blijkt. De centrumdistantie is te groot, ondanks het feit dat het glas al gedraaid in het montuur zit. Het kijken verloopt daardoor niet optimaal. Dat is niet onmiddellijk af te lezen op de gemaakte afdrukken, maar voldoende duidelijk te analyseren vanaf een monitor.   Geconcludeerd wordt dat de ondernemer het montuur aan de lage kant geplaatst heeft en onvoldoende overleg plaatsvond over de stand/plaats van het montuur. De positie van het rechterglas is onjuist; het is gedraaid en te veel temporaal ingeslepen en de conclusie is, dat de multifocale glazen technisch niet aan de eisen voldoen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De consument heeft naar haar oordeel voldoende lang gepoogd de bril te krijgen, die bij haar paste. Toen dat na ruim 3 jaar nog altijd niet was gelukt, heeft zij de ondernemer aangegeven niet langer van zijn diensten en van het ultieme aanbod, nieuwe glazen tegen een niet nader gespecificeerd gereduceerd tarief aan te willen meten, gebruik te zullen maken. De commissie is van oordeel, dat de consument zich gedurende de lange jaren van kijkongemak bijzonder redelijk heeft opgesteld tegenover de ondernemer en is in die opvatting bevestigd gedurende de mondelinge behandeling van de zaak. Op geen enkele wijze is in deze casus gebleken van een serieuze oplossingsgerichtheid van de ondernemer.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.   Beslissing   De overeenkomst voor wat betreft de multifocale glazen dient ontbonden te worden. De commissie bepaalt verder, dat de consument de betwiste glazen aan het secretariaat van de commissie dient te retourneren met opgave van de naam, het adres en inschrijf- of polisnummer van haar zorgverzekeraar.   Zij bepaalt verder, dat de ondernemer aan de consument een bedrag van ƒ 760,– dient te betalen en aan het secretariaat van de commissie een bedrag van ƒ 120,– zijnde het bedrag dat door de zorgverzekeraar aan de ondernemer werd voldaan. Dit laatste bedrag zal door het secretariaat van de commissie aan de zorgverzekeraar worden gerestitueerd.   Bovendien betaalt de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de consument een bedrag van ƒ 75,– (klachtengeld).   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bedrag verschuldigd ƒ 175,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek op 2 oktober 2000.