Ondernemer slaagt er niet in de klachten op te lossen. Terecht wendt consument zich uiteindelijk tot een andere ondernemer.

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Optiek    Categorie: Klachtenbehandeling    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: OPT00-0016

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 11 juli 1996 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een montuur met glazen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 1.303,–. Deze overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 11 juli 1996.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak.   Het geschil vloeit voort uit een op 11 juli 1996 gesloten overeenkomst tot het leveren van een montuur met glazen voor een bedrag van ƒ 1.303,–. De consument beklaagt zich erover, dat zij vanaf het begin niet aan de nieuwe bril kon wennen en heeft dat na een aantal bezoeken aan de ondernemer bij schrijven van 6 juni 1998 aan het hoofdkantoor van de ondernemer kenbaar gemaakt. In dit schrijven stelt de consument, dat de bril, die na verloop van tijd door de ondernemer was ingenomen met de mededeling dat deze terugging naar de fabriek -toen deze vervolgens door de consument weer werd opgehaald- volgens de ondernemer precies dezelfde sterkte had als de oude bril. Omdat de consument evenwel nog altijd niet goed met de bril kon zien, heeft zij de desbetreffende en de oude bril beide bij een andere opticien laten doormeten. Het bleek, dat de beide brillen verschilden. Vervolgens heeft de consument zich wederom met deze informatie bij de ondernemer vervoegd. Deze stelde voor om tegen betaling van 50% van de kosten nieuwe glazen in de bril te zetten overeenkomstig de sterkte van de glazen in de oude bril, hoewel eerder aangegeven was dat de consument net zo vaak mocht terugkomen, totdat zij tevreden was. De consument heeft dit voorstel niet geaccepteerd. Hoewel geen schriftelijke reactie mocht worden ontvangen op de brief aan het hoofdkantoor, belde de filiaalhouder van de ondernemer te Oss met de mededeling, dat de consument maar met haar bril moest komen en dat deze vervolgens van gratis glazen zou worden voorzien. Zulks geschiedde, maar ook deze glazen voldeden niet. Toen de oude bril (niet van de ondernemer) het begaf heeft de consument zich bij een andere opticien vervoegd met de bril met glazen van de ondernemer. Deze opticien heeft vervolgens de bril van de ondernemer doorgemeten en vastgesteld, dat de glazen verkeerd aangemeten waren en het ingeslepen leesgedeelte van de glazen te ver doorliep, als gevolg waarvan de consument, onder andere bij het autorijden, niet goed met de bril kon kijken. Daarop heeft de consument uiteindelijk besloten in het montuur van de ondernemer door de andere opticien nieuwe glazen te laten zetten. Toen de consument vervolgens de ondernemer voor de schade aansprak is het niet tot enig voorstel gekomen.   De consument verlangt terugname van de nutteloze glazen onder gelijktijdige restitutie van de koopsom van ƒ 444,– inclusief een bedrag van ƒ 300,– ten gunste van de Dienst Geneeskundige Verzorging Politie.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak.   De ondernemer laat de commissie bij schrijven van 20 maart 2000 weten de behandeling van het dossier graag uitgesteld te zien in verband met ziekte van de bedrijfsleider. Bij schrijven van 11 augustus 2000 laat de ondernemer weten vanwege vakanties prijs te stellen op uitstel van behandeling van de zaak. Voor het overige is geen standpunt van de ondernemer in correspondentie neergelegd. Daarnaast constateert de commissie, dat de ondernemer ook tijdens de behandeling van de zaak ter zitting niet aanwezig was, zonder overigens hieromtrent enig bericht aan de commissie te hebben doen toekomen. Dit heeft de commissie verbaasd, maar haar tegelijkertijd doen constateren, dat de ondernemer kennelijk de stellingen en de vordering van de consument niet heeft willen weerspreken.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Op 26 oktober 2000 is gerapporteerd. Uit het rapport van de deskundige blijkt, dat de verticale centratie van de glazen van de ondernemer significant (>2 mm) hoger is dan in de huidige bril. Deze centratie wordt aan de hoge kant geacht. Deze centratie kan zeker mede aanleiding zijn voor de aanhoudende klachten van de consument.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie heeft het volgende overwogen. Er is niet gebleken, dat de consument niet alles in het werk heeft gesteld om de ondernemer in de gelegenheid te stellen het geconstateerde gebrek te herstellen. De commissie vindt het te billijken, dat de consument na ruim twee jaar zich vervoegd heeft bij een andere ondernemer om het bestaande probleem op te lossen. Niet uit het oog mag worden verloren, hoeveel ongemak de onjuiste aanmeting van een bril de consument inmiddels in die twee jaar bezorgd had. Onbegrijpelijk en nauwelijks acceptabel vindt de commissie het dat de ondernemer, na per saldo enkele malen de behandeling van de zaak om redenen, die de ondernemer raken, te hebben laten uitstellen, vervolgens noch enige schriftelijke reactie gegeven heeft, noch ter zitting is verschenen om zijn standpunt toe te lichten.   Beslissing   De commissie bepaalt, dat de ondernemer onjuist heeft gehandeld. De commissie acht de klacht gegrond. Zij bepaalt, dat de ondernemer aan de consument een bedrag van ƒ 444,– moet voldoen. Aan de Dienst Geneeskundige Verzorging Politie dient een bedrag van ƒ 300,– te worden voldaan. Bovendien dient de ondernemer het door de klager betaalde klachtengeld van ƒ 100,– te vergoeden en aangezien de klacht gegrond is dient de ondernemer overeenkomstig het reglement aan de commissie een bedrag van ƒ 175,– te voldoen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek op 8 januari 2001.