Niet-ontvankelijkheid. Cliënte had op het moment dat zij voor het eerst klaagde bij de zorgaanbieder de klacht al bij de commissie neergelegd

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Vrijgevestigde GGZ Praktijken    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 116768

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënte], wonende te [plaats], en [naam zorgverlener], gevestigd te [plaats].

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de
Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ praktijken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. Het geschil is ter zitting behandeld op 27 augustus 2018 te Amsterdam. Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De zorgverlener werd ter zitting bijgestaan door haar echtgenoot.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

Onderwerp van het geschil

Het onderwerp van het geschil heeft betrekking op de behandeling door de zorgverlener en de verstrekte informatie over het te betalen eigen risico.

Standpunt van de cliënte

Voor het standpunt van cliënte verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. De door cliënte overgelegde stukken dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt van cliënte op het volgende neer.

Tussen januari 2013 en juni 2014 is cliënte onder behandeling geweest bij de zorgverlener. Tijdens het intakegesprek heeft de zorgverlener aangegeven dat alles gedekt zou worden door de verzekering. De zorgverlener vergat echter cliënte erop te attenderen dat zij wel het eigen risico verschuldigd zou zijn. De boekhoudster van de zorgverlener heeft aangegeven dat zij de zorgverlener altijd op het hart drukt tijdens het intakegesprek te waarschuwen voor het eigen risico. Regelmatig annuleerde de zorgverlener de afspraken.
Cliënte voelde zich op den duur niet gerespecteerd en niet serieus genomen. Dat gevoel nam toe nadat zij vaker zei dat ze zeker wist dat cliënte een leuke relatie met haar zus kon opbouwen. Dikwijls moest cliënte de zorgverlener eraan herinneren dat die relatie juist problematisch verliep. De brief die cliënte daarover had opgesteld is de zorgverlener aanvankelijk kwijt geraakt.

Ter zitting heeft cliënte haar standpunt nader toegelicht. Desgevraagd heeft cliënte ter zitting aangegeven dat zij eerst naar Cliëntenbelang is gegaan met haar klacht, maar dat zij ontevreden was over de afhandeling aldaar. Daarop heeft zij haar klacht neergelegd bij de commissie.

Cliënte verlangt een vervangende schadevergoeding ter hoogte van het door cliënte betaalde eigen risico van € 850,–.

Standpunt van de zorgverlener

Voor het standpunt van de zorgverlener verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. Het standpunt van de zorgverlener luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

De zorgverlener heeft in 2014 geen klacht van cliënte ontvangen. Ook heeft zij van Zorgbelang Nederland adviespunt Amsterdam geen klacht ontvangen inzake cliënte. Evenmin heeft zij van haar boekhouder / secretaresse of van [naam tweede zorgverlener] een klacht ontvangen inzake cliënte. Cliënte staakte begin 2014 de behandeling voortijdig en zij heeft de zorgverlener tot april 2018 nooit benaderd met een klacht. De zorgverlener is van mening dat cliënte nu te laat klaagt. Zij had dit eerder kunnen en moeten doen. De zorgverlener is van mening dat cliënte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar klacht.

Toen cliënte bij de zorgverlener in behandeling kwam heeft de zorgverlener direct gekeken of zij een contract had met de zorgverzekeraar van cliënte. De zorgverlener betwist dat zij heeft gezegd dat de zorgverzekeraar van cliënte alles zou betalen. Cliënte hierover informeren is niet een taak of verantwoordelijkheid van de zorgverlener. De zorgverlener heeft geen boekhoudster. Haar secretaresse betwist met cliënte over het eigen risico te hebben gesproken.
De zorgverlener neemt haar cliënten uiterst serieus zonder onderscheid des persoons. Zij heeft eenmalig een afspraak met cliënte moeten verzetten in verband met haar zieke zus. Het is mogelijk dat de zorgverlener niet direct de brief van cliënte heeft gevonden. De zorgverlener bereidt iedere sessie voor en maakt nadien een verslag van de sessie. Zij onthoudt de belangrijkste zaken die in de loop van de behandeling worden besproken.

Ter zitting heeft de zorgverlener haar standpunt nader toegelicht.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van het door partijen over en weer gestelde overweegt de commissie het volgende.

Alvorens tot een inhoudelijke beoordeling van de klacht over te gaan, dient de commissie eerst te beslissen op het beroep op niet-ontvankelijkheid van cliënte in haar klacht.

In art. 6 lid 1 onder a van het Reglement Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ praktijken (hierna: het reglement) is bepaald dat de commissie op verzoek van de zorgverlener – gedaan bij eerste gelegenheid – cliënte niet-ontvankelijk verklaart in haar klacht indien zij haar klacht niet eerst bij de zorgverlener heeft ingediend, tenzij van cliënte in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij onder de gegeven omstandigheden haar klacht eerst bij de zorgverlener indient.
Cliënte heeft aangegeven dat zij op 15 februari 2014 telefonisch heeft geklaagd bij de zorgverlener. Desgevraagd heeft cliënte ter zitting toegelicht dat zij bij de zorgverlener, althans haar secretaresse / boekhoudster om een telefoonnummer heeft gevraagd omdat zij het niet eens was met de factuur. Naar het oordeel van de commissie kan uit dat telefoongesprek – waarvan de inhoud door de zorgverlener wordt betwist – niet worden opgemaakt dat cliënte een klacht heeft ingediend bij de zorgverlener. Op 5 april 2018 heeft cliënte schriftelijk geklaagd bij de zorgverlener, maar een reactie daarop niet afgewacht. Cliënte had op dat moment haar klacht al bij de commissie neergelegd, bij vragenformulier van 29 maart 2018.

Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat cliënte op grond van art. 6 lid 1 onder a van het reglement niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar klacht.

Derhalve beslist de commissie als volgt.

Beslissing

De commissie verklaart cliënte niet-ontvankelijk in haar klacht.

Aldus beslist op 27 augustus 2018 door de Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ praktijken.