Commissie: Complementaire en Alternatieve Gezondheidszorg
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
111750
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats] en Centrum voor Natuurgeneeskunde POMT, gevestigd te RidderkerkBehandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 2 oktober 2017 te Rotterdam.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De zorgaanbieder werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam], bijgestaan door [naam] en [naam].
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de uitvoering van een “trainingsprogramma” dat de cliënte bij de zorgaanbieder volgt.
Standpunt van de cliënte
In de kern komt het standpunt van de cliënte – kort samengevat – op het volgende neer.
De cliënte is met verschillende gezondheidsklachten bij de zorgaanbieder gekomen. Samen zijn zij overeengekomen dat de cliënte bij de zorgaanbieder een trainingsprogramma zal volgen. De cliënte heeft hiervoor in twee termijnen in totaal een bedrag van € 2.500,– betaald. Bij dit bedrag zouden volgens afspraak geen nieuwe kosten in rekening worden gebracht. De cliënte heeft voor aanvang gevraagd wat er precies voor stappen zouden worden ondernomen. Door [naam vertegenwoordiger] is toen te kennen gegeven dat cliënte hem moest vertrouwen en dat ze het resultaat wel zou merken na verloop van tijd. Het traject zou bestaan uit hormoonbehandeling en buiten hardlopen. Eerst is begonnen met hardlopen. De cliënte merkte echter geen verbetering in haar gezondheidstoestand en heeft opnieuw de vraag aan de orde gesteld naar de inhoud van het traject. Daarbij heeft zij gevraagd welke acties al ondernomen waren en wat er nog stond te gebeuren. De cliënte wilde stoppen met het traject en haar geld terugontvangen voor het deel van het traject dat nog openstond. Opnieuw kreeg cliënte geen inhoudelijk antwoord op haar vragen. Tegen de afspraak in werden nog extra kosten in rekening gebracht voor onderdelen van het traject, zoals hormoonbehandeling, die daarbij niet zouden zijn inbegrepen. De cliënte heeft tabletten gekregen en gebruikt van de zorgaanbieder waarvan zij niet weet welke stoffen hierin zitten. Zij heeft dit aan de zorgaanbieder gevraagd, maar krijgt hier – ook na de toezegging dat dit wel zou gebeuren – geen antwoord op. Een andere pot met tabletten die de cliënte voor een hoog bedrag heeft afgenomen van de zorgaanbieder, bleek na analyse slechts vitamine C te bevatten. Cliënte heeft weleens een uurtje met [naam vertegenwoordiger] vier rondjes buiten gelopen, maar verder heeft hij geen tijd aan haar besteed.
De cliënte verzoekt aan de commissie om haar een vergoeding toe te kennen ten bedrage van € 2.500,–, gelijk aan het door haar betaalde bedrag.
Standpunt van de zorgaanbieder
In de kern komt het standpunt van de zorgaanbieder – kort samengevat – op het volgende neer.
De zorgaanbieder stelt dat het traject waar de cliënte voor heeft betaald een “beweegkundig pakket” is. Het traject zou ongeveer een jaar duren. De cliënte betaalt voor de uitwerking van het programma met een duur computerprogramma, waarbij de zorgaanbieder al zijn kennis gebruikt. Iedere sessie met de cliënte maakt de zorgaanbieder een nieuw programma voor haar, waarmee zij aan het werk kan. In een jaar tijd kan de cliënte de verschillende beweegkundige aspecten leren kennen, zodat zij dat zelf in de praktijk kan overnemen. De voorlichting over het traject kan beter. Inmiddels gebruikt de zorgaanbieder een nieuw marketingsysteem. Volgens de algemene leveringsvoorwaarden geldt dat bij tussentijds afbreken van het traject geen geld wordt terugbetaald, tenzij er sprake is van een medisch-technische reden voor het afbreken. Bij de klachtbehandeling door de klachtenfunctionaris van de Stichting Complementaire en Alternatieve Gezondheidszorg (SCAG) is niet om een reactie van de zorgaanbieder gevraagd. Ook de beroepsvereniging waarbij de zorgaanbieder aangesloten is, de Landelijke Vereniging Natuurlijke Geneeswijzen (LVNG), heeft aan de zorgaanbieder niet gevraagd om zijn standpunt toe te lichten. De zorgaanbieder heeft geen stukken overgelegd aan de commissie, omdat er bij de zorgaanbieder is ingebroken en de stukken weg zijn. De kennis en kunde van de zorgaanbieder staan nog ter beschikking aan cliënte. De zorgaanbieder heeft twee jaar met haar gepraat en haar gecoacht.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het door partijen over en weer gestelde overweegt de commissie het volgende.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan de cliënte een bedrag heeft betaald van € 2.500,– en op grond waarvan de zorgaanbieder natuurgeneeskundige handelingen zou verrichten om de gezondheid van de cliënte te verbeteren. Onbetwist is door de cliënte gesteld dat de zorgaanbieder daarbij heeft toegezegd dat de cliënte het resultaat wel zou merken. Het resultaat bleef echter ook na de door de zorgaanbieder genoemde periode achterwege. Dit is op zichzelf al een tekortkoming door de zorgaanbieder in de nakoming van de op hem rustende overeengekomen verplichting. Hij had immers een resultaat beloofd. Vervolgens heeft de cliënte hem om een uitleg gevraagd over het ingezette traject. De commissie acht dit zeer gerechtvaardigd, gelet op de omvang van het door de cliënte betaalde bedrag, gelet op het uitblijven van een behandelingsresultaat en gelet op het feit dat enige helderheid over de door de zorgaanbieder te verrichten handelingen tot op dat moment niet was gegeven. Op de zorgaanbieder rustte onder deze omstandigheden de verplichting om te verhelderen op welke wijze hij voornemens was het beloofde resultaat in de gezondheidstoestand van de cliënte te verbeteren. Nu de zorgaanbieder de gevraagde uitleg niet heeft gegeven, is hij in deze verplichting tekortgeschoten. Overigens heeft de zorgaanbieder niet alleen onvoldoende specifieke uitleg gegeven aan de cliënte rechtstreeks, maar ook heeft hij deze niet gegeven aan de commissie. Hij heeft geen documentatie overgelegd waaruit blijkt welke inspanningen hij heeft verricht of nog zal gaan verrichten. De enige stukken die in dit verband aan de commissie ter beschikking staan (overigens overgelegd door de cliënte), zijn drie pagina’s: twee pagina’s waarop een summier (hard)loop programma is opgenomen en een pagina waarop een aantal bewegingsoefeningen is opgenomen. Ook ter zitting heeft hij geen antwoord gegeven op de gerichte vragen van de commissie, in die zin dat hij heeft volstaan met het vermelden van algemeenheden, zoals dat het allemaal heel complex zou zijn. De zorgaanbieder heeft ruimschoots de gelegenheid gehad om de gevraagde uitleg te geven, zodat de tekortkoming aan de zorgaanbieder valt toe te rekenen. De commissie volgt niet het standpunt van de zorgaanbieder dat hij niet in staat zou zijn om de stukken over te leggen omdat er is ingebroken en de stukken sindsdien weg zijn. Ook indien er stukken als gevolg van een inbraak zoek zijn geraakt, heeft de zorgaanbieder voldoende tijd gehad om nieuwe stukken op te maken en over te leggen, die zouden kunnen verhelderen welke inspanningen hij voor cliënte heeft verricht.
Op grond van het voorgaande acht de commissie de klacht gegrond. Nu er niet van een door de zorgaanbieder verrichte substantiële inspanning gebleken is die in enige verhouding staat tot het door cliënte betaalde bedrag, is de commissie van oordeel dat de door cliënte gevraagde vergoeding een redelijke en passende maatregel is om het geschil te beëindigen.
Beslissing
De commissie:
verklaart de klacht gegrond;
stelt vast dat de zorgaanbieder een vergoeding aan de cliënte dient te betalen van € 2.500,–;
bepaalt dat de zorgaanbieder aan de cliënte het klachtengeld van € 52,50 dient te vergoeden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen op 2 oktober 2017.