Knieprothese zorgvuldig geplaatst

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Zelfstandige Klinieken    Categorie: (On) zorgvuldigheid    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 170653/171004

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Volgens de cliënt heeft de zorgaanbieder zich tijdens en na het plaatsen van een knieprothese niet zorgvuldig gehandeld, waardoor de cliënt schade heeft geleden. Naar het oordeel van de commissie is de operatie zorgvuldig en volgens de regels van de geneeskunst uitgevoerd. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Bergman Clinics Nederland B.V., gevestigd te Naarden

(hierna te noemen: de zorgaanbieder)

en

[naam], wonende te [woonplaats]

(hierna te noemen: de cliënt)

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 17 februari 2023 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam], gemachtigde,

[naam], orthopeed en [naam], schadebehandelaar VVAA. De client was ook aanwezig.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de complicatie na een knieoperatie.

Standpunt van partijen
De zorgaanbieder is door cliënt aansprakelijk gesteld. In overleg met cliënt is besloten om de commissie op grond van het bepaalde in artikel 12 van het reglement te verzoeken zich een onafhankelijk oordeel te vormen over deze kwestie. Hiermee wordt de discussie over de aansprakelijkheid in deze zaak beslecht. De casus is als volgt. Cliënt heeft op 29 januari 2018 een operatie ondergaan waarbij een totale knieprothese is geplaatst. Hij stelt zich op het standpunt dat tijdens en na deze operatie niet zorgvuldig is gehandeld waardoor hij een langdurig revalidatietraject en een revisieoperatie heeft moeten ondergaan. Hij wenst in verband hiermee aanspraak te maken op schadevergoeding ten bedrage van € 1.000,– vanwege de gemaakte kosten van revalidatie en een smartengeldvergoeding van tussen de € 9.000,– en € 16.000,–. De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat zowel tijdens als na de operatie zorgvuldig is gehandeld.

Beoordeling van het geschil
Cliënt stelt de zorgaanbieder aansprakelijk voor de klachten die hij heeft gekregen als gevolg van de operatie, waarbij een totale knieprothese is geplaatst

Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en de cliënt moet daarvan nadeel hebben ondervonden.

Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.

De verplichting die voor de zorgaanbieder voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de zorgaanbieder moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de zorgaanbieder zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen, kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de behandelend arts zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.

Cliënt verwijt de zorgaanbieder dat deze de knieprothese niet juist heeft geplaatst omdat geen rekening is gehouden met de scheefstand van zijn onderbeen.

Ter zitting heeft cliënt aangegeven dat hij nadat hij de knieprothese heeft gekregen veel klachten heeft gekregen. Vanwege de pijn na de operatie heeft cliënt 3 weken morfine gekregen. Cliënt is negen keer bij de zorgaanbieder teruggekomen. Hij is daar niet goed geholpen. Naar zijn mening heeft de zorgaanbieder onvoldoende onderzoek gedaan naar zijn klachten. Zo is er geen beenasmeting gedaan en is niet gekeken of er sprake was van een scheefstand. Door zijn aanhoudende knieklachten kreeg cliënt ook andere klachten die ondanks fysiotherapie niet verholpen konden worden.

Uiteindelijk heeft cliënt zich tot een andere orthopeed gewend die een scheefstand van zijn been van 6 graden vaststelde alsmede een verdenking op protheseloslating. Deze orthopeed heeft cliënt geadviseerd om een revisieoperatie uit te voeren, die hij inmiddels ook heeft ondergaan. Inmiddels zijn zijn klachten verholpen.

De zorgaanbieder heeft ter zitting aangegeven dat aan cliënt vooraf is meegedeeld dat een volledige knieprothese misschien niet al zijn klachten zou verhelpen gezien de operaties die cliënt in de voorgaande jaren aan zijn knie heeft ondergaan en de peesontsteking. De operatie is lege artis uitgevoerd. De zorgaanbieder betwist dat hij de klachten van cliënt niet voldoende heeft onderzocht. Het beleid was dat de knie de tijd moest worden gegeven zich te settelen. De klachten die cliënt had pasten bij de eerdere klachten als gevolg van de kruisbandoperatie en peesontsteking. De zorgaanbieder heeft bij het plaatsen van de prothese gekeken naar de stand van het been en de mate van slijtage. Een beenasmeting wordt niet standaard uitgevoerd. Op de röntgenfoto die na de ingreep is gemaakt was geen loslating van de prothese te zien. De zorgaanbieder heeft cliënt niet meer gezien en niet de mogelijkheid gekregen een eventuele revisieoperatie uit te voeren.

Vaststaat dat cliënt voorafgaande aan de ingreep veel klachten had. Hij is een aantal keren aan zijn knie geopereerd. Er was sprake van functieverlies, slijtage en veel pijnklachten. Vanwege de slijtage aan de binnenkant van de knie, mede als gevolg van de eerdere operaties was er sprake van een lichte o-stand.

De commissie is van oordeel dat er geen aanwijzingen zijn dat de operatie, waarbij een volledige knieprothese is geplaatst, niet lege artis is uitgevoerd. Naar aanleiding van de opmerking van cliënt dat bij het plaatsen van de prothese geen beenasmeting is gemaakt en daarmee ook geen rekening is gehouden met de scheefstand van het been merkt de commissie het volgende op.

Ambtshalve is de commissie bekend dat, in geval er sprake is van een lichte o-stand, de prothese wordt geplaatst in die stand. Er is geen relatie tussen een protheseplaatsing in lichte o-stand, pijnklachten en protheseloslating. Voorts is de commissie ambtshalve bekend dat na klachten niet direct tot een revisieoperatie wordt overgegaan maar eerst een aantal maanden tot een jaar wordt gewacht totdat de prothese is gesetteld. Pijnklachten vormen één van de bekende complicaties na plaatsen van een knieprothese. Nu cliënt al bekend was met erge pijnklachten en hiervoor al meerdere malen aan zijn knie was geopereerd lag het voor de hand te wachten met een nieuwe ingreep om er zeker van te zijn dat de pijnklachten na de ingreep niet verband hielden met deze eerdere klachten.

Cliënt heeft aangegeven dat bij de revisie de prothese wel recht is ingebracht en dat zijn pijnklachten nu over zijn. Bij de revisie is een zogenaamde revisieprothese geplaatst. Bij een revisieprothese is, in tegenstelling tot de eerdere prothese die cliënt heeft gekregen, het gemakkelijker de beenstand te corrigeren indien dit gewenst is. Pijnklachten door loslating van een prothese kunnen verdwijnen na plaatsen van een revisieprothese. Omdat de cliënt zich voor deze operatie gewend heeft tot een andere orthopeed, heeft hij volgens de commissie de zorgaanbieder de mogelijkheid ontnomen om naar aanleiding van de aanhoudende klachten deze operatie zelf met cliënt te overwegen.

Alles overwegende is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder heeft gehandeld volgens professionele standaard. Zij zal de klacht van cliënt ongegrond verklaren.

Schadevordering
Cliënt heeft een schadevergoeding van € 16.000,- gevorderd van de zorgaanbieder voor de materiële en immateriële schade die hij heeft geleden.

Voor aanspraak op materiële en/of immateriële schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst. Nu hiervan niet is gebleken zal de commissie de vordering afwijzen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klachten ongegrond en wijst de vordering tot schadevergoeding af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. R.J. van Heerwaarden, de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 17 februari 2023.