Klachten over een aantasting of vermindering van het aan de cliënte toekomende huurgenot van haar appartement kan de commissie niet behandelen

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 114345

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënte], wonende te Druten en de stichting Zorggroep Maas & Waal, gevestigd te Beneden-Leeuwen,
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil

De cliënte heeft op 5 december 2017 de Geschillencommissie Verpleging, Verzorging en Geboortezorg (verder ook te noemen: de commissie) schriftelijk verzocht het onderhavige geschil in behandeling te nemen. Bij brief van 12 juli 2018 heeft de commissie partijen onder meer meegedeeld, dat de commissie eerst de – partijen verdeeld houdende – vraag dient te beantwoorden of zij de klacht van de cliënte inhoudelijk kan behandelen en dat partijen in verband daarmee niet worden uitgenodigd voor een mondelinge behandeling.

Het geschil is in zoverre buiten aanwezigheid van partijen ter zitting behandeld op 26 juli 2018 te Nijmegen. De commissie heeft kennisgenomen van de stukken, die door partijen aan haar zijn overgelegd.

Onderwerp van het geschil

De cliënte klaagt over de aanwezigheid van een blauwachtige stof in haar woonruimte en de afwezigheid van een deugdelijke afzuigkap.

Standpunt van de cliënte

Partijen hebben op 5 september 2013 met elkaar een huurovereenkomst gesloten, waarbij de zorgaanbieder aan de cliënte verhuurt en de cliënte van de zorgaanbieder huurt een woonruimte met medegebruik van de gemeenschappelijke ruimten, plaatselijk bekend als [adres], [postcode en woonplaats] (hierna te noemen: het appartement). Daarnaast hebben partijen met elkaar een zorgovereenkomst gesloten, waarbij de zorgaanbieder zich heeft verbonden aan de cliënte te leveren zorg, hulp en verblijf of andere diensten op basis van het overeengekomen zorg- of hulparrangement in het zorgplan en de indicatie AWBZ en/of WMO.
Ook hebben partijen met elkaar een mantelcontract huur-/zorgovereenkomst gesloten. Vrij snel nadat de cliënte het appartement in gebruik had genomen, ontdekte zij in het appartement een blauwachtige stof die aan elkaar plakte wanneer deze bij elkaar werd geveegd. De zorgaanbieder heeft een onderzoek laten uitvoeren door een ingenieursbureau. Dit bureau heeft gerapporteerd alleen huisstof en huidschilfers te hebben aangetroffen. Het blauwachtige stof is nooit onderzocht. De cliënte heeft zorg over haar gezondheid en die van andere bewoners in het appartementencomplex. Zij moeten veelvuldig niezen en snotteren. In het appartement hangt geen deugdelijke afzuigkap. Bij het koken blijft de daarbij vrijkomende wasem tegen de achterkant van het fornuis hangen.

De cliënte wenst dat de blauwachtige stof wordt onderzocht en dat er een deugdelijke afzuigkap wordt aangebracht.

Standpunt van de zorgaanbieder

De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat de cliënte geen cliënt is van haar. De cliënte huurt zelfstandige woonruimte van de stichting St. Jan. De klacht van de cliënte dient door de
verhuurder – St. Jan – te worden afgehandeld en is overigens ook afgehandeld.

Beoordeling

De commissie overweegt het volgende.

Ter beoordeling ligt voor de vraag of de commissie bevoegd is de klacht van de cliënte inhoudelijk te beoordelen.

Op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), die van toepassing is op – kort gezegd – het gebied van de individuele gezondheidszorg, moet elke zorgaanbieder sinds
1 januari 2017 zijn aangesloten bij een erkende geschilleninstantie, die is ingesteld door een of meer representatief te achten cliëntenorganisaties en door een of meer representatief te achten organisaties van zorgaanbieders. De zorgaanbieder is via zijn brancheorganisatie Actiz organisatie van zorgondernemers aangesloten bij de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken, die voor de behandeling van klachten over de individuele gezondheidszorg onder meer de geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg heeft ingesteld. Daarmee is ook het kader gegeven, waarbinnen de commissie bevoegd is over aan haar voorgelegde klachten te oordelen: klachten moeten betrekking hebben op de individuele gezondheidszorg.

De klacht van de cliënte heeft echter geen betrekking op die zorg, maar op een aantasting c.q. vermindering van het aan de cliënte toekomende huurgenot van haar appartement. Het huurgenot valt niet onder de werkingssfeer van de Wkkgz en als gevolg daarvan buiten het beoordelingskader van de commissie. De commissie is dan ook van oordeel dat zij niet bevoegd is de klacht van de cliënte te beoordelen en zal zich onbevoegd verklaren.

Beslissing

De commissie:

verklaart zich onbevoegd de klacht van de cliënte inhoudelijk te beoordelen.

Aldus beslist op 26 juli 2018 door de Geschillencommissie Verpleging, Verzorging en Geboortezorg.