Klacht over toekomstige verandering in woonvoorziening zorgaanbieder ongegrond

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Gehandicaptenzorg    Categorie: Zorgovereenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 168088/187559

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dochter van klaagster verblijft al lange tijd in een beschermde woonvorm bij zorgaanbieder. Zorgaanbieder wil een andere woongroep onderbrengen in de huidige woonvorm waar dochter van klaagster verblijft. Klaagster maakt zich zorgen over de gevolgen hiervan voor de kwaliteit van de te leveren zorg. Zorgaanbieder stelt de ouders van alle bewoners te hebben meegenomen in alle fasen van het project en streeft naar verbetering van de huidige situatie. De commissie oordeelt dat de klacht van klaagster niet direct betrekking heeft op een gedraging van de zorgaanbieder. Klaagster heeft geen klachten over de wijze waarop de zorgaanbieder op dit moment de zorgovereenkomst uitvoert. Zorgaanbieder trekt de zorgen van klaagster aan en neemt ze serieus. De commissie oordeelt dat het de zorgaanbieder is toegestaan met het oog op toekomstbestendige zorgverlening verregaande plannen te maken. De commissie verklaart de klacht ongegrond.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam] wonende in [woonplaats] (hierna te noemen: klaagster)

en

Stichting De Passerel, gevestigd in Apeldoorn
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 9 december 2022 te Zwolle.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Klaagster is verschenen, samen met haar echtgenoot [naam], en [naam], onafhankelijk cliëntondersteuner. Voor de zorgaanbieder zijn verschenen [naam] (bestuurssecretaris) en [naam] (manager Zorg).

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil
Klaagster heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.

De dochter van klaagster woont in het kader van een zorg- en begeleidingsovereenkomst in een woonvoorziening van de zorgaanbieder. Het geschil betreft een toekomstige verandering in die woonvoorziening. Klaagster vreest dat de dochter nadelige gevolgen zal ondervinden van de komst van een nieuwe groep.

Standpunt van klaagster
Voor het standpunt van klaagster verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

[Naam], de dochter van klaagster, verblijft al langere tijd in een beschermde woonvorm bij de zorgaanbieder, genaamd de Geode. De dochter zit in de groep Geode B.

Op 7 juni 2021 heeft de zorgaanbieder een voorgenomen besluit bekend gemaakt. De zorgaanbieder wil een andere woongroep, locatie Eigen, onderbrengen in de Geode. De bewoners in de groep Geode A zullen daarvoor moeten verhuizen. Klaagster maakt zich zorgen over de gevolgen van die noodgedwongen verhuizing. Het is voor de huidige bewoners nog onbekend waar ze heen moeten. En de bewoners in de groep Geode B zullen worden geconfronteerd met nieuwe bewoners. Klaagster vreest voor de gevolgen voor de kwaliteit van de te leveren zorg. De zorgaanbieder heeft nu al grote moeite om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. Klaagster heeft in haar brief van 7 april 2022, waarmee zij dit geschil aan de commissie heeft voorgelegd, een aantal vragen gericht aan de zorgaanbieder, waaronder ten aanzien van de financiële onderbouwing van de plannen.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De zorgaanbieder heeft het besluitvormingsproces uitgebreid toegelicht. Volgens de zorgaanbieder zijn de ouders van alle bewoners in alle fasen van het project betrokken en geïnformeerd en heeft de zorgaanbieder geluisterd naar alle inbreng. De zorgaanbieder heeft begrip voor de zorgen die bij klaagster leven. Maar de zorgaanbieder streeft naar verbetering van de huidige situatie, zowel voor de bewoners als in financiële zin. Dat wordt bereikt door middel van het voorgenomen besluit.

Beoordeling van het geschil
De commissie verklaart de klacht ongegrond. Dat oordeel licht de commissie als volgt toe.

Tussen de dochter en de zorgaanbieder bestaat een zorgovereenkomst. Op grond van die overeenkomst is de zorgaanbieder verplicht om aan de dochter goede zorg en begeleiding te geven in de woonvorm Geode B. Op de zorgovereenkomst is de Wet kwaliteit, klachten en geschillen van toepassing, de Wkkgz. Daarin is vastgelegd dat als de cliënt een klacht heeft over een gedraging van de zorgaanbieder jegens haar, zij daarover haar beklag moet kunnen doen bij de zorgaanbieder. Als de klacht onvoldoende wordt opgelost, mag de cliënt ook op basis van de Wkkgz de klacht aan de commissie voorleggen. Daarover staat in artikel 19: De geschilleninstantie heeft tot taak geschillen over gedragingen van een zorgaanbieder jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening te beslechten.

Ter zitting heeft de commissie al aangekaart dat de klacht niet direct betrekking heeft op een gedraging van de zorgaanbieder. Het gaat om het beleid van de zorgaanbieder, dat ook nog eens betrekking heeft op de toekomst. De commissie heeft niet de taak of de bevoegdheid om het zorgbeleid van de zorgaanbieder te toetsen. Het is aan de zorgaanbieder om eventuele beleidsvoornemens op zorggebied zorgvuldig te formuleren, te communiceren en uit te voeren. Mocht het gewijzigde zorgbeleid in het individuele geval meebrengen dat daardoor de zorgovereenkomst niet correct wordt nageleefd, dan kan de klacht bij de zorgaanbieder en uiteindelijk bij de commissie ter beoordeling worden neergelegd. Zo ver is het in het geval van de dochter van klaagster nog niet. De klacht is zelfs in zoverre voorbarig, dat nog onzeker is of het voorgenomen besluit daadwerkelijk tot uitvoering kan worden gebracht.

Ter zitting is gebleken dat klaagster geen klachten heeft over de wijze waarop de zorgaanbieder op dit moment de zorgovereenkomst uitvoert.

Voorgaande neemt niet weg dat de commissie er begrip voor heeft dat klaagster zich zorgen maakt over de toekomst van haar dochter bij de Geode. Klaagster heeft in haar brief aan de commissie van 7 april 2022 tot uitdrukking gebracht dat zij wil bereiken dat de kwaliteit van zorg voor iedereen gewaarborgd is en haar zorgen serieus worden genomen. De commissie is niet gebleken dat de zorgaanbieder zich die zorgen niet aantrekt of klaagster niet serieus zou nemen. Uit het verweerschrift blijkt dat zij nauwgezet antwoord heeft geprobeerd te geven op de vragen die bij klaagster leven en inzicht heeft willen bieden in de verdere beweegredenen.
Het is de commissie duidelijk dat klaagster de huidige situatie in het belang van de dochter wil handhaven, maar dat wil niet zeggen dat het de zorgaanbieder niet is toegestaan om met het oog op toekomstbestendige zorgverlening verregaande plannen te maken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit de heer
mr. M.M. Verhoeven, voorzitter, mevrouw drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM, de heer T. van Dam, leden, in aanwezigheid van de heer mr. C.J.H. Terwal, secretaris, op 9 december 2022.