Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117038
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats], en Stichting Algemeen Christelijk Ziekenhuis Groningen, gevestigd te Groningen (verder te noemen: het ziekenhuis). De cliënte wordt vertegenwoordigd door haar echtgenoot, [naam echtgenoot].Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De Geschillencommissie heeft geen zitting gehouden, omdat partijen te kennen hebben gegeven geen prijs te stellen op een mondelinge behandeling. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de behandeling van de cliënte door het ziekenhuis, in het bijzonder de wijze van het wegzuigen van slijm uit mond- en keelholte.
Standpunt van de cliënte
In de kern komt het standpunt van de cliënte – voor zover thans van belang – op het volgende neer.
De cliënte heeft multiple sclerose en kan niet eten, praten en bewegen. Bij de cliënte dient slijm te worden weggezogen dat zich ophoopt in mond- en keelholte. De echtgenote van de cliënte verzorgt haar thuis en heeft voor het wegzuigen een eigen handelingswijze. Volgens de echtgenoot van de cliënte is het wegzuigen door het ziekenhuis niet op de juiste wijze gebeurd. Het ziekenhuis houdt vast aan het protocol en heeft daarmee onvoldoende aandacht voor de individuele zorgbehoefte van de cliënte. Daardoor is er meerdere keren een situatie ontstaan waarin de cliënte bijna stikt. Haar is dus onnodig leed toegebracht. De cliënte leek aanvankelijk nog meer klachten voor te leggen aan de commissie, maar bij brief van 4 juni 2018 is te kennen gegeven dat de klacht over het wegzuigen van slijm de enige klacht is.
Standpunt van het ziekenhuis
In de kern komt het standpunt van het ziekenhuis – voor zover thans van belang – op het volgende neer.
Naar de mening van het ziekenhuis is er zorgvuldig gehandeld. Er is gehandeld overeenkomstig het beleid, dat geen aanpassing behoeft. De gespecialiseerde verpleegkundigen van de afdeling waar de cliënte was opgenomen zijn bevoegd en bekwaam in het uitzuigen van mond- en keelholten van patiënten. Het is een handeling die zij veelvuldig verrichten. In het geval van de cliënte is incidenteel door de fysiotherapeuten ook wat dieper in de mond- en keelholte gezogen, maar het was niet noodzakelijk hier vervolgacties te ondernemen. Er zijn geen gevaarlijke situaties ontstaan door te oppervlakkig zuigen.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het door partijen over en weer gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie heeft kennisgenomen van het advies van de Klachtenonderzoekscommissie van het ziekenhuis van 29 maart 2017, dat is overgelegd door de cliënte. De commissie stelt vast dat de klacht die aan de commissie is voorgelegd een herhaling betreft van de klacht zoals die in de interne klachtprocedure van het ziekenhuis aan de orde is geweest. De commissie is van oordeel dat de Klachtenonderzoekscommissie op overtuigende wijze tot de conclusie is gekomen dat de interne klacht ongegrond dient te worden verklaard. De cliënt heeft in de onderhavige procedure niets gesteld over een eventuele tekortkoming in de gedachtegang van de Klachtenonderzoekscommissie.
Gelet op het voorgaande neemt de commissie de overwegingen van de Klachtenonderzoekscommissie van het ziekenhuis, zoals weergegeven in het advies, over en maakt die tot de hare. Een woordelijke herbeoordeling van de herhaalde klacht zal naar het oordeel van de commissie niets toevoegen.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht is ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen op 11 september 2018.