Klacht gaat niet over het handelen of nalaten van de militaire geneeskundige dienst, maar over psychische problemen die door diensttijd zouden zijn ontstaan. Commissie kan klacht niet behandelen

  • Home >>
  • Defensie Geneeskundige Zorg >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Defensie Geneeskundige Zorg    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 108493

De uitspraak:

In het geschil tussen

Cliënt en Militair Geneeskundige Dienst, gevestigd te Den Haag (verder te noemen: de zorgaanbieder)

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Defensie Geneeskundige Zorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

Het geschil is ter zitting behandeld op 6 september 2017 te Zwolle.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De cliënt is, met kennisgeving, niet verschenen. Namens de zorgaanbieder is [medewerker zorgaanbieder] verschenen, bijgestaan door [jurist].

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de door de cliënt gestelde psychische problemen ten gevolge van zijn diensttijd.

Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, in het bijzonder het door de cliënt ingevulde vragenformulier dat op 10 februari 2017 door de commissie is ontvangen.

In de kern komt het standpunt van de cliënt erop neer dat hij in 1980, toen hij 17 jaar was, in militaire dienst is gegaan. Deze dienstplicht heeft bij de cliënt tot psychische problemen geleid.

In 1998 is de cliënt 80-100% afgekeurd. De cliënt wenst dat de zorgaanbieder hem een bedrag van tussen de € 10.000,– en € 20.000,– vergoedt voor de psychische problemen die de cliënt sinds zijn diensttijd heeft en thans nog steeds heeft.  

Standpunt van de zorgaanbieder

De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat de klacht van de cliënt niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De cliënt verzoekt om een schadevergoeding voor psychische problematiek ten gevolge van zijn diensttijd. Uit de stukken volgt niet dat de cliënt om een schadevergoeding verzoekt voor psychische problematiek ten gevolge van het handelen van de zorgaanbieder. De klacht van de cliënt zal intern als aansprakelijkstelling worden aangemerkt en de besluitvorming zal in gang worden gezet. Vanuit de afdeling Claims zal actief contact worden opgenomen met de cliënt.

Beoordeling

De commissie dient allereerst te beoordelen of de cliënt in zijn klacht kan worden ontvangen.

Ingevolge artikel 3 van het reglement geschillencommissie defensie geneeskundige zorg (verder te noemen: het reglement) heeft de commissie tot taak alle geschillen tussen cliënten en de militaire geneeskundige dienst over gedragingen daarvan, waaronder de afhandeling van klachten, te beslechten. Ingevolge artikel 1 van het reglement wordt onder een gedraging verstaan enig handelen of nalaten of het nemen van een besluit dat gevolgen heeft voor een cliënt.

De commissie kan uit de overgelegde stukken niet afleiden dat de cliënt klaagt over laakbaar handelen of het nalaten van gewenste handelingen dan wel het uitvoeren van de vereiste handelingen door de militaire geneeskundige dienst. De cliënt wenst een vergoeding voor zijn psychische problemen die ten gevolge van zijn diensttijd zouden zijn ontstaan. Een op deze grondslag gebaseerd verzoek valt echter buiten het taakveld van de commissie, zoals omschreven in artikel 3 van het reglement. De commissie zal de cliënt dan ook niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht.

Ten overvloede merkt de commissie op dat zij het betreurt dat de zorgaanbieder de commissie niet op de hoogte heeft gesteld van het (medisch) dossier of andere relevante gegevens van de cliënt. Het had op de weg van de zorgaanbieder gelegen om de commissie adequaat te informeren. Dit klemt temeer nu de zorgplicht van de zorgaanbieder niet alleen ziet op haar curatieve werkzaamheden maar ook op haar preventieve en postventieve werkzaamheden. Door het niet overleggen van relevante dossiers van de cliënt (noch het ondernemen van activiteiten om deze te achterhalen) heeft de zorgaanbieder een zeker risico genomen, hetgeen de commissie in zijn algemeenheid niet wenselijk acht. Daarnaast hoopt de commissie dat de afdeling Claims zo spoedig mogelijk contact opneemt met de cliënt, zoals ter zitting nogmaals is toegezegd door de zorgaanbieder, zodat de cliënt weet waar hij terecht kan met zijn klacht.  

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus beslist op 6 september 2017 door de Geschillencommissie Defensie Geneeskundige Zorg.