Klaagster dient klacht niet eerst in bij zorgaanbieder; is niet-ontvankelijk in haar klacht

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 129057/137955

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De klaagster stelt dat de zorgaanbieder nalatig is geweest in de verzorging van haar moeder na een hartoperatie. Hierdoor is de moeder komen te overlijden. De zorgaanbieder stelt dat de klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht omdat zij de klacht niet eerst heeft ingediend bij de zorgaanbieder. Daarnaast is er geen zwaarwegend belang om de medische gegevens te delen met de klaagster omdat zij niet haar moeders contactpersoon was. De commissie oordeelt dat de klaagster gewezen is op de niet-ontvankelijkheid als zij, tegen het regelement van de commissie in, de klacht zou voorleggen aan de commissie zonder deze eerst in te dienen bij de zorgaanbieder. Toch heeft de klaagster ervoor gekozen om deze weg in te slaan. De klaagster is niet-ontvankelijk in haar klacht.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen

[Klaagster], wonende te [woonplaats],
nabestaande [moeder van klaagster]

en

Stichting OLVG, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of klaagster in haar klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 maart 2022 te Eindhoven.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
De kwaliteit van de aan de moeder van klaagster geleverde zorg.

Standpunt van klaagster
Het standpunt van de klaagster luidt in hoofdzaak als volgt.

Klaagster verwijt de zorgaanbieder nalatigheid in de aan haar moeder verleende zorg na een hartoperatie. De moeder is ten gevolge van de nalatige zorg overleden.

Standpunt van de zorgaanbieder
Het standpunt van de zorgaanbieder luidt in hoofdzaak als volgt.

De zorgaanbieder stelt zich primair op het standpunt dat klaagster niet ontvankelijk is in haar klacht nu zij haar klacht niet eerst heeft ingediend bij de zorgaanbieder.
Subsidiair is de zorgaanbieder van mening dat klaagster niet kan worden ontvangen in haar klacht omdat er geen zwaarwegend belang is om de medische gegevens van de moeder met haar te delen; klaagster was geen contactpersoon van de moeder.

Beoordeling van de ontvankelijkheid
Het reglement van de Geschillencommissie Ziekenhuizen (hierna: het reglement) is bepalend voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de klacht.

Ingevolge artikel 6.1. sub a. juncto artikel 3 lid 2 sub c van het reglement verklaart de commissie op verzoek van de zorgaanbieder de cliënt in zijn klacht niet ontvankelijk indien hij zijn klacht niet eerst volgens de wet bij de zorgaanbieder heeft ingediend, tenzij van de cliënt in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht eerst bij de zorgaanbieder indient.

Bij brief van 30 juli 2021 heeft klaagster een klacht ingediend bij de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder over de aan haar moeder verleende zorg.
Uit de stukken leidt de commissie af dat klaagster door de klachtenfunctionaris is gewezen op de mogelijkheid om haar klacht in te dienen bij de Klachtenonderzoekscommissie van de zorgaanbieder. Klaagster heeft de klachtenfunctionaris te kennen gegeven, na overleg met haar advocaat, haar klacht in te zullen dienen bij de Geschillencommissie Ziekenhuizen. Zij is door de klachtenfunctionaris vervolgens gewezen op de mogelijke niet-ontvankelijkverklaring van haar klacht omdat de klachtenprocedure van de zorgaanbieder niet was doorlopen. Ondanks het inwinnen van juridisch advies heeft klaagster de procedure bij de Geschillencommissie voortgezet.

Ondanks diverse verzoeken daartoe heeft klaagster niet gereageerd op het ontvankelijkheidsverweer van de zorgaanbieder. Van bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 sub c van het reglement, die het niet doorlopen van de interne klachtenprocedure van de zorgaanbieder zouden kunnen rechtvaardigen, is de commissie dan ook niet gebleken.
Dat brengt mee dat klaagster dan ook niet ontvankelijk is in haar klacht.

Beslissing
De commissie verklaart klaagster niet ontvankelijk in haar klacht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. F.J.M. Disch en de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 1 maart 2022.